Nazca en de zuidkust
Sandboarden in de Peru
Na een duizelingwekkende vlucht boven de Nazca-lines, bevinden we ons nu in de bus naar Ica. We bevinden ons letterlijk in een enorme zandbank waarin de Peruaanse Atacama-woestijn eindeloos lijkt te zijn. Vanuit mijn raampje zie ik de hitte van de pikzwarte weg afstralen.”
De bus is één grote föhn waar vanuit alle mogelijke open ramen en kieren droge warme lucht naar binnen wordt geblazen. Het lawaai van de wapperende gordijntjes is oorverdovend en de bus poets bij elke schakelbeurt haar tanden. Terwijl ik langzaam wegdroom op de klef geworden lichtbruine neplederen bekleding, moet de bus zich nog 1,5 uur door de steeds warmer wordende zandbak heen ploeteren. Huacachina komt steeds dichterbij...
Onze bus volgt een stuk van de Carretera Panamericana: de Pan Americaanse snelweg. Deze highway loopt van het noorden van Alaska tot aan het zuidpuntje van Argentinië over een afstand van 48.000 km. De weg ligt als een zwarte strip in het gele Atacamalandschap en er is niets anders dan zand, zand en zand te zien. Voorop de bus prijkt trots het vastgeroeste bordje met de bestemming 'Ica'.
Ica is een stad middenin de Atcamawoestijn van Peru waar de zon altijd 'schijnt' te schijnen. Onze rugzakken worden in één worp van de bus gegooid en met nog maar één ademhaling op Icaanse bodem worden we al een tuktuk ingesleurd. Een tuktuk in Peru? Jawel en er lijken er wel meer rond te rijden dan dat er auto's zijn. De rugzakken moeten we achterop gooien en het gewicht doet de tuktuk bijna steigeren. Onze 'chauffeur' heeft het zo te zien al vaker gedaan en brengt de iets wat groot uitgevallen brommer weer in bedwang. De tocht duurt nog geen tien minuten voordat we Ica uit zijn en in de verte doemen de grote zandduinen van Huacachina al op.
Al slingerend en zandhappend komen we dan eindelijk in de 'oase van zuid-amerika' aan. Huacachina is letterlijk een oase in de woestijn: aan alle kanten omsloten door enorme zandduinen en in het midden een heuse laguna. Buiten een handjevol restaurantjes, cafeetjes en wat hostels, is er in Huacachina niks te vinden. De meeste toeristen komen daarom voor het echte woestijn-gevoel, het sandboarden en de rust.
We zitten in een leuk en basic hostel. Het hostel heeft een blauwe stenenbak buiten dat als zwembad moet dienen en wat houtblokken tegen elkaar aangespijkerd als bar. Elke dag van 19.00 tot 20.00 uur happy hour, dat belooft veel goeds. Vanuit onze kamer van het hostel zien we de enorme kam van een zandduin en in de verte zien we de eerste sandboarders al de duinen trotseren. Morgen moeten wij er ook aan geloven: snowboarden in de woestijn, gevolgd door een bloedhete aprés-ski! Anton aus Huacachina, here we come!
De sandbuggy staat voor ons hostel gereed om ons mee te nemen de woestijn in. De zon kruipt al boven de zandduinen uit en de temperatuur begint op te lopen. Het motorgeluid van de buggy doet me denken aan dat van een kever. We rijden met een noodgang (en een coupe windhoos tot gevolg) de zandduinen op. We vliegen letterlijk over de toppen heen en tot zover het oog reikt zie ik alleen maar zandduinen en zandduinen. Werkelijk waar een magistraal gezicht en ik zie mezelf al meespelen in Lawrence of Arabia, weliswaar zonder paard, maar met buggy!
We rijden en glijden naar onze 'oefenduin'. Al zittend krijgen we de sandboard aangemeten. En wordt het potje met vet al gepakt. “Ik heb een potje met vet, al op de zandduin gezet...” vliegt er door mijn hoofd. Stap 1: Opstaan. Dat lijkt makkelijker dan het is, voor mij als ski/snowboard analfabeet. Na een aantal mislukte pogingen sta ik dan eindelijk. Stap 2: “Go down” roept onze Peruaanse 'Don Quichote'. Alleen ‘go down’ is niet zo moeilijk, maar ‘recht op go down’, is een LOI-cursus op zich. Na een aantal keren zandhappen begin ik het een beetje onder de (opengehaalde) knie te krijgen. 'Dit valt best mee', denk ik bij mezelf.
Onze Don Quichote wijst ons naar de blauwe lucht, met daaronder die blauwe lucht de goudgele top van een enorme zandduin. Met een cynische glimlach roept hij nu... “Go down there!” Mijn wenkbrauwen fronzen. Het zweet begint me nu toch uit te breken, maar nu niet van de warmte... De sandbuggy, met ons, spurt richting de enorme duin en rijd bijna 90 graden omhoog. We stappen uit en het uitzicht is alweer schitterend. Ik voel me als een bergbeklimmer in een grote zandbak, de hoogste top gehaald maar dan met buggy.
Als je ergens een woestijngevoel krijgt dan is het hier wel. Schitterend, maar terwijl ik om me heen kijk, kijk ik ook omlaag... de diepte in. Leek het vanaf een afstand al hoog, hier op de top is het nog erger. Sandboards onderbinden en gaan! Met een noodgang glijd ik naar beneden. “Ik sta!” roep ik hard en terwijl de woorden uit mijn mond vliegen ben ik onderhand al bezig met mijn 16e koprol door het zand. Overal zit zand, zelfs mijn bilnaad moet het ontgelden.
Na een aantal afdalingen krijg ik het te pakken en is het fantastisch. Terwijl ik naar beneden surf zie ik aan mijn rechterkant een heuse 'tekenfilm' oase. Midden in de zandduinen, een minioase van palmbomen en water met daarboven een strak blauwe lucht. Schitterende zandduinen zover het oog reikt en een sandboard onder je schoenen... Wat is dit geweldig!
's Avonds onder het genot van een koud blikje cerverza zitten we met zijn vijven op de hoogste duin van Huacachina. Achter ons zien we beneden de oase waar de eerste lichtjes al beginnen te fonkelen en de muziek langzaam begint aan te zwellen. Voor ons, tot voorbij de horizon, de Atacamawoestijn die langzaam door de ondergaande zon oranje begint te kleuren. Salute! “Proost!” roepen we naar elkaar. De lucht wordt van diep blauw, pik zwart en de sterren aan de hemel zijn ontelbaar. Wat kan het leven toch mooi zijn!