Iguazu
Brazilie rondreis: Pantanal en Iguazu
Cuiaba is een moderne grote stad met een even moderne (Amerikaans aandoende) sky line. Het is 46 graden als we aankomen, dat belooft wat. We kunnen het nauwelijks geloven, maar de thermometers geven het toch echt aan. We verlaten de stad snel en gaan op weg naar het natuurgebied Panatanal. Dit nog ongerepte natuurgebied in West-Brazilie, dat ook nog net over de grenzen van Bolivia en Paraguay heen loopt, is 7 maal Nederland. Het loopt ieder jaar gedurende een half jaar onder water. Als het water zich terugtrekt blijft een deel van het water staan. Het is dan ook een watergebied bij uitstek. Daarmee is het tegelijk ook een waar vogelparadijs. Veel water is immers veel vis.
Een opvallende vogel hier is de Jabiru, een soort ooievaar met een zwarte kop en een vuurrode band om zijn hals, 1,5 m hoog. Hier komen meer dan 600 vogelsoorten voor, en er leven miljoenen kaaimannen. En de capibara, een enorme marmot-achtige, tot wel bijna een meter groot. Sommigen noemen het het laatste ongerepte natuurgebied ter wereld. We hebben het niet goed kunnen beoordelen. Het was een leuk onderdeel van onze rondreis door Brazilië, maar het is ons eerlijk gezegd ook wat tegengevallen. Het was vrij koud en zwaarbewolkt weer, na de 46 graden van de dag van aankomst sloeg een koudegolf toe. Zuidenwinden voerden vanaf Antarctica erg koude lucht aan, een fenomeen wat hier vaker voorkomt. We zaten ook niet te diep in dit immense gebied (slechts 60 km van de aan de noordrand gelegen stad Cuiaba). Om dit mooie gebied echt goed te ervaren moet je er volgens ons toch een stuk dieper in. En er zeker wat langer blijven. Het verblijf op een haciënda was goed. Niet al te luxe, wat kleine, kamertjes, maar in de omgeving van de haciënda hebben we mooie wandelingen gemaakt. Tweemaal zijn we met een bootje door dit gebied gevaren, we hebben redelijk wat vogels gezien, maar o wat was het koud aan boord!! Op de terugweg naar Cuiaba zien we een enorme kudde vee, aangevoerd door echte cowboys. Een leuk gezicht. De Pantanal is naast een natuurgebied ook een veeteelt-gebied.
Vanuit Cuiaba vliegen we via Sao Paulo naar Foz do Iguazu, in het zuidwesten van de staat Parana, gelegen op het drielandenpunt Brazilie, Paraguay, Argentinie. Doel is niet de stad zelf (een lelijke, vrij grote en wat grauwe stad van 600.000 inwoners), maar het nabijgelegen wereldwonder, de watervallen van Iguazu. Dit zou een hoogtepunt moeten worden en het zou voor ons meer dan een hoogtepunt blijken te zijn. Zelden hebben we zoiets indrukwekkends gezien. Het is bijna niet te geloven dat zoiets bestaat.
De Iguazu rivier stroomt met donderend geraas een veel geweld van het hoog gelegen land naar beneden, het dal van de Parana rivier in. Wat je hier ziet, zijn 275 watervallen met daartussen tropische vegetatie en rotsen over een breedte van enkele kilometers. Tezamen vormen zij misschien niet de grootste, maar in ieder geval de breedste waterval ter wereld. En wat ons betreft, zeker de mooiste. Hier vallen de Victoria Falls en de Niagara Falls, toch ook niet mis, bijna bij in het niet. Wat we hier twee dagen beleefd hebben, is eigenlijk nauwelijks goed te beschrijven.
Omdat de Iguazu Falls op de grens van Brazilie en Argentinie liggen is er ook een Braziliaanse en Argentijnse kant. Vanaf de Braziliaanse kant heb je het mooiste uitzicht, of liever gezegd: het mooiste overzicht, omdat je Argentinië in kijkt, waar 90% van de falls liggen. Het Argentijnse deel is een nationaal park, groter, uitgestrekter en wel iets mooier. Je kunt hier een hele dag, meerdere dagen zelfs, wandelen in het subtropische nationale park. Langs en tot vlakbij de watervallen. Er zijn goede wandelpaden, waarbij je steeds langs en boven het water loopt. Het spectaculairst zijn de lange aangelegde loopbruggen en platforms van metaal (metalen rasters) die over het water lopen tot vlakbij de Garganta do Diablo, de duivelskeel. Staande op het platform boven de duivelskeel hou je niets droog en ben je onderdeel van puur natuurgeweld en een oorverdovend lawaai. De blik naar beneden is spectaculair.
We wandelen hier de hele dag, maken ook nog een jeepsafari. Prachtige subtropische flora om ons heen. We worden zelfs gewaarschuwd voor poema’s, maar helaas laten die zich niet zien. We gaan aan boord van een bootje, zwemvest verplicht om en dan scheurt de boot richting de plaats waar de watervallen naar beneden donderen. Je komt er vlakbij en net als je denkt dat je verzwolgen zult gaan worden, keert de boot met een scherpe bocht en racet weg. Dat doet hij een paar keer. Door en door nat en ons adrenalinegehalte is even erg hoog!! Niet te missen dit, spectaculair! Datzelfde geldt voor de helikoptervlucht die we de dag er voor vanaf de Braziliaanse kant hebben gemaakt. 15 minuten boven het uitgestrekte groene landschap met een prachtig zicht van alle kanten op al dit water. Ook dit was een belevenis van de eerste orde. Boven de watervallen is altijd een regenboog te zien.
De Braziliaanse kant is wat toeristischer. Het is kleiner dan het Argentijnse deel, dat zo uitgestrekt is dat daar de vele toeristen vanzelf oplossen in het grote gebied. Aan de Braziliaanse kant is het wat meer dringen en zijn zelfs de neusbeertjes “verpest” door het toerisme, ze zijn erg brutaal. Maar zoals gezegd, vanaf hier is het uitzicht wel het mooiste. We hadden ook geluk met het weer. Het is eigenlijk winter, en dus zijn de temperaturen aan de lage kant: zo’n 22 gradenmaar wel een strakblauwe lucht. In de zomer is het vochtiger, dus slechter zicht met bijzonder hoge temperaturen.
Lang tijd om bij dit wereldwonder stil te staan hebben we niet. We gaan verder. We gaan naar Rio!!!