Paramaribo naar Albina (via Moengo)
Paramaribo naar Albina (via Moengo)
Ik ben nu bijna twintig en dit was toch al weer mijn derde keer Suriname. Wij verbleven zoals de eerdere keren weer bij familie in Meerzorg (zie mijn vorige blog) en besloten om dit jaar een trip naar Albina te maken. Veel mensen hebben het ons afgeraden ivm met het feit dat het er nog steeds onveilig zou zijn. Het is inderdaad waar dat er veel overvallen zijn op de weg naar Albina, maar na een klein onderzoek en het lezen van een aantal artikelen over dit soort overvallen viel het ons op dat voornamelijk goudzoekers het slachtoffer waren. Wij besloten dus toch af te reizen naar Albina en onderweg Moego te bezoeken.
Ondanks dat het lang niet zover is als Nickerie besloten we toch vroeg weg te gaan. Er zijn namelijk nog steeds delen van de weg die onverhard zijn en daar wil je niet in een tropische regenbui op moeten rijden. De weg was verder prima en al snel bereikte wij Moego. Moego is voor iedereen die van niet toeristische plekken houd het absolute heiligdom. Het is een plek waar niet veel te beleven is, maar er is wel een gezellige oude markt en het is bijzonder om de oude woningen te zien. Het is een plek waar de tijd heeft stil gestaan. Het zwembad waar kinderen vijftig jaar geleden leerde zwemmen is er nog steeds in precies de zelfde staat terug te vinden. Ook is er een oude prachtige koloniale woning waar koningin Juliana nog schijnt overnacht te hebben. Het is een bijzondere plek en zeker de moeite waard om te bezoeken (al helemaal voor Nederlanders, want je leert echt Suriname kennen door dit soort plekken).
We vervolgde onze weg richting Albina. Na Moego schijnt het gevaarlijk deel te beginnen, maar daar hebben wij niks van gemerkt. Er is onderweg, voor Moego, nog een plek die Stolkerseifel heet en daar is een kleine politiepost. Wij vroegen daar de politie of het veilig is en de man zei: "Er zijn nog een paar vervelende jongens, maar wij hebben daar ook ons jongens. dus niks om je druk over te maken". Dat hebben wij dus ook niet gedaan. Sterker nog, Commewijne is naar mijn mening het mooiste kustdistrict van Suriname.
Albina is leuk. Het is de plek vanaf waar je naar Frans-Guyana kan oversteken en als Europeaan word je dan ook voortdurend in het Frans aangesproken. Er is daar ook een prachtige markt aan de oever van de Commewijne-rivier. Deze markt doet totaal niet Zuid-Amerikaans aan, maar eerder Afrikaans. De mensen er zijn onwijs vriendelijk, maar ga er niet uitgebreid met je spiegelreflex foto's staan maken. Iedereen die naar de overkant wil zal dit doordeweeks moeten doen (tenzij je een dubbel entree visa hebt), want alleen dan is het kantoor open om een nieuwe toeristenvisum te kopen voor 25 euro. Wel heel erg de moeite waard om even een een croissant te gaan kopen in een Frans-Guyanese boulangerie. Maak de oversteek wel vroeg, want in de middag (in het regenseizoen) zijn er buien en die gaan vaak gepaard met rukwinden en die hebben al heel wat boten op de Marowijne-rivier tot zinken gebracht zo vertelde een man op de markt mij.
De weg zou inmiddels helemaal geasfalteerd zijn, maar in Suriname weet je het nooit. Dat zelfde geldt voor het bureau voor je visum in Frans-Guyana. Bel altijd eerst naar het bureau om zeker te zijn dat ze (ook als is het doordeweeks) wel open zijn vandaag.