Zwemmen tussen de krokodillen
Zwemmen tussen de krokodillen
Wat hebben ze nu weer uitgevreten? Zijn ze helemaal gek geworden? Nee, hoor dat valt wel mee. Maar we hebben in Noord-Bolivia wel tussen de krokodillen gezwommen. Al moet ik eerlijkheidshalve toegeven dat Mats echt gezwommen heeft en dat ik toch ook wel heel stoer vijf minuten tot aan mijn nek in het water heb gestaan. Maar toen de krokodil enigszins begon te bewegen, wist ik niet hoe snel ik weer het bootje in moest klimmen. En eigenlijk was de naam van het avontuur: zwemmen met dolfijnen. En die krokodil hoorde daar eigenlijk niet te zijn.
Want volgens de gids begaven deze twee beesten zich niet in elkaars territorium. Maar het belangrijkste nieuws was toch wel dat de alligators geen mensen aanvallen. En toen werkelijk waar iedereen in het water lag, inclusief alle gidsen en het dochtertje van een gids van vijf jaar oud en de krokodil geen poot verroerde, tja, toen begon ook ik stiekem te geloven dat ze eventueel, misschien wel gelijk hadden. Maar stel nou, dat nou net vandaag die krokodil zijn dag niet had of plotseling toch opeens een smaak voor mensenvlees had ontwikkeld... Held op sokken dus.
Vliegen in een sigaar
Eigenlijk waren we helemaal niet van plan om naar Rurrenabaque in het Amazonegebied af te reizen. We gaan straks tenslotte nog voldoende avonturen beleven in de Amazone in Noord-Peru, Brazilië en Suriname. Maar toen we in La Paz twee overenthousiaste Duiste toeristen tegenkwamen die vertelden dat Rurrenabaque werkelijk het hoogtepunt van hun reis was, besloten wij toch ook maar deze kant op te gaan. De busrit La Paz-Rurrenabaque is 18 uur over onverharde wegen stuiteren, dus gaven we dit keer de voorkeur aan een vliegtuig die in drie kwartier de afstand overbrugde. Ik moest wel even slikken toen ik het kleine vliegtuigje zag (volgens Mats net een sigaar) waar maximaal 20 personen inkunnen. Vanaf mijn stoel kon ik zo de cockpit inkijken en kon ik me bij elk piepje en biepje afvragen of er misschien iets mis was. We hadden werkelijk een geweldig uitzicht over Mount Potosi, de hoogste berg van Bolivia, en ook de landing op een landingsbaan van zand (!!) was zeker spectaculair. Toch was ik blij toen ik weer veilig met twee voeten op de grond stond. Het slechte nieuws: morgen moet ik nog een keer...
In Rurrenabaque was het heet. Zeker 30 graden. Het zweet gutste meteen van onze hoofden af en de rest van de dag hebben we niet heel veel meer gedaan. Een beetje hangen in een hangmat en ons verbazen over de Israelische invasie in dit dorpje. Niet normaal meer, het leek wel een plaag. Overal zag je groepen Israeli´s en ook de menu´s in het restaurant waren in het Hebreeuws. Hadden we iets gemist? Ja, inderdaad. In 1985 is een Israëlier hier verdwaald in de jungle en hij is toen gered door een lokale man. De Israëlier schreef hier een boek over, wat een best seller werd. Met als gevolg dat jonge Israëliers naar Rurrenabaque begonnen te reizen om te zien waar het verhaal zich had afgespeeld. De redder in nood zag hier wel brood in en startte de eerste tourorganisatie in dit afgelegen plaatsje. En de Israëlier heeft om die reden nog steeds een apart plekje in de harten van de mensen hier. De meeste gidsen spreken dan ook Herbreeuws! Volgens mij heb ik wel eens verteld, dat alle Israëliers gaan reizen nadat ze in het leger zijn geweest. Jongens en meisjes zijn dienstplichtig. Voor veel jongens en meisjes is dit de eerste keer dat ze hun land verlaten en vaak willen ze ook vluchten voor hun soms traumatische ervaringen in de oorlog. De Israëliers die je hier tegenkomt zijn jonge, hippe Westerse mensen. Een beeld dat totaal niet overeenkomt met de beelden die wij op het journaal van Israël te zien krijgen.
Sjaloom
Toen wij ´s ochtends bij onze tourorganisatie aankwamen, waren we enigszins benauwd dat we drie dagen met alleen maar Israeli´s opgescheept zouden zitten. Ze waren namelijk overal! En het nadeel is dat ze enorm aan elkaar klitten, in grote groepen reizen, nauwelijks met andere reizigers communiceren en het ergst: alleen maar Herbeeuws met elkaar praten, ook al zijn er andere reizigers in de buurt. We hadden geluk: we telden slechts twee Israëliers in onze bus en deze waren bewust met een andere tourorganisatie meegegaan om de grote groepen medelanders juist te ontwijken. Gelukkig.. Ze geloofden hun oren niet, toen wij vertelden dat veel Nederlanders op reis juist hun landgenoten ontwijken! We hebben het meerdre keren meegemaakt dat mensen die overduidelijk Nederlander zijn (teva´s en afritsbroek) net doen of ze ons niet zien of horen. Zij willen juist andere reizigers ontmoeten op reis en reizen niet naar de andere kant van de wereld om daar alleen maar Nederlanders te praten. Zelf zijn wij niet zo strikt. Soms is het heerlijk om met een paar Nederlanders lekker in je moerstaal te kunnen babbelen en op de een of andere manier heb je dan vaak ook de beste gesprekken. Je hebt toch hetzelfde referentiekader..
Maar goed, twee Israeliërs dus in onze groep. Daarnaast een Amerikaanse, een Duitser en twee Spanjaarden. Die laatste spraken helaas geen woord Engels en deden ook geen enkele moeite om met ons te communiceren. Erg jammer. De Duitser was in het begin wel aardig, maar hij werd op de heenweg ziek. En dames, mannen zijn zielig als ze ziek zijn, maar deze jongen was echt het summum. Hij probeerde de hele dag negatieve aandacht te trekken en hij kon het maar niet begrijpen dat wij meer ogen hadden voor de pampa´s en de vele wilde dieren in plaats van hem vol medelijden aan te horen. Goed, dat werd ons dus niet in dank afgenomen en hij heeft ons de rest van de tour genegeerd. Bizar, maar waar. Sommige mensen zijn echt triest. Helaas communiceerde onze gids ook nauwelijks tot niet met ons, wat het geheel er niet beter op maakte. Maar goed, je kunt je hele trip hierdoor laten verpesten, maar daar heb je alleen jezelf mee. We besloten er dus het beste van te maken met de twee Israëlische meiden en de Amerikaanse, die gelukkig wel heel gezellig waren.
Anaconda
We hebben echt onnoemlijk veel krokodillen gezien (ze lagen werkelijk om de halve meter in het water of aan de kant), onze favoriet uit Argentinië: de carpincho (een soort varken), roze dolfijnen, honderden schildpadden, ijsvogels en tig andere vogels. Geweldig indrukwekkend om met een bootje tussen al die beesten door te varen. Ook hebben we een anaconda (voor de leken: een wurgslang) gezien. Gatver, wat een eng beest. En we hebben piranha´s gevist! Mats en ik hadden alleen maar sardientjes aan de haak, maar onze gids en de twee eerdergenoemde Spanjaarden hadden alledrie wel een piranha gevangen. Helaas heeft toerisme ook een keerzijde. Gidsen doen alles om het de toeristen naar de zin te maken en trekken zich dus niets aan van de regels en verboden die er gelden. Zo heeft onze gids een baby krokodil gevangen om ons te laten zien (en eerlijk toegeven: wij hebben die even vastgehouden) en hebben bijna alle toeristen de anaconda om hun nek gehangen. Dat hebben wij nadrukkelijk geweigerd, omdat overal vermeld stond dat dit verboden is. Bovendien is het heel gevaarlijk voor de slang als je insectenspray op je handen hebt. Het kon de gidsen en het merendeel van de toeristen niet boeien. Als zij maar hun mooie foto konden schieten.. Triest, maar waar.
´s Avonds sliepen we in een groot complex met houten hutten op palen. Hier verbleven wel vijf verschillende tourgroepen, dus we konden even ontsnappen aan onze minder gezellige reisgenoten. Het voelde net als schoolreisje! Helaas wel helemaal lek geprikt door de muggen natuurlijk (Mats heeft er ook twee...), maar al met al een geweldige tijd gehad.