Offboard Entertainment
Offboard Entertainment
“Passengers of flight FJ 005 to Labasa, please proceed to gate 10. Your plane is now ready for boarding.”
Ik knipper twee keer met mijn oogleden. Hoorde ik dat nou goed? Ik zoek de tijd. 5:50am. Mijn vliegtuig zal om tien over zes vertrekken. Nadi naar Labasa, 40 minuutjes. Ik kan het niet geloven. Air Pacific op tijd? Ik glimlach voorzichtig. Dan kijk ik de vertrekhal in, op zoek naar de verborgen camera's van 'Fiji's Funniest', maar ik kan er geen ontdekken. Alles lijkt in orde. Iets teveel in orde.
Een beetje onzeker over wat er aan de hand is, loop ik naar de gate. Gate 10. Weer een glimlach. Op het vliegveld van Nadi (of eigenlijk elk vliegveld in Fiji), is er maar één weg naar het vliegtuig. En die grote, glazen deur wordt aangegeven als 'gate 1-15'. Wel zo makkelijk.
Terwijl ik in de rij sta voor security, kan ik echt geen foutje vinden in het gemak waarmee ik vandaag kan boarden. Ik voel me opgewekt. Bijna Zen. Maar dan, net als de dame van de beveiliging een beetje bezorgd naar de inhoud van mijn tas kijkt (een set van 12 pingpong balletjes en een enorme zak lollies – ofwel de basisuitrusting als je een tijd op een tropisch eiland gaat zitten), precies dan gebeurt het.
Ik hoor in mijn hoofd het geluid van een naald die over een plaat krast.
Ik zie dat onze tassen aan boord worden gebracht, maar toch schijnt er een 'technical problem' te zijn, dat ze gaan proberen te verhelpen met een flinke rol duck-tape, zoals het er naar uit ziet. Natuurlijk heb ik alle vertrouwen in de capaciteiten van de technische staf en keer ik terug naar de lobby voor verdere instructies…
Na een uur met 'please, no smoking'-omroepberichten en de geruststellende woorden van de Australische vrouw tegenover me ("…Vorige maand was ik vier-en-een-half uur vertraagd, honey, maar dat was nog niets, you know, want ben met een Fijiër getrouwd en hij is geweldig hoor, maar anyways, we bouwen nu een huis, you know, en toen kwam ik kijken om de maat van de ramen op te nemen, you know, voor de gordijnen, maar toen ik aankwam bleek dat ze nog niet eens begonnen waren het cement te storten, you know what I mean? Fiji Time. Maar No Worries, het komt wel goed mate…"), besluit ik een bezoekje aan de informatiebalie te brengen.
Verteld worden dat je vliegtuig vertraagd is, is één ding, maar verteld worden dat hij vertraagd is tot onbepaalde tijd, is een tweede. De man achter de balie vind mijn vraag "Dus het zou goed kunnen dat ik de komende twee weken hier zit te wachten?" erg grappig (en aan zijn gezicht te zien, is dit al eerder gebeurd), maar mijn dodelijk serieuze gezicht (dat ook werkt op personeel van McDonalds en supermarktmeisjes die net voor mijn neus proberen hun kassa te sluiten…), maakt dat hij zijn antwoord toch maar heroverweegt. Hij boekt me snel op een andere vlucht en verzekert me dat mijn ingecheckte rugzak naar dit nieuwe vliegtuig zal worden overgeplaatst.
- ruimte voor een hysterisch lachje -
We vliegen nu via Suva, waar ik nog een uur wacht, omdat mijn aansluiting naar Labasa ook vertraagt is. In ieder geval voeren ze bij Air Pacific wel één lijn door, moet ik toegeven. Mijn rugzak is natuurlijk nergens te bekennen.
Na een nieuw bericht, dat mijn vlucht tot zeker tien uur vertraagd is, kan ik het geestelijk niet meer aan en voel ik de dammen achter mijn ogen langzaam breken. Een oud mannetje van de beveiliging lijkt oprecht begaan met mijn lot en maakt van het vinden van mijn rugzak een persoonlijke queeste. Hij belooft me dat hij mijn tas zal vinden, "Zelfs al moet ik blootsvoets naar Nadi lopen om hem te halen". Ik geloof hem.
Tijdens mijn volgende wachtsessie (nog een half uur, maar nu met gratis drankje), komt de oude man elke tien minuten naar me toe met een blik van een hoopvolle goudzoeker op zijn gezicht ("Ik denk dat ik deze keer echt iets op het spoor ben!"). Dan grijpt hij mijn arm en sleept me achter hem aan om achter de balie te komen kijken naar weer een nieuwe zwarte aktetas. Ik heb – beste lezers – een groene backpack, wat hij heel goed weet, maar ik waardeer zijn pogingen me iets beter te laten voelen. Het begint zelfs wat te werken.
Rond half twaalf heeft het grondpersoneel er ook genoeg van en wordt besloten dat het tijd is om te boarden. Nog steeds geen rugzak, dus ik besluit te praten met de jongens die de buik van het vliegtuig aan het volladen zijn.
Het blijkt niet makkelijk schreeuwend een gesprek te voeren met iemand die naast een draaiende motor met oorbeschermers op staat. Hij brult dat mijn tas vast en zeker wel aan boord zal zijn. Ik maak daarop het 'Ik wil het met mijn eigen ogen zien'-gebaar, wat meer lijkt op een combinatie tussen het 'ik hou je in de gaten'- en 'ik sta op het punt dit vliegtuig te gijzelen'-gebaar, want tegelijk schieten drie jongens in de zee van tassen en koffers.
Ze trekken van onderaf iets dat mijn hart weer doet kloppen. Mijn rugzak!
Ik heb niet eerder zo naar de uitlaatgassen en drukte van Labasa verlangd en niet eerder zo genoten van de in een plastic bakje gegoten poging-tot-sinaasappelsap die tijdens de vlucht wordt uitgedeeld en niet anders kan dan in je schoot belanden bij elke beweging van het vliegtuig.
Bij de landing moet ik bijna weer huilen en ik moet mezelf dan ook tegenhouden niet de grond te kussen bij het uitstappen (Het blijft natuurlijk wel gewoon Labasa), maar the eagle has landed.
En weet je wat? Zittend onder een mangoboom, luisterend naar het golven van de zee en de muziek van de lokale bevolking, is het makkelijk om alles weer zo te vergeten.
"Vinaka Vaka Levu, enjoy your stay and thank you for flying Air Pacific."