Nieuwe schoenen voor Kevin
Nieuwe schoenen voor Kevin
Gisterochtend zijn we in alle vroegte met de nachtbus aangekomen in Cusco: het reizigersmekka van Zuid-Amerika. We hadden echt een perfect verzorgde reis met warm avondeten, een dekentje, een hostess aan boord en, niet geheel onbelangrijk, een functionerend toilet. Nachtbussen zijn meestal koud, dus wij waren voorbereid met slaapzakken, dikke truien en sjaals. Ons maak je niet meer gek. Onze voorbereiding bleek voor niets te zijn geweest. Na een half uur ging namelijk de verwarming aan en binnen no time was het 26 graden in de bus! De zweetdruppels liepen over ons hoofd. Toen ik de hostess vriendelijk verzocht of de verwarming wat zachter mocht, zette ze ´m geheel uit (blijkbaar was er maar één stand). Helaas bleek een andere passagier het daar niet mee eens en hij ging weer vol aan. Een nachtje zweten dus.
De entree in de bus was werkelijk bijzonder. Werden we tijdens onze busrit van Puno naar Arequipa al gefilmd door een videocamera (Mats dacht dat we misschien een leuke dvd als herinnering zouden krijgen, ha, ha), hier moesten we zelfs onze vingerafdrukken stempelen! Opstandig als Mats is, ging hij natuurlijk in discussie met de dame van de busmaatschappij. Waar dit toch in hemelsnaam voor nodig was. We waren toch niet in de Verenigde Staten! Het was voor onze eigen veiligheid, zei de dame. Het is blijkbaar gebeurd dat toeristen in de bus overvallen zijn door een medepassagier, vandaar deze maatregel. Een beetje irritant, maar wel fijn dat ze onze veiligheid serieus nemen, niet waar?
Ninos hotel
In Cusco slapen we in het Ninos hotel II. Het eerste Ninos hotel is opgericht door een Nederlandse, Jolanda van de Berg, die tijdens haar reis naar Peru gegrepen werd door de armoede van de straatkinderen in Cusco. Ze besloot in haar eentje terug te keren om deze straatkinderen te helpen. Eerst nam ze twee jongens in huis en uiteindelijk werden dit er twaalf. Na een jaar kwam haar vriend ook naar Cusco en samen zorgden ze voor dit grote gezin. Ze leefden van giften van vrienden en bekenden uit Nederland en een van hen gaf haar uiteindelijk geld om het eerste Ninos hotel op te richten. De winst van dit hotel wordt gebruikt om straatkinderen eten te geven, ze naar de tandarts te laten gaan en ze te laten sporten. Dit hotel was zo´n succes dat er nu een tweede is opgericht (daar slapen wij) en ook vijf Ninos restaurants. Hier kunnen straatkinderen gratis zes keer per week een maaltijd krijgen. Achter ons hotel zit ook zo´n restaurant en daar zien wij de kinderen elke dag hun ontbijtje naar binnen werken en daarna met elkaar spelen. Een geweldig initiatief wat je enorm aan het denken zet. Wie meer wil weten over dit project, kan naar www.ninoshotel.com surfen.
We hebben tijdens onze reis al veel straatkinderen gezien en het breekt af en toe mijn hart. De vele schoenpoetsertjes, verkopers op straat, kinderen die ´s avonds laat nog op een bus aan het werk zijn. Kinderen horen kind te kunnen zijn, maar hier is dat vaak niet mogelijk. Ze zijn vaak net zo oud als onze neefjes en dat zet je aan het denken hoe gelukkig wij zijn om in zo´n welvarend land op te groeien. Gisterenmiddag zaten we te relaxen op een bankje op het plein. Een jongetje vroeg of hij mijn schoenen mocht poetsen voor 1 sol en ik weigerde zoals altijd. Ik heb sportschoenen die niet echt geschikt zijn om te poetsen. Hij liep met een treurig gezicht weg en plotseling brak er iets in me. Mats heeft hem teruggeroepen en ik heb hem mijn Reeboks laten poetsen, wat hij keurig deed. Binnen twee seconden stond ook zijn vriendje naast ons, die ansichtkaarten verkocht. Mats kocht er gelijk maar tien.
Geen sokken
We raakten met de jongens in gesprek. De schoenenpoetser heette Kevin en was 11 jaar. Zijn vader was overleden en zijn moeder was invalide. Hij woonde het merendeel van de tijd met andere jongens in een huis. ´s Ochtends ging hij wel naar school, ´s middags en ´s avonds moest hij werken. De andere jongen woonde helemaal alleen in Cusco, zijn moeder woonde in een dorp in de Sacred Valley. Hij was 15 en ging niet meer naar school. Geen geld. Terwijl Kevin zat te praten, keek ik eens naar zijn schoenen die totaal uit elkaar vielen. Ik vroeg hem of hij geen nieuwe schoenen nodig had. Het antwoord was duidelijk en Mats en ik besloten om één kind voor even gelukkig te maken. Samen met zijn vriendje zijn we naar de dichtsbijzijnde schoenenwinkel gelopen en daar mocht hij een paar uitzoeken. Het mooie was dat hij het goedkoopste paar wilde hebben. Je had zijn ogen moeten zien schitteren. Hij koos uiteindelijk een wit paar sportschoenen (hij was tenslotte schoenpoetser, dus die kreeg hij echt wel schoon!), die eigenlijk iets te duur waren. Schuldbewust keek hij ons aan, maar ik kon het niet weigeren. Van dit geld, kunnen wij niet eens een lunch betalen!
Toen hij zijn eigen schoenen uittrok, bleek hij geen sokkken aan te hebben. Zijn voeten waren helemaal zwart en zaten onder de schimmel. Van de verkoopster kreeg hij twee boterhamzakjes die hij om zijn voeten moest doen, om de schoenen te passen. Ik vroeg hem waar zijn sokken waren en zijn vriend antwoordde dat hij die niet had. Stom van me, natuurlijk. Zijn schoenen pasten en hij was er geweldig blij mee. Met een enorme grote smile liep hij met ons over straat. Mats heeft hem een high five gegeven en daarna scheidden onze wegen zich weer. Ik weet dat we niet voor ieder straatkind in Cusco nieuwe schoenen kunnen kopen, maar we hebben er tenminste eentje een goede dag bezorgd. En wat is 40 sol (10 euro) als je net een trekking naar Machu Picchu hebt geboekt voor 400 dollar de man?? Het is een bizarre wereld waarin we leven.