Condors, Coca, Andes-lamlendigheid en Kou
Condors, Coca, Andes-lamlendigheid en Kou
Ik ben op rondreis door Peru, een groepsreis samen met vriendinreisgenote Aukje. Eindelijk is het zover, we gaan een van de machtigste vogels opzoeken, de Condor. Een magische naam die geassocieerd wordt met spionnen, thrillers en militaire terminologie - daarom in mijn ogen belooft deze roofvogel iets bijzonders. We zullen een prachtige pass overgaan en de Colca Canyon zal spectaculair zijn is ons verzekerd.
We zijn al even onderweg, fascinerend Nasca gehad, de bizar oase pret-plek Huacachina beleefd en over het Altiplano landschap door het ‘Aguada Blanc National Vicuna Reserve’ gereden. We gaan grote hoogte in, we gaan namelijk over de Andes met een pass van 4900 meter voordat we weer dalen richting Chivay en Colca Canyon, Chivay betekent in de lokale Indianen taal Quechua “nest van de condor”. Onderweg wordt er gestopt waar we met klem worden verzocht om veel coca thee te drinken. Aangezien ik een echte Engels thee met melk drinker ben en gruwel van alle kruidenthee – was dit VIES! Maar het meest smerige kwam nog in de bus waar we de wang vol moesten proppen met cocabladeren en een wit-asachtig spulletje. Meer daar over straks. Onze stop was rond de 4000 meter, toegespitst op toeristen, de fleurig geklede Peruaanse dames met hun koopwaar en oh zo schattige kindjes in de meest prachtige klederdrachten waren op hun hoede met havik ogen, ze zouden maar een foto-peso missen! Zo’n kleine dreumes met een lama lammetje is wel erg vetederend…. toch overstag en dokken voor die prent. Een verlaten kaal gebied met grijze bergen om ons heen, je vraagt je af waar deze verkoopsters en jonge modellen wonen. Langzamerhand wordt mijn hoofd erg zwaar, alsof de schedelinhoud te groot wordt. “Drink je liter fleswater leeg” wordt me geadviseerd, jeetje heb net 4 kopen coca thee op!
Tijd om de bus in te stappen, en ik merk dat ik ‘twee blokken’ aan mijn benen heb hangen, tors ze beide de bus in en plof neer op de eerste bank. Onze Peruaanse gids pakt een pochetje met cocabladeren en we krijgen allemaal een handje die we wat moeten kauwen en in de wang laten sudderen. Goor!! Mijn maag maakt vanzelf een paar knijp-sprong-knijp-sprong bewegingen en het zuur draait door de mond en langs mijn verdoofde tandvlees. De lucht is ijl en inmiddels klimt de slingerende weg rap hoger de Andes in, een eruptie ontstaat bovenop mijn hoofd terwijl de mond een hevige speekselvloed nauwelijks kan tegenhouden. Zonder waarschuwing golft coca thee en al het water uit de draaiende maag. Wat een geluk dat Aukje mijn reisgenoot huisarts is, want hierna weet ik weinig meer. Volgens zeggen kreunend, niet aanspreekbaar al wentelend over de bank in de bochten terwijl mijn ogen de binnenruimte van mijn hersenpan bekeken. 2 groepsgenoten riepen ‘Ze gááááát dood’ “wat engggg”! Gelukkig hield dokter Aukje het hoofd koel en jaste door de broek injecties in mijn benen en maande aan zo snelmogelijk door te rijden over de bergketen en naar benend richting Chivay. Voor lama’s, alpaca’s en vicunya’s werd niet meer gestopt. Aangekomen in Chivay of 3600m werd direct doorgereden naar het ziekenhuisje. Gelukkig inmiddels weer bijkennis maar wel alsof ik vijf flessen whisky op had. Het gevolg een groeps-knuffel-polonaise om elastiekenbenen Mireille de bus uit te krijgen! Een locale patiënt werd uit een bed getroggeld zodat ik zijn bedje kon overnemen. De mega zuurstoffles kwam aangereden en er gebeurde van alles om me heen, ik vond het allemaal best. Voor Aukje als arts was alles geweldig interessant en ze stond met haar neus vooraan, voor mij een veilig idee want ik hoefde me geen zorgen te maken. De zusters liepen rond in dikke donzen jassen en het was er onbeschrijfelijk koud. Na het aanprikken van een infuus en toedienden van diverse medicijnen wordt er een snellopend infuuszak aangehangen. Binnen enkele minuten lig ik te shaken in het metalen bedje, aangezien het onverwarmde ziekenhuisje net één grote koelkast is, loopt het kille infuusvloeistof direct de aderen die zelf ruim 37oC zijn, brrrrrr! Ondertussen loopt Aukje druk fotograferend en kijkend rond; een kind wordt binnengebracht met een hoofdwond die de zusters vakkundig hechten, een zwangere komt binnen met persweeën, we liggen samen gezellig op één kamer.
De volgende dag ben ik weer redelijk de oude en mag het ziekenhuis uit, helaas niet fit genoeg om de tocht naar el condor te maken. Dat is echt balen omdat Colca juist de uitgerekende plek is om ze redelijk makkelijk te zien. Wanneer de groep vertrokken is besluit ik het dorpje Chivay te ontdekken. Wat een verrassend dorpje! Geen toeristen en het dagelijks leven gaat zo zijn gangetje. Veel vrouwen dragen prachtige jurken en hoeden, rose roesjes, rozetjes met een tikkeltje Zuid Amerikaans. Alhoewel het behoorlijk koud is worden ijsjes en ‘Trixi’ drilpuddinkjes verkocht, de markt klein en gemoedelijk waarvan hoeden het belangrijkste koopwaar. Het is hier gezellig, op iedere hoek wordt gekletst en word ik vriendelijk toegelachen. Ik geniet.
Wanneer iedereen terug is vertrekken we weer terug de pas over – we gaan naar Puno aan het Tititcaca meer. Deze keer voor mij ook een genot met tig hoogteziekte pillen achter de kiezen en de anderen met vieze gezichten druk kauwend op cocabladeren. We stoppen regelmatig voor foto’s en op het hoogste punt leg ook ik een steen op een van de vele stenenstapeltjes. Het wordt gezegd dat dit gebruik van de Incas komt, een bijgeloof waarin ze geloven dat de goden hun wens zullen laten uitkomen. We zien nu vele alpaca’s en vicunas grazen in het serene landschap met het gelig-punkerig altiplano gras. We komen laat aan in Puno, 3800m en ook hier erg koud. S’avonds lijkt het wel wintersport met alle jassen en alpaca en lama wollen truien, dassen en handschoenen. We worden geserveerd door trotse obers in dikke winterjassen. In korte tijd hebben we veel beleefd en slechts de helft van de vakantie zit er op. Op naar volgende avonturen!