De mijnen van Potosi en dan door naar Sucre
De mijnen van Potosi en dan door naar Sucre
Vandaag gaan we naar de mijnen, de Cerro Rico. Hoewel deze helemaal aangevreten is en duizend keer meer gaten bevat dan de luchtigste gatenkaas, wordt hij nog altijd geëxploiteerd. Vandaag de dag zijn er niet minder dan 120 mijnen in de Cerro Rico. De coöperaties stellen zo'n 6000 mijnwerkers te werk. Deze mijnwerkers dalen af in de mijnen wanneer zij het willen. Iedereen is verantwoordelijk voor de productie, maar niet iedereen krijgt hetzelfde loon. We worden om 8.15 uur opgehaald met een busje. Voor 10 personen is het al heel erg krap. Zelfs ik met mijn korte beentjes pas niet tussen de stoel voor me. We rijden naar een huisje waar we allemaal beschermende kleding aankrijgen. Een broek, jas, helm, laarzen en een zakdoek om voor je mond te knopen. Deze zakdoeken moeten we kopen maar dan steun je daarmee meteen de gidsen die ons de mijn innemen. Als we alles aan hebben gaan we verder met het busje naar een winkel en een markt om cadeautjes te kopen voor de mijnwerkers zowel in de fabriek als in de mijn. Als eerste gaan we in een fabriek kijken. Het stinkt er verschrikkelijk dus de zakdoek komt al goed van pas. We bekijken diverse stadia van het proces en dan gaan we op weg naar de mijn. Bij Cerro Rico aangekomen mogen we direct naar binnen. De lampjes op de helm worden aangemaakt en daar gaan we in ganzenpas de tunnel in. Het is wel uitkijken geblazen. Overal hangen kabels en sommige stukken zijn heel erg laag. Na een 100 meter moeten we ineens aan de kant omdat er een treintje langs moet. Het gaat ontzettend snel en als het voorbij is kunnen wij ook weer verder. Na nog wat door de mijn gekropen te hebben komen we bij een soort grot. Hier staat El Tio, een duivelse heilige voor de Spanjaarden, maar beschermheilige van de mijnwerkers. Ook staan hier nog andere beschermheilige. De mijnwerkers schenken aan deze figuren cocabladeren, alcohol en sigaretten. Alle mijnwerkers gaan voordat ze aan het werk gaan eerst langs bij El Tio. Ook is er in de ruimte een klein musea ingericht met materialen en stenen. Dit alles is op level 1. In totaal kun je tot level 3 maar ik vind het meer dan genoeg geweest. Met een gids worden we weer naar buiten begeleid. Daar moeten we wachten op de bikkels die nog door zijn gegaan naar level 2 en 3. Buiten is er ook nog van alles te zien. Alle mijnwerkers hebben een soort ruimte waar ze de spullen en kleding in kunnen opbergen. Diverse malen gaat er een deurtje open en dicht. Soms laat een van de mijnwerkers zo'n deurtje openstaan en ik neem daar meteen dankbaar gebruik van om even binnen te spieken. Overal ligt rotzooi op de grond en het is er ook heel erg donker. Na een tijdje komen de laatste drie ook naar buiten en laat onze gids nog even zien hoe een explosief werkt. Op gepaste afstand wordt het ding in de grond gestopt en aangestoken. Het duurt dan 5 minuten voordat het explodeert. Het is een enorme knal. Dan wordt het weer tijd om terug te gaan. We gaan eerst weer onze spullen terugbrengen bij het huisje alvorens we terug gaan naar ons hotel. We gaan eerst allemaal onder de douche om de geur en de stof van ons af te spoelen voordat we weer iets anders gaan doen. We spreken af om 2 uur en gaan dan eerst maar eens lekker koffie drinken en iets eten. Om 3 uur begint er een Engelse rondleiding in Santa Teresa, een karmalietenklooster waar elke 2e dochter van iedere rijke Spaanse familie en adel met 15 jaar naar toe werd gestuurd en kwamen hier niet meer uit. Nu kunnen ze zelf kiezen of ze het klooster in gaan of niet. Op dit moment zaten er maar 8 nonnen in het klooster. Het klooster werd tussen 1685 en 1692 gebouwd. We moeten door prachtige kamers rondgeleid met diverse schilderijen, altaren en handwerkstukken. Ook waren er 2 tuinen waarin in 1 van deze tuinen een appelboom van 400 jaar oud stond. Hij moest wel gestut worden maar er stond alweer bloesem aan dus ook appels. In de andere tuin stond een pruimen, een kersen en een appelboom. De rondleiding duurde ongeveer een uurtje en als deze afgelopen ik kan ik mooi even naar het postkantoor en internetten. Vanavond gaan we eten in een restaurant waar ook een live band speelt. Het is heel erg gezellig. De band is leuk en natuurlijk moest er weer gedronken worden. Toen de band afgelopen was gingen de muzikanten bij onze reisbegeleidster zitten. De bandleden vragen of wij ook bij hen willen komen zitten en pakken opnieuw de instrumenten en beginnen weer te spelen. Uiteindelijk is het 3.00 uur 's nachts en vertrekken we naar het hotel. Om 7.00 uur is het weer dag.
We ontbijten en gaan dan weer met de bus naar Sucre. Het is maar een paar uurtjes rijden dus ik probeer nog wat slaap in te halen. In Sucre aangekomen zetten we de spullen op de kamer en dan gaan we de plaats verkennen. We lopen een weg op naar boven. Ik dacht tijdens de reis toch wel een beetje conditie op gedaan te hebben maar dit is geen pretje. Ik moet onderweg wel een paar keer stoppen om op adem te komen. Wel had ik niet een van mijn beste schoeisel aan, slippers. Dit was niet makkelijk. Boven aangekomen, komen we uit bij de mirador van La Ricoletta. Vanaf de mirador heb je een geweldig uitzicht op de stad. Iets lager ligt Café Mirador waar we lekker iets gaan eten en drinken. Na de lunch gaan we onderweg naar het Textielmuseum. Onderweg vinden we nog een leuk restaurant waar we plaatsen reserveren zodat we er 's avonds kunnen gaan eten. Het textielmuseum is mooi en overal hangen met de hand geweven doeken. Ook zitten er twee mensen nog te weven.