Roadtrip Argentinië 2 - Heerlijk kamperen in de natuur
Roadtrip Argentinië 2 - Heerlijk kamperen in de natuur
Het is nog een kilometer of 150 naar mijn eerst geplande overnachtingsplek deze reis. Dit deel van de provincie Buenos Aires doet nog steeds Hollands aan, met hier en daar een rand bomen langs de weg, boerderijen en koeien in de wei. Nederland, maar dan kilometers lang geen enkele bewoning, gebouwen, mensen. Ik luister typische roadtrip muziek uit de boxjes die ik provisorisch op het dashboard heb geplakt met 10 secondelijm. Jimi en ik kennen elkaar nog maar kort, maar vormen een perfect stel. Hij reageert snel op elke stuurbeweging en schakelt makkelijk. Nou ja, behalve de achteruit, en de twee heeft af en toe een extra duwtje nodig. Later blijken de derde en vierde versnelling verkeerd om te zitten.
Ik passeer een site ter gedenkenis van Gauchito Gil, met veel rode vlaggen en gedenkstenen. Gauchito Gil was een militair in het leger die naar verluid wonderen kon verrichten. Hij is de beschermheer van iedereen op de weg. Met name vrachtwagens maar ook veel auto's zijn uitgerust met een rood lint of afbeelding van de gauchito. De sites zijn prachtige verzamelingen van oprechte beleving uitgevoerd in rood.
Het wordt langzaam donker, en de wegen blijven oneindig. Het is tijd om op zoek te gaan naar een slaapplaats voor de nacht. Dan zie ik een hoopgevende afslag met aan beide kanten van de weg à la Hollywood metershoge letters die L I B A N O verwoorden. Ik rijd de hoofdstraat op, langs minimaal verlichte straten, het park en de supermarkt. Dan is het helemaal donker, ik ben het dorp alweer uit. Ik rijd terug naar de supermarkt, de enige plek waar ik mensen heb gezien. Navraag leert dat er geen hotel of iets dergelijks mondaines is in dit 300 zielen tellende dorp, maar de man die ik aanspreek zegt me een paar minuten te wachten. Dan komt hij terug met een vriendelijke mevrouw, die me uitnodigt bij haar thuis. Ze verontschuldigt zich voor de badkamer waar gewerkt wordt. Samen maken we mijn bed voor de nacht op, terwijl er een klein, energiek hondje in de lakens hangt. De volgende ochtend bij het ontbijt komen de plattegronden en boeken op tafel en bespreek ik mijn reis met Maria Alicia. Ze geeft me tips over reisroutes, kampeerplekken en bezienswaardigheden, en een boek met routekaarten die ik plechtig beloof aan het eind van mijn reis aan haar terug te sturen. Pratend met deze gezellige spraakwaterval realiseer ik me weer dat het niet om de bestemming gaat, maar om de reis ernaar toe. Dat was het hele idee, een ontdekkingsreis maken naar onbekende plekken. Ik informeer mijn vriendin in Bariloche dat het waarschijnlijk iets langer duurt voor ik er ben. Later blijkt dat een understatement.
Laat in de ochtend neem ik afscheid. Ik bedank mijn gastvrouw voor haar gastvrijheid; bijzonder dat zij zomaar een aanwaaiende, wildvreemde toerist in huis haalt. Ik zal onderweg nog veel meer bijzondere mensen gaan ontmoeten, en uiteindelijk zullen zij misschien wel mijn meest dierbare herinnering blijken aan deze reis.
Eerst maar eens benzine tanken. De eerstvolgende benzinepomp is 30 kilometer verderop, en dat blijkt precies 10 kilometer te ver. Ineens sta ik stil op een gelukkig volledig lege tweebaansweg. Het enige werkende metertje op het dashboard gaf wel aan dat het benzinepeil laag was, maar niks geen alarmerende bellen of zo. Geen benzine dus. Beginnersfout. Ik moet er zelf om lachen. De eerst passerende auto is natuurlijk een man. Matias stelt geen vraag, maar concludeert gemakshalve zelf dat ik zonder benzine sta. Vrouwen en auto's. 'Heb je geen extra jerrycan?', vraagt hij. Eh, nee. De op dringend advies extra mee te nemen reservewiel en jerrycan moest ik onderweg nog even oppikken.... Matias neemt me mee naar de benzinepomp, inderdaad 10 kilometer verderop. Daar koop ik twee bidons van 5 liter, vouwt Matias een trechter voor me uit een plastic fles en brengt me terug naar Jimi. Hij adviseert me om bij dezelfde benzinepomp de tank gelijk vol te gooien. Ik krijg zijn visitekaartje, een omhelzing en hij zegt dat ik hem altijd mag bellen als ik weer eens stil sta langs de weg. Als hij eens wist...
Een paar honderd kilometer verder sta ik weer stil, nu in Sierra de la Ventana, me ernstig afvragend waar ik het klaarblijkelijke raam in de berg ga vinden. Als ik weer wil starten, geeft Jimi geen sjoege. Hm, vreemd. Hij slaat weleens af als ik de hoek om wil, maar start dan al rijdend weer. Wandelend door het dorp word ik van benzinepomp naar monteur naar monteur verwezen. De meneer van de benzinepomp gaat mee naar mijn jeep en geeft de accu de benodigde impuls. Zo'n 50 meter voor de deur van de laatste monteur stopt hij weer. De kabel van de accu blijkt los te zitten. Tien minuten verder rijd ik als een zonnetje weg. La Ventana vind ik uiteindelijk langs de route.
Eind van de middag ben ik bij Bahia Blanca. Ik zoek een camping in de natuur, en vind de achtertuin van de YPF, de Argentijnse oliemaatschappij. Een braakliggend stuk grond achter de benzinepomp. Mijn tentje wordt die avond verlicht door de lampen van duizenden passerende vrachtwagens. En 's nachts door het onweer wat na een zeer rustige avond om een uur of 2 ineens opsteekt. Ik word gewekt door een harde wind, bedenk dat ik de scheerlijnen niet heb vastgezet en draai mijn rug tegen de zijkant van mijn tent, recht tegen de wind, om mijn tentje te verankeren. Even later begint het te hozen. Ik overweeg mijn tent af te breken en in de auto te slapen, maar het waait te hard. Het is koud, de tent en ik zijn doorweekt. Ook nu moet ik weer lachen om de situatie waarin ik beland ben. Om een uur of vijf 's morgens keert de rust terug. Het zou de enige nacht in mijn tentje zijn.