image
Louise ten Have

Hoe gebruik ik de groothoeklens?

Fotografen kunnen boeken volschrijven over de groothoeklens omdat deze wellicht de ‘creatiefste’ opties biedt. Op reis is het objectief, dankzij alle mogelijkheden voor een mooie reportage, een grote pre. Er zijn echter basisfactoren en richtlijnen waar je rekening mee moet houden als je een groothoeklens optimaal wilt benutten.

1. Experimenteer met vertekend beeld

Eerst een stukje techniek. Elke lens van minder dan 50 mm (uitgaande van een fullframe camera) vertekent het beeld. Alles wat dichtbij is, wordt vergroot. Wat verder weg is, wordt kleiner. Een groothoeklens onderscheidt zich hierin van telelenzen − bij 70 of 200 mm is het beeld precies zoals het oog het ziet. Dit kun je zelf testen. Zet je camera op een statief en maak een foto met een telelens. Neem dan een foto met een 50 mm lens en maak vervolgens (achter je beeldscherm) dezelfde uitsnede als die je met de telelens hebt gemaakt. Je zult zien dat het beeld exact hetzelfde is. Probeer dezelfde uitsnede te maken met een groothoeklens en je zult zien dat dat niet gaat: de foto wijkt compleet af. Het is dít gegeven dat de basis is van de groothoeklens, alsmede het uitgangspunt voor creatieve experimenten.

2. Houd rekening met meer scherpte

Relatief is er meer scherptediepte met een groothoeklens (er is meer scherpte van voren naar achteren) in vergelijking met een telelens. Zelfs met een grote diafragmaopening (bijvoorbeeld F2.8) krijg je nog relatief veel scherptediepte. Dat is handig om in je achterhoofd te houden als de lichtomstandigheden minder goed zijn en je toch scherpte van voren naar achteren wilt. Een groothoeklens is dan ook ideaal als je bijvoorbeeld op een drukke markt rondloopt, waarbij je nauwelijks hoeft te letten op je scherpte en je aandacht helemaal wilt richten op de compositie en wat er gebeurt.

Met uitzicht Bedoeïengids Mussalem. Foto: Louise ten Have

Bachit zit hier op Turtle Rock in Oman. De rockydesert ten noorden van Salalah ligt tussen de kust en Rub al Khali (Empty Quarter), de enorme woestijn die tot ver in Saoedi Arabië reikt. Huur een 4WD voor ongekende offroadervaringen en gooi je tent achterin om te wildkamperen op de mooiste plekjes, zoals deze. Je bent helemaal alleen, zonder andere toeristen. Het is zo speciaal om onder de sterrenhemel te slapen en hier wakker te worden. Het was voor mij een kleine uitdaging om de rots te beklimmen en aanwijzingen te geven: mijn chauffeur moest weten hoe hij de auto moest positioneren en Mussalem moest weten hoe hij het beste kon zitten.
— 16 mm, 1/250 sec, ISO 400 —


3. Zorg dat je beeld niet gevuld is

Landschap en leegte kun je goed tot uitdrukking brengen als er weinig in het landschap staat. Met bijvoorbeeld net dat ene boompje in de verte en die mooie wolkenlucht. Als je de horizon ziet en deze helemaal strak horizontaal fotografeert, dan valt alles mooi samen en heb je een mooie, strakke compositie. Deze foto’s neem je van een afstand.

4. Of zorg dat je beeld tóch gevuld is

Onderwerpen op de voorgrond lijken relatief groot en onderwerpen op de achtergrond klein. Daardoor kunnen er gaten vallen in de foto als de afstand tussen het voorste onderwerp en het volgende onderwerp te groot is. Het beeld moet redelijk gevuld zijn wil het een geslaagde foto worden. ‘Grootse’ landschappen vullen het beeld goed. Daarmee bedoel ik grote rotspartijen, grote bomen, grote gebouwen. Deze foto’s neem je van dichtbij.

Stokken in de grond. Foto: Louise ten Have
De asvlakte rondom de vulkaan Tavurvur in Papoea-Nieuw-Guinea is bezaaid met gaten die zijn gegraven door egg hunters, mannen die zoeken naar de eieren van de megapode. Deze vogelbroedt haar eieren niet zelf uit, maar begraaft ze op anderhalve tot twee meter diepte in de warme grond. Enkele overgebleven palmbomen van een oude plantage hebben door de vulkaan uitbarsting van 1994 hun bladeren verloren en staan als palen in de grond. — 16 mm, 1/250 sec, F9, ISO 400 —

5. Word close met je onderwerp

Leuk is het als je onderwerp, bijvoorbeeld een local, heel dichtbij staat. Soms zit er maar twintig centimeter tussen mijn camera en de local. Heel erg in your face dus. Uiteraard heb je al contact met die persoon voordat je dat doet − hij of zij zou zich anders rot schrikken. Wees ervan bewust dat als je een local van dichtbij fotografeert, er vervorming optreedt. Iemands neus, bril of voorhoofd gaat er in verhouding tot de werkelijkheid ‘enorm’ uitzien. Dit kan een leuk beeld opleveren, zeker als je iets wilt overdrijven, maar je maakt er misschien geen vrienden mee als je de foto laat zien. Zet ook geen persoon dichtbij in de hoek van je beeld. Daar maak je zéker geen vrienden mee. De vervorming is dan zo overdreven dat je foto wordt verknald. Met gebouwen en andere onderwerpen heb je hier minder last van.

6. Kijk omhoog

Perspectieven kunnen verbluffend zijn als je omhoog kijkt. Je doet dit om te laten zien hoe groot iets is of om het extra in de schijnwerpers te zetten. Kijk omhoog in een oerbos, of in de stad tussen hoge gebouwen, of onder een brug. De mogelijkheden om creatieve foto’s te maken zijn eindeloos.

7. Ga stitchen (de nieuwe groothoek)

Misschien is de groothoek maar ouderwets, of toch niet. (zie pagina 26 in onze Reisfotografie special)

Weids en waterig. Foto: Louise ten Have

Een van de hoogtepunten van een bezoek aan de Okavangodelta in Botswana is een tocht per mokoro, een traditionele kano met een platte bodem zodat ook de zeer ondiepe gebieden bereikbaar zijn. Om de bomen in de delta te beschermen mogen mokoro’s niet meer van hout zijn, maar de moderne glasvezelboten zijn  nauwelijks van de oude te onderscheiden. De gids zorgt voor de balans en duwt de mokoro als een gondelier voort. Je kunt ook meerdaagse tochten maken.
— 17 mm, 1/8000 sec, F5.0, ISO 800 —


Fotobijschrift bij hoofdfoto:
Echtwaar! In Nepal isgeengebrekaan heiligemannen— in Kathmandu struikel je erzowatover. De meesten vallen onder decategorie‘sadhoe’: een verzamelnaam
voor een bonte stoet mystici, asceten en rondtrekkende monniken. Sadhoes hebben zich teruggetrokken uit de materialistische samenleving en hun hele leven gewijd aan het bereiken van moksha, de verlossing uit de cyclus van dood en reïncarnatie. Dat doen ze voornamelijk door middel van meditatie. Hindoes geloven dat dit de gehele gemeenschap ten goede komt en ook hun persoonlijke moksha dichterbij brengt– sadhoes worden dan ook alom vereerd en gevraagd om mensen te zegenen, advies te geven, te genezen of juist te vervloeken. Met hun lange, ongewassen haar en een grote witte streep van as op het voorhoofd vormen ze een opvallende verschijning op straat, maar op de bekende toeristenplekken is het negen van de tien keer dat ze er voor het geld staan. Ze dirken zich voor westerse toeristen op en lopen met een geldemmertje rond om voor camera’s te poseren. Een echte sadhoe vraagt echter nooit om geld en vind je gemakkelijker buiten de hoofdstad. De uitdossingen zijn vaak volslagen over de top. Ik koos voor deze foto voor een groothoeklens zodat de over-de-topheid nog sterker wordt geaccentueerd. Voor deze foto heb ik ook geld in het emmertje gedaan.
— 16 mm, 1/250 sec, F2.8, ISO 400