Vuurland: overnachten in een openlucht museum
Vuurland: overnachten in een openlucht museum
Onze 4 weken rondreizen door het mooie en afwisselende Chili eindigen we helemaal in het Zuiden, op Vuurland. Vanuit Punta Arenas nemen we de veerboot over de Straat van Magellanes naar Porvenir, een plaatsje met 4500 inwoners op Chileens Vuurland. De overtocht met de Melinka is prachtig; onderweg zien we dolfijnen springen en een zeeolifant zwemmen. De wateren zijn hier heel voedselrijk, wat ervoor zorgt dat hier veel vogels, grote zeezoogdieren en pinguïns leven.
In Porvenir treffen we bij toeval 2 Chilenen, Christian en Pechuga, met een eco-adventure bedrijfje, die ons graag een paar dagen mee het binnenland in nemen. Christian, bioloog, spreekt een beetje Engels, en Pechuga, voormalig visser, alleen Spaans. Een bijzonder Engelsman, Olly, sluit ook aan, en met dit bonte gezelschap trekken we met een 4x4 de bush in. Spannend, waar komen we terecht?
De tocht gaat richting Rio Condor, een afgelegen plek op Chileens Vuurland. Het landschap begint kaal en heuvelachtig, met ontelbaar veel schapen en af en toe een guanaco. Het gebied doet ons een beetje aan Schotland denken. Tot het plaatsje Cameron, zo'n 3 uur rijden verderop, is de weg deels onverhard en af en toe erg hobbelig. In Cameron wonen 400 mensen en 20.000 schapen. De inwoners komen gemiddeld 2x per jaar in de bewoond wereld om inkopen te doen en zijn hier volledig op zichzelf aangewezen.
Christian waarschuwt ons dat de weg vanaf nu "very bad" wordt, en we zetten ons schrap. Hij heeft niets teveel gezegd. We rijden het dichte bos in en stuiteren van de ene kant van de weg nar de andere. Af en toe stoot je je hoofd of elleboog, of zit je opeens bij een ander op schoot. Soms denken we "nu kunnen we echt niet meer verder", maar met wat draaien en sturen lukt het Pechuga elke keer weer ons veilig door kuilen, modderpoeltjes, rivieren en over rotsen te loodsen. Ondanks deze 'survivaltocht' genieten we enorm van de omgeving; langs de kust zien we dolfijnen zwemmen en in het bos zien we veel guanaco's en wilde paarden.
Na 6 uur rijden over 200 km komen we aan bij onze "estancia" waar we de komende dagen zullen verblijven. Als we onze verblijfplaats zien zakt onze mond open van verbazing: we zijn aangekomen in een soort openlucht museum! We gaan 60 jaar terug in de tijd: we slapen in een afgelegen huisje, zonder elektra en zonder stromend water. Pallita, onze gastheer zonder tanden, en tientallen blaffende honden, verwelkomen ons. In de warme, antieke keuken drinken we koffie bij het enorme houtfornuis en krijgen we zelfgebakken broodjes. Dit is werkelijk uniek; we zitten hier 'in the middle of nowhere' en deze man neemt ons gewoon op in zijn huis. Van onze slaapkamer krijgen we spontaan de slappe lach; we slapen in 2 zwaar antieke bedden, omringt door prachtige oude, vieze meubeltjes. De badkamer bestaat uit een wc zonder doortrekker, maar met emmer water, en heeft uiteraard geen douche.
De omgeving is werkelijk prachtig. Het huisje ligt, samen met een hutje waar de schaapherder woont, verscholen achter een heuvel aan zee. Er zijn paarden, honden, katten en in de schuur hangen net geslachte schapen. Overal ligt nog bloed en hangen huiden te drogen.
Op het enorme houtfornuis maakt Pallita het typisch Chileense gerecht "cazuela de ave", een soort kippensoep met halve kippen en hele aardappelen. We eten met z'n allen in de keuken en voeren met handen en voeten, in gebrekkig Engels en Spaans, mooie gesprekken. Om een uur of 23.00u wordt het schemerig en wordt in de keuken een gaslamp aangestoken en in de slaapkamer een kaars. Als we eenmaal in onze warme slaapzakken zijn gekropen beseffen we pas echt op wat voor unieke plek we terecht zijn gekomen!
De volgende ochtend worden we veel te vroeg wakker gekukeld door een haan. We vertrekken al vroeg, bepakt met hengels en stukken schaap, in de 4x4 en stuiteren over de weg richting Rio Condor. We stoppen midden in het bos op een prachtige plek, waar ze een enorme hut gebouwd hebben, aan de rivier. Al snel staan we met een hengel in de hand langs de rivier en wordt het meegebrachte vlees aan een stok geregen en gegrild boven een groot vuur. Wat een geweldig gebied, we worden omringt door een ondoordringbaar bos en zien regelmatig wilde paarden langslopen. Ze drukken ons op het hart dat als we willen wandelen we langs de rivier moeten blijven, anders raken we de weg kwijt.
Als lunch eten we enorme stukken schaap met rijst. Christian vertelt over zijn acties tegen internationale organisaties die de bossen op Vuurland willen kappen. We zijn enorm onder de indruk van zijn verhalen en kunnen ons niet voorstellen dat iemand deze prachtige natuur zou kunnen vernietigen!
Als we aan het einde van de middag terug zijn bij de estancia zijn er juist 2 'gauchos' gearriveerd. Deze Chileense cowboys leven midden in de natuur, zijn volledig op zichzelf aangewezen en op een bepaalde manier ook volkomen contactgestoord. Ze vragen of we paard willen rijden. We hebben nauwelijks ervaring, maar vooruit dan maar. Er worden 3 honden het bos ingestuurd om 3 paarden te halen. Deze lopen gewoon los in het gebied rond het huisje. Al snel galopperen paarden op ons af en worden deze gezadeld. Als we op ons paard geklommen zijn vragen we toch een beetje angstig of er niemand met ons meegaat. "Welnee, de paarden kennen de weg", is het droge antwoord.
Best spannend, maar we laten ons niet kennen. Al snel rijden we met onze Engelse reisgenoot langs de kustlijn. De zon staat hoog aan de hemel, er is nauwelijks wind en vlakbij de kust zien we dolfijnen met ons mee zwemmen. We krijgen de smaak te pakken, en gaan zelfs in draf. Als het paard van mijn man begint te galopperen en hij schaterend van de lach, stuiterend op zijn paard, op de gauchos afrijdt, zie je ze denken: "wat een rare, grote man".
De dagen op Vuurland zijn onvergetelijk en vliegen voorbij. Konden we hier maar langer blijven...