Help straatkinderen: ga met een Nederlandse coach straatvoetballen in Medellín
Van het coachen van voetbalteams van de KNVB tot het coachen van straatkinderen in de buitenwijken van Medellín; het leven van Eddy Veldhuisen (48) nam een drastische wending tijdens een reis door Colombia. Nu, ruim dertien jaar later, combineert hij zijn werk als reisspecialist voor reisorganisatie Better Places met zijn eigen stichting: Straatkinderen Medellín. ‘Ik kwam er al snel achter dat de uitdaging om deze kinderen verder te helpen waardevoller was dan mijn rondreis.’
Ontmoet de surrogaatvader van Medellín: Eddy Veldhuisen. (Foto: Eddy Veldhuisen)
Wat zette jou ertoe om je eigen stichting op te richten?
‘Toen ik dertien jaar geleden begon aan een reis door Zuid-Amerika had ik voor mezelf een globaal schema opgesteld: een half jaar vrijwilligerswerk, en dan verder. Het project dat ik uitzocht richtte zich op de straatkinderen in het centrum van Medellín. Al na een aantal maanden merkte ik dat er verandering bij ze optrad. Bovendien werd mijn band met de kinderen steeds sterker. Dat halve jaar vrijwilligerswerk werd een jaar. En na een jaar besefte ik: teruggaan naar Nederland kan altijd nog. Dus ik bleef, om mijn werk met de kinderen voort te zetten, en uit te breiden.’
Hoe ging dat in zijn werk?
‘In feite komt het erop neer dat je kinderen kunt motiveren met hun passie. Voor veel straatkinderen is die passie voetbal – toevallig ook míjn ding. Het begon klein, met voetbalpartijtjes in het centrum. Het waren steeds dezelfde kinderen die kwamen opdagen. Ze kwamen uiteindelijk zelf met het idee om een voetbalteam te vormen en deel te nemen aan een officiële competitie. Eigenlijk was meedoen geen optie. Veel jongeren beschikten niet over identiteitspapieren en zonder papieren kon ik ze niet inschrijven. Per toeval kwam ik erachter dat er een organisatie was die een openbaar voetbaltoernooi organiseerde. De organisatie had een belangrijke sponsor in Nederland en daarom had ik een streepje voor. Via de KNVB wist ik oranje Nike-tenues te regelen – het moest natuurlijk wel een béétje Nederlands blijven – en de lokale overheid boog zich over het transport. Dankzij donaties kon ik voetbalschoenen kopen. In 2007 werden we met een jongensen meidenteam toegelaten tot het toernooi. Onze teamnaam was La naranja mechánica (de oranje machine). Meedoen vervulde de kinderen met trots. In plaats van bezig zijn met overleven, waren ze nu bezig met tegen wie ze moesten voetballen op zaterdag. Ik stelde toentertijd één voorwaarde: ze moesten naar school en in een vast tehuis verblijven. Bijna iedereen ging akkoord. Na een poosje zag ik dat ze zich positief ontwikkelden. En doordat ik de straattaal steeds beter beheerste, leerde ik over hun persoonlijke situaties.’
Met voetbal hebben we veel levens kunnen veranderen
Kun je hun situaties beschrijven?
‘Sommigen belandden op straat vanwege armoede of geweld. Anderen kregen thuis geen aandacht en moesten het zelf maar regelen. En weer anderen waren verslaafd aan de drugs. Van alles dus. Ik kan me nog herinneren dat ik dertien jaar geleden door het centrum liep, en dat de mango’s voor mijn neus uit de boom werden gegrist. Veel kinderen bedelden. Of ze liepen blootsvoets en in een oude spijkerbroek over straat, terwijl ze lijm snoven. Toen de stichting eenmaal up and running was, kwamen er ook kinderen uit andere tehuizen bij. Vaak werden ze naar ons toe gebracht, omdat hun moeder doodsbang was dat ze met jeugdbendes in aanraking zouden komen. Want een kind van elf, twaalf, dertien jaar, wil in ruil voor een ijsje best een pakketje van hier naar daar brengen.’
In plaats van bezig zijn met overleven, zijn de kinderen ze nu bezig met tegen wie ze moeten voetballen op zaterdag. (Foto: Eddy Veldhuisen)
Het ultieme doel is bijdragen aan een betere toekomst. Hoe realiseer je die?
‘Met voetbal hebben we veel levens kunnen veranderen. Maar met de stichting richten we ons niet alléén op voetbal. Muziek kan bijvoorbeeld ook een passie zijn, zo hebben we gemerkt. Inmiddels hebben we een cd uitgebracht waarop liedjes staan die door de kinderen zijn geschreven en gecomponeerd.Daarnaast zijn er al vijftien uitgaves van onze straatkinderenkrant. Deze krant staat vol met verhalen die door de kinderen zijn geschreven. Sinds anderhalf jaar hebben we onze eigen accommodatie, genaamd El Paradiso en gelegen in een buitenwijk. Het komt erop neer dat we nu méér ruimte hebben voor méér activiteiten. We bieden nu bijvoorbeeld Engelse les aan en ‘Lecto escritura’, waarmee we op ludieke wijze de lees- en schrijfvaardigheid van de kinderen proberen te bevorderen. Ons uiteindelijke doel is dat ze na de middelbare school en dus na hun achttiende allemaal doorstuderen. Door activiteiten als ‘Caminos al maximo’ te organiseren proberen we ze voor te bereiden op de toekomst. Dit houdt in dat ze vier keer per jaar naar een bijeenkomst gaan waarin wij hun horizon proberen te verbreden. Wie ben jij? Wat zijn je talenten? Wat wil je later worden?’
Wat gebeurt er na hun achttiende? Hoe voorkom je dat ze een terugslag krijgen?
‘Vaak hebben we te maken met kinderen uit tehuizen. Ze zijn het gewend om alles te krijgen: een bed, een douche, eten en toegang tot school. Op hun achttiende zijn ze volgens de wet volwassen en moeten ze weg. Maar eigenlijk kunnen ze nog niks. Wij zijn er bewust mee bezig om deze kinderen zelfstandigheid aan te leren. Nieuwe kinderen die instromen, zien bijvoorbeeld andere kinderen met een oranje uniform. Dat kunnen zij óók verdienen, maar alleen als ze drie maanden bij de stichting zijn aangesloten en ontwikkeling aantonen. Na zes maanden krijgen ze voetbalschoenen en na een jaar een tas. Als ze via ons iets willen bereiken, moeten ze er iets voor doen.’
We zouden bijna vergeten dat je ook nog werkzaam bent als reisspecialist. Welke plekken verdienen onze aandacht?
‘Medellín ligt in een vallei en is vrijwel volledig volgebouwd. Toch kun je de drukte eenvoudig ontwijken, door de hoogte op te zoeken. Ik ga zelf geregeld met de metrocable (kabelbaan) naar Parque Arví. In dit park, net buiten de stad, kun je mooie wandelingen, fiets- en paardentochten maken, en het uitzicht is fantastisch. Een andere fijne plek is Parque del Periodista. Dit parkje ligt net buiten het centrum en is geliefd onder de lokale bewoners. Eromheen liggen restaurantje en barretjes, waar je echt nog tussen de locals zit. Zelfs backpackers komen er niet. Een van de mooiste plekjes van heel Colombia is wat mij betreft Jardín, op 3,5 uur rijden van Medellín. De meeste toeristen blijven alleen in het dorp, maar dat is eigenlijk een gemiste kans. Ook de omgeving is het verkennen waard. Je kunt er gemakkelijk vier à vijf dagen blijven en op plekken komen waar zelden iemand komt. Je zit hier in het koffiegebied en kunt tochten maken naar watervallen, grotten en bergruggen. Een andere aanrader is Nuquí, aan de Pacific kust. De jungle komt er tot aan het strand. Het zijn dit soort plekken, in combinatie met de warme bevolking, die ervoor zorgden dat ik Colombia in mijn hart sloot.’
Ook jij als lezer kunt wat voor de straatkinderen betekenen. Zo kun je bijvoorbeeld vrijwilliger worden. (Foto: Eddy Veldhuisen)
Hoe kunnen wij en onze lezers bijdragen?
‘Via onze website straatkinderenmedellin.com kun je je aanmelden als vrijwilliger. Op 8 februari is de trekking van onze speciale loterij. Voor € 10 koop je een lot en ding je mee naar de hoofdprijs: een volledig verzorgde Colombiareis voor twee, gesponsord door Better Places en inclusief KLM-tickets. De opbrengsten gaan naar de aanleg van een veilige sport- en speelplaats.’ Zelf naar Colombia? Plan je rondreis via Better Places