De hier beschreven wandeling in de heilige vallei kun je prima zelfstandig zonder gids doen. Het is een kilometer of 10 en als je vanaf Chinchero start enkele kilometers meer.

Je begint in Chinchero dat goed vanuit Urubamba en Cusco bereikt kan worden(bijvoorbeeld met de bus). Als je hier op zondag bent is het markt. Dit is een zeer authentieke Indianenmarkt waar je naar hartelust plaatjes kunt schieten.

Als je uitgekeken bent op de markt kun je wandelen of een taxi nemen naar Moray. Dat is enkele kilometers verder op een onverharde weg. Je komt dan bij de enorme komvormige terrassen van Moray. Er wordt van gezegd dat de Inca’s de terrassen gebruikten als een soort proeftuinen om te kijken welke invloed de hoogte en de zon hadden op de groei van gewassen.

Van Moray wandel je naar Maras. Je wandelt in een heuvelachtig gebied op ruim 3000 meter hoogte en hebt zicht op gletsjer van de meer dan 5000 meter hoge bergen aan de andere kant van de Urubamba rivier. Als je geluk hebt zoals wij lopen de ezeltjes af en aan met de graanoogst (wij waren er eind mei).

Maras is een authentiek dorpje met huizen van Adobe en een witgepleisterd kerkje. Het ligt niet aan een doorgaande weg en is daardoor heel rustig. Na Maras ga je eerst langzaam en later steil dalen richting Urubamba rivier. Je komt nu in de kloof van waar de zoutpannen van Salinas liggen. Zorg dat je hier laat in de middag bent dan is de lichtval het mooist. Gedurende meer dan een kilometer loop je langs de zoutpannen of liever nog er tussendoor. Bij de zoutpannen hoort ook nog een leuk kerkje van de zoutwerkers. Als je in het dal bent aangekomen kun je met een bruggetje de rivier over. Je komt dan bij de asfaltweg en kunt een bus, taxi of ander vervoermiddel regelen.

Het makkelijkst doe je de tocht vanuit Urubamba. Het verblijf in de Casitas de Arco Iris van Kuychi is erg leuk en je steunt er een goed doel mee (zie een andere tip van mij). Zij hebben ook een routebeschrijving.