Van strand tot sloppenwijk
Van strand tot sloppenwijk
Wereldberoemd is de Copacabana. De gelijknamige wijk, straat, boulevard en strand zijn iconisch. Hotels en appartementencomplexen volgen elkaar op aan de boulevard vanaf de stadszijde. Aan de strandzijde ligt de bekende met zwarte steentjes versierde vormen in de wandelboulevard. Hardlopers met ontbloot bovenlichaam gebruiken het pad om hun kilometers in de brandende zon, af en toe verlicht door een zucht wind, te maken. Ook wordt druk gefietst hier, eigenlijk de enige plek in de stad waar dit verantwoord mogelijk is. Op het strand is het niet druk deze doordeweekse ochtend. Slechts een handjevol mensen ligt onder de zon te genieten, om de paar minuten lastig gevallen door weer een verkoper van handdoeken, ijs of één of ander onzinnig stuk plastic speelgoed. Een verkoper afwimpelen leidt de komst van de volgende in. De aanwezige recreërende strandgasten zijn deels autochtonen. Kenmerkend is dat het niet uitmaakt of men slank of gezet is, weinig verhullende en strakke badkleding wordt gedragen. In sommige gevallen kan het een lust voor het oog zijn, maar wanneer de lagen overtollig lichaamsgeur over de randen van de badkleding gaat hangen ontstaat een mensonterende situatie. Koud is het zeewater van de Copa, de golven die het strand bereiken zijn bovengemiddeld van omvang. Met name het uitzicht op de boulevard, de bebouwing en de andere strandgasten, de aangename temperatuur met af en toe een zuchtje wind maken de Copa een prettig plaats om overdag te vertoeven. Zodra de duisternis valt veranderd de Copa. Er wordt sterk aangeraden om zelfs al voor zonsondergang het strand ( en de strandzijde van de boulevard) te verlaten door de komst van dealers, junks en bendes uit de favela's. Dit terwijl bijvoorbeeld de Spaanse stranden en boulevards in de avond en nacht juist het centrale punt van de drukte vormen.
Niet ver van de Copa en het andere populaire strand, Ipanema, feitelijk identiek qua verschijningsvorm als de Copa, ligt één van de grootste wijken van de stad, tegen een berg aangebouwd. Het betreft Rocinha, de bekendste en grootste favela van de stad, waar circa 100.000 cariocas wonen. Favela's, zelf spreekt men overigens liever over communities, zijn de sloppenwijken van Rio de Janeiro. In totaal zijn er verspreid over de stad circa 1.000 van. Het wordt absoluut ontraden om zelf deze wijken te betreden. Denk aan de film City of God (2002), alhoewel de geschetste situatie daarin enigszins overdreven is. Heden ten dage zijn een groot deel van de favela's gepacificeerd en is het mogelijk om georganiseerd met een gids een favela te bezoeken, hetgeen in eerste instantie een tour aapjes kijken lijkt te zijn. Niets blijkt minder waar. Ondanks dat de levensomstandigheden verre van optimaal lijkt, is de situatie beter dan tal van de huisvesting in andere stede in de wereld, neem bijvoorbeeld New Delhi, waar men echt in hutten zonder water en elektriciteit leeft en geen fatsoenlijke verharde ontsluiting aanwezig is. In Rocinha hebben de woonruimten water en elektriciteit, zij het zelf aangelegd of illegaal afgetapt. Men woont bijzonder klein met meerdere personen in niet al te hygiënische omstandigheden, ook al is er riolering aangebracht. Er begint zelfs een markt voor huur en verkoop van de huisjes te ontstaan. Het is namelijk bijzonder goedkoop leven in een favela; bewoners betalen geen lasten voor hun hokje en bovenal geen belasting. Dit maakt de iets meer luxere huisjes gewild, ook voor mensen die qua inkomen niet noodzakelijk in een favela zou hoeven te wonen. Rocinha kent een eigen centrum met een vestiging van Bob's Burgers, populair in Brazilië. Eigenlijk is alles hier wel te kopen in het chaotische middelpunt, waaronder zelfs vier pinautomaten en een bank. De bewoners worden ontdekt als nieuwe doelgroep die ook wat te besteden heeft en continue wordt beschermd door 700 agenten, die 24/7 op hun post zitten. Een positief betoog tot nu toe, vanzelfsprekend is er ook sprake van de keerzijde. Er zijn gevaarlijke delen waar de drugshandel hoogtij viert. Twee weken terug is een Duitse toerist, op zoek naar verdovende middelen, neerschoten in Rocinha, waar hij zelfstandig naar toe was getrokken en uiteindelijk in het gevaarlijke deel terecht kwam. Niet handig. Daarnaast zijn de huisjes langs de doorgaande weg, die meer weg heeft van een bochtig racecircuit, volgepakt met auto's van minstens 20 jaar oud, redelijk bereikbaar. Veel huisjes zijn hoger gelegen en aldus alleen per motor of te voet bereikbaar. De helft van de huisjes in Rocinha is uitsluitend per voet te bereiken en hooguit een vijfde per auto. Voor 2,5 reaal zijn binnen de wijk zijn taxi motoren actief. En om uiteindelijk met zijn zessen op 15 vierkante meter te wonen is niet ruim.
De bewoners ogen ook niet als halve zwervers, het is in de meeste gevallen niet meteen qua uiterlijk, kleding en verzorging zichtbaar dat het een favela bewoner betreft. Het is wel een gemeenschap, hetgeen zichtbaar en merkbaar is. Families wonen boven elkaar, voor een nieuwe generatie wordt een nieuwe verdieping gebouwd. Voorzieningen zijn aanwezig, eigen scholen en zelfs een ziekenhuis. Feitelijk is Rocinha gewoon een primitieve stad binnen de stad. Onder begeleiding kan de wijk geheel veilig worden bezocht. De vrouwelijke gids houdt de groep echter strak bij elkaar, de vrije bewegingsruimte is hooguit enkele meters. Ook worden de in redelijke staat verkerende stukken verkend, de echte ellende aan de bovenzijde van de berg blijft aan het oog onttrokken. Er heeft een duidelijke filtering plaats gevonden wat wenselijk is om aan de buitenwereld te tonen. De tegenstelling is bijzonder groot; om in Rocinha te geraken moet eerst de duurste wijk van de stad worden gepasseerd, waar grote huizen, omgeven door van beveiliging voorzien forse hekwerken, de standaard zijn. Desalniettemin geeft het inzicht in een fascinerend onderdeel van deze bijzondere stad.