Potosi
ZOUT, ZOUT, ZOUT en UNIEKE VERGEZICHTEN
Moe, maar voldaan en met rode koontjes zit ik in een donker internetcafe in Bolivia. Als Andesland bij uitstek steekt Bolivia met zijn hooglanden ver boven zijn buurlanden uit. Hoewel het grootste deel van de inwoners op deze hooglanden woont, is van overbevolking bepaald geen sprake; onderweg over de desolate Altiplano ben ik voornamelijk kuddes lama's tegengekomen. Vooral op de hoogvlaktes van de Andes leeft men nog vaak op zeer traditionele wijze. Bolivia behoort tot de meest oorspronkelijke landen van Zuid Amerika, met een bevolking die nog grotendeels van Indiaanse oorsprong is. De invloeden van de Indiaanse cultuur zijn hier ook nog duidelijk zichtbaar in het dagelijks leven.
Na een bijzonder, buitengewoon mooie, maar ook vermoeiende reis ben ik weer terug in afgelegen dorpje Uyuni. Maandagochtend om half 5 ging in een mooie kamer in Salta de wekker. Iets voor 5 uur was de taxi er al. Wat een wonder, te vroeg gewoon, hier was ik niet vanuit gegaan. Ik had zelfs geen tijd meer om mijn kop koffie, met wolkbreuk melk, op te drinken. De taxichauffeur (lees broer van degene bij wie ik de tour heb geboekt) is zeker een half uur samen met mij op het station op de bus blijven wachten. Gaf wel een veilig gevoel om een politie-agent naast me te hebben. Naast zijn eigen werk, helpt hij zijn zus af en toe wat. Na een erg lange busreis, in la Quiaca, het dorpje aan de grens met Argentinië en Bolivia beland, waar ik samen met Gabriella werd opgevangen. Wat een wereld van verschil vergeleken met Argentinië en Chili. De grens bestaat uit een brug, dus op het gemakje er overheen gelopen, spullen gedropt en toen toch maar weer teruggelopen voor de stempels. Dat dat zomaar kan zeg.
's Middags met de trein verder, naar Uyuni. Lekker op elkaar geplakt en bezweet, de ventilator had er niet veel zin in, kon de tocht beginnen. Hortend en stotend ging de trein meestal vooruit, soms stopte 'ie, maar regelmatig ging ie ook achteruit verder! Ik vond het dan ook niet vreemd dat we uiteindelijk drie uur vertraagd waren, uiteindelijk pas om half 3 op het station in het afgelegen dorpje Uyuni aankwamen. Pap en mam wees gerust, er zaten heel veel andere backpackers in de trein en we werden wederom netjes opgevangen. In Uyuni hangt een wildwestsfeer, met een koude wind die door de stoffige straatjes waait. 's Avonds was het koud en kan het ook flink vriezen.
Dinsdag kon de 'echte' excursie beginnen, een driedaags jeepavontuur naar Salar de Uyuni. Op naar de immens grote oogverblindende witte en kilometerslange zoutvlakte. De grootste zoutvlakte ter wereld, met zinsbegoochelende vergezichten, die vanuit de verte wel op een grote ijspiste lijkt. Het gebied tart elke beschrijving. Gestolde lavastromen, grillige rotsen, warmwaterbronnen, gekleurde meren en de eindeloze surrealistische zand-en zoutvlakten geeft je een gevoel van tijdloosheid. Supermooi en gelukkig hadden we ook goed weer. Weliswaar af en toe wat frisjes door de wind.
Midden op het zoutmeer ligt een vulkanisch 'eilandje' Isla Pescado, waar op onverklaarbare wijze talloze metershoge cactussen zijn ontsproten. Aan de rand van het zoutmeer ligt de 5400 meter hoge Tunupavulkaan. Onderweg door de 'Pampa Colorada', de rode woestijn, hebben we door de Valle de las Rocas gelopen. Daar zijn vulkanisch gevormde rotsen in allerlei bizarre vormen.
Het was een bijzondere ervaring om in een zouthotel te slapen, het koelde er wel snel af en het licht brandt alleen van 8 tot 10 uur 's avonds, maar dat heeft dan wel weer wat. Helaas werd ik 's nachts wakker met een uit elkaar knallend hoofd (vooruit zo voelde het), de cocathee en cocablaadjes die ik van de gids kreeg mochten helaas niet baten. Na een keer of vier de jeep te hebben laten stoppen, ben ik toch naar een arts gegaan. Een typisch gevalletje van hoogteziekte en ik zie nog steeds een blauwe plek boven mijn bil. Gelukkig zit ik nu niet meer op ongeveer 4000 meter hoogte en voel ik me ook weer beter.
Ook al voelde ik me niet echt top, het was een enorm mooie tour, met schilderachtige landschappen. Volgens mij heeft Claude Monet hier nog een penseelstreek neergezet. Het mineraalrijke water trekt flamingo's aan die fier rechtop staan in het ijskoude water. Verder zijn er vulkanen en in het thermisch gebied van Sol de Manana hebben we 's morgens vroeg de befaamde spuitende El Tatio geisers, pruttelende modderpoelen en thermale baden gezien. Gekleurde bergen en wonderbaarlijk gekleurde meren zoals Laguna Verde en Laguna Colorada. Aan de voet van de 5960 meter hoge vulkaan Llicacabur ligt de Laguna Verde, met mineraalrijk, prachtig blauwgroen water. Laguna Colorada, een meer met prachtig rode kleur, ligt op 4278 meter hoogte in het Reserva Nacional Eduardo Avaroa. Ik zag zelfs staan dat er gestemd kan worden op Laguna Colorado, als nieuw wereldwonder. Zo mag je het zeker noemen!