Wat is het?
Acarajé is een Braziliaanse snack die wordt gemaakt van bonen en ui, bolvormig en gefrituurd in dende (palm olie). Slaven uit West Afrika brachten het met zich mee, maar het stamt uit Nigeria. In Brazilië vind je het voornamelijk in de staat Bahia, vooral in Salvador, waar meer dan 80% van de bevolking donkere Afrikaanse voorouders heeft.

De meest gebruikelijke manier om acarajé te eten is om het open te snijden en te vullen met:
* Vatapa: een romige pasta van brood, garnalen, kokosnootmelk, pinda’s en palm olie
* Caruru: een pasta van okra, ui, garnalen, palm olie en noten
* Een salade van groene en rode tomaten
* Gefrituurde garnalen
* Hete saus

Het wordt op straat verkocht door zogenaamde ‘Bahiana’ straatverkopers, voornamelijk vrouwen. Deze vrouwen dragen allemaal een witte, katoenen jurk en een sjaal om hun hoofd. Zij maken deze interessante snack vers voor je terwijl je wacht en besluit welke ingrediënten je wel en niet moet toevoegen.

Waarom moet je het eten?
Acarajé kietelt je smaakpapillen en laten we eerlijk zijn: het meest interessante eten wordt vaak op straat gemaakt door de mensen die ermee opgegroeid zijn.