Paramaribo

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Paramaribo image

Paramaribo

Paramaribo
Suriname
Fransvdg

Verbijstering

Zaterdag 31 juli 2010, mijn laatste dag in Suriname. Om half twaalf worden we opgehaald voor de rit naar vliegveld Zanderij. Wat zal ik tot die tijd nog eens gaan doen?? Toch nog maar wat fotootjes schieten? De Centrale Markt is om de hoek van het hotel. Dus dat kan gemakkelijk. En over mijn foto’s van de markt tot nu toe ben ik nog niet echt tevreden. Er is heel veel te zien, maar de meeste mensen willen er niet gefotografeerd worden.

Dat heb ik deze reis wel als heel jammer ervaren. Foto’s maken van mensen is hier niet altijd eenvoudig. Met name de Marrons (de Boslandcreolen) willen niet gekiekt worden. Dat heeft van oudsher met hun geloof te maken. Want wat gebeurt er met hun ziel als iemand je in de vorm van een foto mee neemt? Daar wil ik natuurlijk rekening mee houden, zeker als het om portretten van dichtbij gaat. Maar het jeukt wel…..want want zie ik mooie mensen en wat zijn er een sfeervolle opnames te maken.

Aan de havenkant bij de Centrale Markt beproef ik mijn geluk. Vissers en hun knechten tillen grote emmers vol vangst aan land. Ik probeer niet in de weg te staan en schiet snel wat plaatjes. Ik kan niet van de mannen verwachten dat ze mooi blijven staan met hun zware vracht. In de markthal wordt het lastiger, want daar moet ik flitsen en dat valt op. Nee, dan toch nog maar een keer de straat op, tussen de groente- en viskramen door. Ik loop met mijn fototoestel in de hand, dop op de lens en het koordje om mijn pols, rond te kijken.
En dan ineens een grote neger. Boos blijft hij staan, graait mijn camera in een handomdraai van me weg en roept: “Wat moet jij hier, met je foto’s maken?”

Verbijsterd blijf ik staan….wat overkomt me hier. Mijn camera!!!! Ik zie dat de batterijklep open staat. Is hij kapot? schiet het door me heen. Wat gaat hij doen, holt hij weg, gooit hij mijn fototoestel zo direct op de grond??? Er schieten in een paar seconden heel veel gedachteflitsen door mijn hoofd. Ik stamel: “Ik heb helemaal geen foto van u.” En in een reflex pak ik mijn camera weer uit de handen van de man. Dat lukt. Hij draait zich om en verdwijnt terwijl hij nog wat onverstaanbaars roept.

Vol ongeloof blijf ik staan. Heb ik dit??? Bijna was ik heel veel herinneringen aan drie prachtige weken kwijt. Geschrokken duw ik de batterijklep weer dicht. Gelukkig, geen blijvende schade. Maar wat heb ik fout gedaan? Waarom gebeurde dit nou? En wie was deze man? Ik heb hem helemaal niet op een foto staan!

Ik zoek in mijn hoofd naar oorzaken. Irriteer ik mensen als ik met mijn camera rondloop? Daar ben ik niet op uit. Ik gedraag me toch niet als een vervelende horzel?! Heb ik last van jagersinstinct als ik met mijn camera loop? Hoe zou ik het zelf vinden om de hele dag door Japanners, Russen of Amerikanen om me heen te hebben die mij als foto-object beschouwen? Kan ik dan voortaan alleen nog maar bloemen en gebouwen fotograferen? Dat zou toch wel heel jammer zijn, want ik vind het een uitdaging om met bijzondere foto’s thuis te komen.

Natuurlijk vraag ik eerst om toestemming als ik een portret wil maken. Maar bij een straatopname of een totaalplaatje van een markt wordt het toch lastig om zes of zeven mensen stuk voor stuk te vragen of ze het goed vinden. En trouwens, ik ben niet op zoek naar geposeerde opnames….

Wat leer ik hier nou van? Is dit een les voor me? Een les die ik niet wil?
Ik ben er nog niet uit. Maar het blijft jeuken, dat wel.