Noordoost Brazilie

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Noordoost Brazilie image

Leven als een beroemdheid in Teresina

Noordoost Brazilie
Brazilië
Jelledebont

Leven als een beroemdheid in Teresina

Bij Brazilië denk je al snel aan witte stranden, schaars geklede dames, voetbal, samba, Caipirinha, dikke billen en carnaval. In het grootste land van Zuid-Amerika is genoeg te zien en te doen, maar de allerbeste reden om dit land te bezoeken, is om in contact te komen met de Brazilianen: De meest vriendelijke en gastvrije mensen die ik ooit heb ontmoet. En waar kun je dat nu beter ervaren dan in één van de minst toeristische steden van Brazilië?

Zo ben ik inmiddels twee maal in Teresina, de hoofdstad van de Braziliaanse noordoostelijke deelstaat Piauí, beland. Qua inwoneraantal zo groot als Amsterdam, qua internationale bekendheid misschien zo klein als een gemiddeld Limburgs dorp, heeft deze stad een enorme indruk op mij weten te maken. Mijn eerste bezoek was in de herfst van 2010, toen ik besloot voor twee maanden door Brazilië te reizen. Ik begon mijn reis in het prachtige Rio de Janeiro, waar ik na tien dagen met pijn in mijn hart afscheid moest nemen van het strand in Copacabana, de feestjes in Lapa en de adembenemende uitzichten vanaf Pão de Açúcar en Cristo Redentor. Maar toen wist ik nog niet wat mij een kleine week later in het noordoosten van het land te wachten stond.

Ik had besloten Teresina aan mijn reisroute toe te voegen, omdat Filipe, één van mijn vrienden, er woonde. De eerste avond daar stelde hij me aan iedereen voor. En dan bedoel ik niet zoals dat in Nederland gaat, waar je elkaar de hand schudt, elkaars naam direct vergeet, je omdraait en weer verder gaat met waar je mee bezig was. Integendeel. Hier in Teresina leken de vrienden van Filipe te staan popelen een gesprek met mij te beginnen. Iedereen was op de hoogte van mijn komst, en het voelde alsof iedereen zijn schema had vrijgemaakt om mij te ontmoeten. Velen trakteerden me op een biertje en wilden met me op de foto. Ik werd nog net niet om een handtekening gevraagd.

Nog nooit heb ik me zo welkom gevoeld als in die ene week in Teresina. De vrienden van Filipe, die ik nu ook mijn eigen vrienden mag noemen, wilden met me lunchen, nodigden me uit voor feestjes en lieten allerlei andere activiteiten vallen om hun tijd in mijn bijzijn te spenderen. Eerst dacht ik dat het een overtrokken beleefde vorm van gastvrijheid betrof, maar toen de interesse en vriendelijkheid gedurende de week maar niet minder werd, begon ik mij te realiseren dat de belangstelling en gastvrijheid voor honderd procent gemeend was. Filipe legde mij uit dat dit kwam doordat toeristen hun stad altijd overslaan, er niet eens over nadenken een bezoek te brengen, en als ze al in de buurt komen, slechts geïnteresseerd zijn in de kuststeden São Luís en Fortaleza.

Teresina ligt vier of vijf uur van de kust, een grote stad in een verder dunbevolkt gebied, waar het altijd snikheet is zonder ook maar een briesje wind. Ook ik moest toegeven dat het niet aantrekkelijk klonk. Maar als er dus ooit eens iemand per ongeluk in hun stad belandt, is het voor de lokale bevolking meer dan interessant om met diegene in contact te komen en hem of haar een zo goed mogelijke tijd voor te schotelen. Om precies die reden pretendeert Filipe zo af en toe eens een toerist te zijn, om op die manier meer aandacht op zich te vestigen. Zijn slechte Engels, het Braziliaanse uiterlijk en zijn subtiel gekozen alter ego Philip McLovin’ werken hem hier echter in tegen, dus valt hij geregeld door de mand. Zijn stadgenoten zijn natuurlijk ook niet achterlijk. Ik daarentegen, met mijn Nederlandse houterigheid, gebrekkige kennis van het Portugees en te blanke uiterlijk, hoefde niets te pretenderen en werd, door gewoon mezelf te zijn, overladen met oprechte belangstelling.

Daarom besloot ik ruim twee jaar later nog eens terug te keren. Met hetzelfde enthousiasme als ik die eerste keer was onthaald, werd ik ook nu weer ontvangen. Dit keer bleek ik ook nog eens precies op het beste moment van het jaar te zijn aangekomen, namelijk een week voor carnaval. Voor het grote Braziliaanse carnaval trekken de inwoners van Teresina in groten getale naar de kust, waardoor in de stad weinig te beleven is. Om dat te compenseren, wordt jaarlijks een enorm precarnavalsfeest gevierd. Heel de stad gaat de straat op, verkleed in kleurrijke kleding en bewapend met liters drank, om vervolgens van ’s morgens vroeg tot laat in de nacht te dansen, feesten en flaneren. Het Guinness Book of Records betitelt dit evenement zelfs als de grootste straatparade ter wereld.

In februari 2013 had ik het genoegen erbij te mogen zijn. Ik heb er mijn ogen uitgekeken en mijn stem weggelachen. Een plaatselijke journaliste wilde mij zelfs nog onderwerpen aan een interview, omdat ze het zo bijzonder vond dat ik, als Nederlander, zomaar in haar Teresina feest kwam vieren. Want het mag dan de boeken in gaan als de grootste straatparade ter wereld, over het algemeen doet alleen de lokale bevolking eraan mee. Het zou mij niet verbazen als de Carioca’s in Rio de Janeiro zelfs niets van het bestaan ervan weten.

Een dag later, in het vliegtuig naar São Paulo, kwam ik naast een jonge moeder met haar vijfjarige zoon te zitten. We raakten in gesprek. Zij kwamen uit Teresina en waren op weg naar de vader van het jongetje, die een baan in het grote São Paulo had gevonden. Ik vertelde dat ik uit Nederland kwam en in Brazilië aan het reizen was. Toen zij ontdekte dat mijn Portugees van een dramatisch laag niveau was, stapten we over op het Engels. Het jongetje tussen ons in keek mij gedurende enkele minuten gefascineerd aan, waarna hij zich tot zijn moeder richtte en haar met een brede glimlach vertelde dat hij zich de gelukkigste persoon op aarde waande. Op de vraag van zijn moeder waarom hij dan zo gelukkig was, keek hij mij aan en antwoordde: “Omdat ik in het vliegtuig zomaar naast een Nederlander zit.”