Iquique (tussen woestijn en oceaan)
Iquique (tussen woestijn en oceaan)
De rit terug naar Arica verloopt voorspoedig.
Ik pauzeer kort voor Poconchile om de benen te strekken.
Boven me cirkelen een viertal gieren die als meeuwen reageren wanneer ik mijn laatste stukje brood niet meer lust en het dal in gooi.
Ik ga al uit me dak als ik de meeuwen voer op de boot naar Texel maar dit is een nog leuker spelletje.
Ook mijn tweede broodje eet ik niet op.
Het is rond 14.30u als ik Arica bereik.
Ik heb de keuze al gemaakt.
Met de twijfel nog niet helmaal uit mijn lijf zwaai ik naar de stad, tank bij de Texaco die eerder mijn redding is geweest en geef gas richting Iquique.
Het is zo'n 300km rijden naar deze stad die me vooral vanwege zijn ligging erg nieuwsgierig maakt.
Ik heb eigenlijk geen zin in het grote stuk woestijn maar geef me snel over als ik merk dat het landschap me weer pakt.
In Cuya pauzeer ik deze keer en schuif aan bij een kioskje waar de televisie aanstaat.
Kinderstemmengemopper klinkt achter me als blijkt dat ik met mijn lompe lijf voor het beeld sta.
Ik verontschuldig me terwijl een een man me stoicijns een flesje fanta overhandigd.
Het is alsof ik niet besta, ze komen hier immers dagelijks bijna 2 meter grote gringo's tegen...
Rond 18.00u wijst het bord langs de Panamericana Iquique aan.
Kort daarvoor stop ik bij een grote begraafplaats langs de weg.
Ver van alles liggen meerdere van dit soort dodenhoven langs de weg, vaak ontstaan in het begin van de 20e eeuw nabij de nitraatmijndorpen.
Van de dorpen resten vaak alleen nog wat wankele muren.
Op de begraafplaatsen staan honderden anonieme houten kruizen.
Alleen vooraan staan enkele gekleurde en verzorgde graven.
Het is luguber, dood in het doodste landschap op aarde en zelfs dat heeft zijn schoonheid.
Aan de kruizing van de Panamericana en de ruta 16 naar Iquique ligt het best overgebleven mijndorp van de streek.
Humberstone is ingericht als museum en laat een mijndorp zien zoals het er een eeuw geleden was.
Ik waan me in een westernfilm als ik door het doodstille dorp wandel.
Het sfeertje heeft iets magisch, iets van kom allemaal maar te voorschijn, maar het blijft stil.
De roestige resten van de saltpeterfabriek liggen aan het eind van het 1500 mensen tellende dorp.
Het stinkt er en ik krijg een sterk 'dit is niet gezond-gevoel'.
Op de veranda van het gemeentehuis anex school anex bank anex alles plof ik op een bankje.
De voeten op de ballustrade en de ogen half dicht geknepen.
Het piepen van de vlaggenmast en het holle gezoem van de wind door de roestige vaten rond het plein maken mijn fantasie compleet.
Voor 5 minuten ben ik de sheriff van Humberstone.
Vanaf het oude mijndorp is het nog een klein uur naar Iquique.
De beginnende avond maakt de lijnen op de zandduinen scherper terwijl het verkeer toeneemt.
Kort voor de op 800mtr hoogte gelegen buitenwijk 'Alto Hospicio' kom ik zelfs in een file terecht.
Zo iets na 20.00u gaan de arbeiders naar huis en krijg ik het forensisch woestijnverkeer cadeau.
Een voetgangersbrug en een busbaan geven een verrassend moderne indruk van deze wijk die er, afgelezen aan de nieuwbouwhuizen, nog niet zo lang staat.
De weg buigt naar rechts als de horizon zich plots verbreed.
Ver voor me zie ik het blauw van de oceaan.
Er ligt een grote diepte voor waar ik naast rokende dieselbakken langzaam op af rijdt.
Plots doemt onder me een geweldig panorama op.
De stad Iquique ligt ingeklemd tussen de oceaan de de 800mtr hoge zandbergen.
Het zicht op de stad is adembenemend en verdoofd me van ontzag.
Met opengesperde mond daal ik met de file mee langs een enorme zandduin richting de 300.000 mensen rijke habitat.
Ik wil terug om het uitzicht op me in te laten werken maar keren kan hier niet.
Gedwee volg ik de weg naar beneden.
Langs moderne, strakgemaaide rotondes, over de brede avenida richting ik weet niet waar.
Ergens in het centrum wil ik een hotel hebben.
Na 3 rondjes heb ik het eenrichtingsverkeer door en weet ik hoe ik bij het Plaza Prat moet eindigen.
Dit plein in het historische centrum lijkt me een mooie plek om de avond door te brengen.
Hotel Arthuro Prat is eigenlijk boven budget maar ik mag een cadeautje van mezelf.
Ik ben net 55 uur in dit land en ik heb nu al het gevoel een wereldreis afgelegd te hebben.
Het ligbad heeft een mini-strandje als ik al het woestijnzand van mijn lijf heb gespoeld.
De avondsiesta is kort en nadat ik alle televisiekanalen heb bekeken stap ik in mijn nette klovie het plein op.
Ik geniet van de rijkelijk verlichte Torre Reloj (klokkentoren) midden op het plein.
De gevel van het theater kleurt afwisselend rose, groen en oranje.
In een zijstraatje vind ik een aantal restaurantjes waar het goed toeven is.
De oude trambaan, inclusief wagon, loopt door het straatje heen.
Het is gezellig druk, de sfeer gemoedelijk, Iquique heeft haar best gedaan.
Het wordt een pizza en een hele grote cerveza op het terras waar het beste plekje voor mij is gereserveerd.
Een uur voor middernacht schuifelen stelletjes en families hand in hand voorbij terwijl een Spaanse gitaar op de achtergrond klinkt.
Korte engelse gesprekken met de ober wisselen de herinneringen van de afgelopen dagen af.
'Ik-kiek-het wel uit in Iquique', denk ik bij mezelf.
>> Wordt vervolgd. Zie mijn foto's en tip over Iquique voor meer info <<