Bolivia
In de bus door Bolivia...
De lokale bus bleek een tijdmachine.
Omringd door lange rokken, vlechten, bolhoeden en zakken wol reden we terug in de tijd door het Boliviaanse platteland. Geen machine te bekennen, de industriële revolutie nog onbekend.
Uren sleepten voorbij over stoffige wegen. Zoveel land, zo weinig mensen.
Een onwrikbaar berglandschap, haast onbegaanbaar.
Grauw en grijs, bedekt onder een laag stof. Alsof het een waarschuwing is: 'hier is niets te zoeken..'.
De natuur lijkt het te hebben gewonnen van de mens.
Hier en daar doet men verwoedde pogingen een bestaan op te bouwen.
Is het een strijd of een samenwerking met de natuur?
Het geheim lijkt te zijn om alle elementen te accepteren en onderdanig iedere kans te benutten die de aarde geeft.
Geen gezeur over het weer maar het ondergaan. Overleven.
Lemen bakstenen drogen in de zon, misschien dat het achtermuurtje over een paar weken dan toch gezet kan worden..
Twee ossen trekken langzaam een ploeg vooruit, de zware balk leunt in hun nek terwijl ze gestaag het land bewerken.
De boer lijkt er minzaam achter te lopen, hij geeft zich over aan het moment.
Geduld, in de volle betekenis van het woord.
In de verte balkt een ezel, bijna overstemd door de rochelende bus doorsnijden zijn uithalen het landschap.
Op het land binden vrouwen torentjes van stro. Kinderen doorstaan iedere beweging, hangend in een doek op hun rug.
Zij leren al zo vroeg zich in te schikken in een situatie. Leven zonder keuze en toch lijkt het zo vreedzaam, zo oprecht.
Een zwaar bestaan maar het leven lijkt op zijn plaats te vallen.
Een vrouw kijkt glimlachend op als we voorbij rijden. Ze tilt kromgebogen een enorme zak aardappelen naar de markt.
De mens is nog zoveel sterker dan we denken.
Een bestaan in dezelfde wereld waarin wij leven. Haar wereld zo groot als de weg van het land naar de markt.
Urenlang keek ik mijn ogen uit.
Totdat de ruiten te vol zaten met stof en mijn hoofd te vol met indrukken.