KJongenburger
Zwarte beren
Sommige foto's hebben geen vijf en twintig woorden nodig. We stopten voor de lunch. Heerlijke stilte tot we plotseling een grote plons hoorden. Twee beren vonden het ook tijd om te gaan lunchen.
Sunrise on Kenai...Pe
Windstil, geen mens in de buurt, een bijna wolkeloze hemel en een restje mist in het dal. Het uitzicht vanuit de camper als we wakker worden op het Kenai Penninsula.
Mount Mc Kinley
Rijdend in noordelijke richting van Anchorage naar Fairbanks heb je, bij mooi weer, een prachtig zicht op Mount Mc Kinley. Zo'n tweehonderd kilometer zicht hebben we hier. De volgende morgen was er niks meer. Lage bewolking en miezerige regen.
Summit Lake in...ocht
Vroeg in de ochtend, bij laagstaande zon ligt er mist over het meer en bewolking over de bergen. Plotseling is daar deze ene zonnestraal. De dag begint.
Tevreden
In een gebied waar weinig te krijgen is zijn de kinderen tevreden met een kleinigheid. De vader van deze jongen heeft zojuist een schaap weten te verkopen. Van de winst krijgt zijn zoon een helikopter.
Koffiemolen
Zaterdag een vrije dag. Een kopje koffie zou er wel ingaan maar dat is een heel proces. Geen senseo of machine, er trouwens toch weer eens geen stroom. Stampen want dat is de koffiemolen. En water van een houtvuurtje. Vandaar ook dat er zo weinig bomen over zijn op Madagascar.
Brug
Ooit schijnt er hier in de omgeving een brug te hebben gelegen waar je met gewone personenauto's over kon. Dat is heel lang geleden. Nu kom je er zelfs met een 4x4 niet meer doorheen.
Marktdag in Mitsinjo
Na mijn heerlijke biertje in het dorpje Anjiakely (zie foto "Bier") hebben we nog twee dagen gereisd om via Antsalova en Ampasitanantanana bij Bekipay de hovercraft weer te ontmoeten. Twee en een half uur hoveren over de Mahavavy rivier later kwamen we terug in Mitsinjo waar het op dat moment marktdag was.
Bier
Na een uur of negen door de modder worstelen, lopend, op de ossenkar en wadend door de rivieren komen we aan in het dorpje Anjiakely. We mogen hier onze tentjes opzetten bij een paar huizen, tussen de varkens en de kippen. Als we bijna aan het eten toe zijn verschijnt dit schatje heel trots met een fles bier. Ze mag blijven.
De weg
Als een weg helemaal onbegaanbaar wordt dan begin je gewoon in het bouwland van de buurman een nieuwe weg. Zo worden de wegen steeds breder en de route steeds onduidelijker. Je volgt zomaar een verkeerd spoor en kom je in een ander dorp aan dan de bedoeling was.
Doorkijkje
Een plensbui aan de horizon, een rijstveld en een hekje en een doorkijkje, ingrediënten voor een foto waar ik niet omheen kan. Zeker niet met zo'n lichtval. Madagascar is zo ongelofelijk fotogeniek.
Glimlach
In Ambarimaningo tref ik deze vriendelijke man. We maken een praatje over van alles en nog wat en als ik uiteindelijk uitkom bij het maken van een portret trekt hij meteen zijn hoedje van zijn hoofd en begint zijn haar goed te doen. Ik neem, om het gesprek gaande te houden, een aantal foto's waarvan ik weet dat ik er niets mee ga doen. Als ik hem zover krijg om zijn hoedje weer op te zetten krijgt hij van een van de omstanders een keurige nieuwe hoed toegeschoven. Helaas ook weer niet mijn bedoeling. De hilariteit was groot toen hij uiteindelijk zijn eigen hoedje op had en ik serieus begon te schieten.
Poste Sanitaire
Ooit was Ambarimaninga redelijk bereikbaar. Uit die tijd stamt deze kliniek, "Poste Sanitaire". het dorp was toen een soort regio centrum van waaruit hulp werd gegeven in de omgeving. Tegenwoordig komt hier nog maar zo eens in de zes maanden een medisch team. Wat zij dan tegen komen is soms te gruwelijk voor woorden. Er zijn hier twee soorten ziektes: die van zelf over gaan en die waaraan je dood gaat, en dat zijn veel ziektes die hier eenvoudig te verhelpen zijn. Als je veel geluk hebt ben je net ziek als de dokter in de buurt is.
Weg
In de regentijd heb je natuurlijk prachtige wolkenpartijen en zijn de zonsondergangen fenomenaal. In een vlak gebied met een leemachtige bodem heeft dat wel tot gevolg dat de wegen er erg onder lijden. Dit is de weg naar het dorp Ambarimaninga, Je begrijpt dat het dorp en de Poste Sanitaire niet erg bereikbaar zijn. Uiteraard stikt het hier van de bloedzuigers maar ook slangen en zelfs kleine krokodillen zijn van de partij. Verder is al dat stilstaande water natuurlijk ook een malaria paradijs.
Thuis
Home is where your heart is. Dit is het thuis van dit meisje in Ambarimaninga. Het is niet veel, het is ver van de bewoonde wereld en veel kansen om verder te komen dan een huwelijk op haar dertiende heeft ze niet. En dat dan nog alleen maar als ze gezond blijft. De hygiëne is erbarmelijk, de medische voorzieningen minimaal en scholing houdt ook snel op. Aan de andere kant: Er is over het algemeen voldoende eten, ze heeft een dak boven haar hoofd en er is geen oorlog, alleen maar armoede. Om hier te komen moet je drie en een half uur de rivier op met de hovercraft en twee en een half uur lopen. Of twee dagen te voet over de blubberwegen.
De marsmannetjes
Op een rivier waar alleen uitgeholde boomstammen en van platgeslagen oliedrums gemaakte kano's varen is een hovercraft vergelijkbaar met een vliegende schotel op Schiphol. Al van verre hoort je hem aankomen want het is echt het enige ding met een motor. Als je langs vaart/vliegt/hovert staan er tientallen mensen op de kant te kijken en als je op een zandplaat, zoals hier in de Mahavavy rivier bij Bekipay, landt loopt het hele dorp uit om te kijken.
Sunset in Mitsinjo
Ook op een plaats waar het leven de mensen wat minder bedeelt is de zonsondergang prachtig. Zeker als de regentijd is begonnen heb je 's avonds vaak een prachtig schouwspel.
Snaaien
's avonds, als er eten wordt klaargemaakt komt deze lemuur met zijn vriendjes steevast kijken of er was te snaaien valt. Meestal verdedigen de Malagassi hun eten goed, alleen die buitenlanders zijn ze te snel af.
Vliegenjacht
Naast kinderen als Jankertje en Dromertje komt er ook allerlei gedierte langs. Iedere ochtend bij het ontbijt verschijnt deze kameleon om zich even lekker op te warmen in de zon. Waar dat voor nodig is begrijp ik niet. Het is midden in de nacht nog steeds boven de dertig graden en heerlijk vochtig, zo'n 99% schat ik. Hij houdt van de warmte.
Dromertje
Het zusje van Jankertje is Dromertje. Uren staat ze zo tegen deze paal, kijkend in het oneindige. Als ze al een keer mijn kant op kijkt, kijkt ze dwars door me heen. Geen glimlach, ook niet als ik een snoepje geef, alleen deze blik. Als ze door de tuin loopt gaat het van Stap, stap, hupje ... stap, stap, stap, hupje; heel langzaam, slow motion bijna. Een schatje maar met zo weinig energie in haar kleine lijfje...
Jankertje
De hele dag liep dit jongetje te huilen, soms hartverscheurend maar meestal een beetje piepend. Pas toen er een team doktoren op doortocht naar het achterland langs kwam is er naar hem gekeken. Ze konden niets vinden... Over een half jaar is er weer een dokter. En in de tussentijd?
Maskertje
Aan het eind van de (nauwelijks meer) begaanbare weg Route Nationale 19 ligt het dorpje Mitsinjo. Vanaf hier is een gebied van honderden vierkante kilometers alleen nog maar bereikbaar met de ossenkar. In dit laatste dorp tref ik deze mevrouw aan. Zij heeft, net als zoveel vrouwen daar, een leem maskertje als zonnebrand. Het geeft wel een kleurig geheel
Voormalige rijstboer
Aan het eind van de (nauwelijks meer) begaanbare weg Route Nationale 19 ligt het dorpje Mitsinjo. Vanaf hier is een gebied van honderden vierkante kilometers alleen nog maar bereikbaar met de ossenkar. In dit laatste dorp tref ik deze meneer aan. Deze man nam in het voorbijgaan zijn hoed voor mij af. Voor mij een reden om hem aan te spreken. Hij vertelde hoe hij vroeger een rijstveld had maar nu niet meer. De weg, en daarom dus ook het vervoer, is zo slecht dat het geen zin heeft om meer te verbouwen dan je in de directe omgeving kan verkopen. Er moet geld bij als je het naar de stad brengt en daar wil verkopen.
Oudere man in Mitsinj
Aan het eind van de (nauwelijks meer) begaanbare weg Route Nationale 19 ligt het dorpje Mitsinjo. Vanaf hier is een gebied van honderden vierkante kilometers alleen nog maar bereikbaar met de ossenkar. In dit laatste dorp tref ik deze meneer aan. Hij spreekt Frans dat hij, net als ik, lang geleden op school heeft geleerd. We raken in een uren durend interessant gesprek over de neergang van dit eens redelijk welvarende gebied. Het is nu straatarm, de wegen zijn totaal onbegaanbaar, medische voorzieningen bestaan bij de gratie van NGO's die ongeveer twee keer per jaar langs komen met medische teams.