Loja
Een wonderbaarlijke ontsnapping
Om 5:45 wachten we voor een vroeg vertrek van Vilcabamba richting Quito. Volgens onze reisleider Marco zijn we niet op vakantie maar op rondreis. Na twee politiecontroles arriveren we bij het vliegveld bij Loja. We hebben al tickets en een boardingpas dus kan er niets fout gaan. Tenminste dat denken we terwijl we wachten tot we naar de gereedstaande Fokker F28 kunnen. Hoewel we eerst nog vooraanstaan, mag een vrouw met een kindje als eerste weg. Dan moeten we plaatsmaken voor de lokale bevolking waarbij de hoofden worden geteld. Opeens wordt het dringen en als de helft van de groep buiten is, gaat een gewapende militair voor de uitgang staan die hij zojuist heeft afgesloten!
Mijn vrouw Bianca staat buiten, maar ik sta samen met Marco, vier andere groepsgenoten en diverse andere passagiers nog in de vertrekhal. Het lijkt alsof we niet meer mee mogen. De sfeer wordt gespannen. Ondertussen start het vliegtuig de motoren. Hij zal toch niet zonder ons vertrekken? Marco vraagt wat er aan de hand is. De militair loopt weg, een Zwitser trapt de deur open en we rennen naar de startbaan. Marco is nog steeds in discussie met een aantal officials.
Een groepslid komt terug want hij wil niet zonder zijn vrouw vertrekken. Een beambte probeert ons terug te krijgen in de wachtruimte. Ik besef dat ik Bianca’s paspoort nog heb, maar daarmee zwaaien heeft geen zin. Vlug geef ik het aan een groepsgenoot die wel aan de goede kant bij het vliegtuig staat. Even lijkt het er op dat Marco toch meemag. Dat hoop ik niet want zonder reisleider zal het moeilijker worden om in Quito te komen. We worden naar de vertrekhal teruggedreven en zien lijdzaam hoe ons vliegtuig langzaam taxiet en vervolgens opstijgt. Ik tuur het zo lang mogelijk na en hoop dat Bianca veilig overkomt.
Daar staan we dan. Onze groep is in tweeën gesplitst. Twaalf reisgenoten, waaronder Bianca, zijn op weg naar Quito terwijl wij met z’n zevenen in Loja achter zijn gebleven. Marco probeert diverse opties om ons toch naar Quito te krijgen. Optie 1 is een nacht overblijven en de volgende dag terugvliegen. De tweede optie is om gedurende een autorit van twaalf uur naar Quito te reizen. Maar een domper maakt dat die optie afvalt: op de wegen rond Quito is een opstand van indianen uitgebroken. Zij demonstreren tegen de regering.
Optie 3 is om naar Guayaquil te rijden en daar een vliegtuig te nemen naar Quito: een rit van negen uur. De kosten van het extra vervoer moeten door TAME, de luchtvaartmaatschappij, worden betaald. Er is weer slecht nieuws: door een staking is er geen openbaar vervoer mogelijk. We hebben alleen de keuze om achterin een laadbak van een pick-up over slechte wegen te hobbelen want onze eigen bus is al vertrokken.
Marco besluit om een slaapplaats te zoeken. Loja ligt op drie kwartier rijden van het vliegveld, daarom kiezen we voor een hotel vlakbij. Wij halen onze tickets voor de vlucht van de volgende dag en krijgen de garantie dat we zeker mee mogen. In een laadbak worden we naar Hosteria Bella Vista vervoerd. Dat blijkt een prima ommuurd hotel te zijn met een zwembad.
TAME heeft een nieuw aanbod: met een vliegtuig van Loja naar Guayaquil en dan per auto naar Quito. Dat wordt een rit van tien uur. No way. Onze familiekamer is comfortabel genoeg. Omdat we het aanbod afslaan, moeten we de kosten zelf betalen. 30.000 sucre per persoon, ongeveer € 5,50 dus dat valt mee. Volgens TAME mochten we vanwege klimatologische omstandigheden niet met de oorspronkelijke vlucht mee: het zou te warm zijn!?! In het vliegtuig was gezegd dat het toestel te zwaar beladen was en anders niet over de bergen zou kunnen komen. Ook geen geruststellende gedachte. Door zich te beroepen op deze omstandigheden hoeft TAME vanwege overmacht geen kosten te betalen.
We lunchen in het hotel met wat frietjes en een vage speklap. Gelukkig houden we daar niets aan over. Eerst moeten we met wat plaatselijke meisjes op de foto. Zij zijn kennelijk geen Europeanen gewend. Marco probeert te slapen en de rest hangt rond het zwembad. Toevallig heb ik mijn zwembroek aan, de rest van de bagage was al op weg naar Quito, zodat ik meteen een frisse duik kan nemen. Eigenlijk valt het best mee. Ik denk aan Bianca en hoop dat zij zich ook vermaakt. Op tv zien we dat El Niño gisteren heeft huisgehouden: delen van Guayaquil staan blank waaronder het vliegveld. Maar goed dat we daar niet naar toe zijn gegaan.
We dineren met kip en zoeken dan onze gemeenschappelijke kamer op. Gelukkig heb ik een wekker bij me, want we moeten om 5:45 op. De vlucht gaat namelijk al om 7:00 in plaats van 9:00. Daar kwamen we bij toeval achter anders hadden we die ook gemist. In onze slaapzaal hangt een sfeertje van een schoolkamp. Er worden flauwe grappen gemaakt en moe val ik in slaap.
We schrikken wakker. De elektriciteit is uitgevallen, maar uit mijn handbagage tover ik twee zaklantaarns tevoorschijn. Bij de uitgang blijkt het hek op slot te zitten. De eigenaar is nergens te bekennen en we moeten over het hek klimmen. Wanneer we er net overheen zijn, horen we een sleutelbos rammelen en opent de eigenaar de poort terwijl wij al aan de andere kant staan. Gelukkig is de pick-up op tijd en na een korte rit mogen we in de VIP-ruimte van het vliegveld wachten. Onder het genot van een drankje en wat chips doden we de tijd. We gaan als eerste het vliegtuig in en zoeken de kant op van de vulkanen. Ik ga aan het raampje zitten en bedenk dat ik na mijn hoogtevrees nu ook mijn vliegangst ben kwijtgeraakt.
In Quito rijden we naar het hotel waar de andere groepsgenoten staan te wachten. Ik word met mijn kersverse echtgenote herenigd, er wordt met rijst gestrooid en op de deur zit een spandoek met de tekst “Welkom thuis NBBS-ers, we gaan een feestje bouwen”.