Queensland
Australische cultuur BYO
Articuleer de eerste “w” in het woord bie-waj-oow alsof je door volle Surinaamse lippen spreekt en je hebt een typisch en alom gebruikt Australisch fenomeen in de mond genomen. Het BYO-concept, weet je swa. BYO is Bring Your Own in het kort; en alleen daarom al typisch Australisch, want zoals je zult merken in het vervolg van deze blog hebben Australiërs een uitgesproken voorkeur voor afkortingen. Hoewel mijn streven om voor mijn vertrek naar Brisbane BYO aan mijn Nederlandse vriendenkring te introduceren niet met open armen werd ontvangen, heb ik hier mijn handen vol aan al die zaken waarvan ik word geacht ze zelf mee te brengen. Zo zijn er BYO restaurants, die hun business plan baseren op het omgekeerde doggy bag-concept. In plaats van dat mensen hun etensresten vanuit het restaurant naar huis meenemen, zoals ik in Arizona na iedere maaltijd gedwongen was te doen (BYLeftovers), neemt men in Australië namelijk vanuit thuis zijn drank mee naar restaurants. Verder is ieder van de vele feestje die ik heb bezocht BYO, en mijn tot dusverre meest bizarre BYO item een piñata waar ik ten behoeve van een Mexican Party een week lang iedere avond voor heb zitten scheuren, lijmen en schilderen. Al roept mijn piñata strikt genomen classificatie poblemen op, aangezien je deze ook in de catechorie DIY (Do It Yourself) kunt plaatsen.
Terug in Nederland had ik mijn afscheidsfeest uitverkoren als de meest geschikte gelegenheid om mijn vrienden kennis te laten maken met het BYO-concept. De ervaring die ik heb met mislukte pogingen om hen kennis te laten maken met mijn favoriete Amerikaanse drankspel uit mijn tijd in Arizona, namelijk beer pong, had mij echter moeten behoeden voor wederom een gefaalde poging om een buitenlandse gewoonte op te dringen aan Hollanders. Nadat ik het Facebook event “Maaike’s BYO BBQ Afscheidsfeest” had gecreëerd en de uitnodigingen voor het bijwonen van dit culturele evenement had verstuurd gooide moeders namelijk roet op de barbecue. Zij had alles onder controle, zo meldde ze mij. Kilo’s vlees lagen reeds in de vriezer, salades waren in gedachten al gefinished met dressing, en de logistiek om alle gasten van gekoeld Heineken te voorzien was gepland.
Zodoende was ik gedwongen de genodigden bekend te maken dat de plannen gewijzigd waren. Eén van mijn vrienden met Afghaanse wortels bekende opgelucht dat hij de originele uitnodiging eerlijk gezegd al weinig uitnodigend vond. “Is dat wat Nederlanders gastvrijheid noemen?”, hoorde ik als de impliciete vraag die onder zijn opmerking schuilde. Helaas, kan ik met recht stellen, want inmiddels heb ik op Brisbane’s West End Market kennis gemaakt met de Afghaanse keuken in de vorm van een bolani en heb ik hoge verwachtingen ontwikkeld over Afghaanse BYO gerechten. Broerlief’s reactie op de aangepaste plannen was vergelijkbaar. Hij was als geboren en getogen Hollander echter ietwat directer in zijn oordeel: “En terecht. Raar gedoe altijd met jou”. Wat niemand zich op dat moment besefte was dat mijn BYO uitnodiging geen uiting was van de, zoals mijn nieuwe Belgische huisgenoot Hans mij plagerig meldde toen we de verschillen tussen Nederlanders en Vlamen bespraken, typisch Nederlandse tegenzin om geld te besteden. In tegenstelling was het een poging mijn afscheidsfeest een Australische draai te geven. Zelfs mijn aanmoediging om kangaroovlees mee te brengen kon mijn gasten echter niet van dat feit doordringen.
Gelukkig kreeg ik in Australië een herkansing om mijn vrienden te betrekken in een BYO feestje, namelijk ter gelegenheid van het opwarmen van onze ‘Cow & Bat’. Wederom nodigde de uitnodiging gasten uit voor een BYO BBQ, maar wederom viel dit plan gedeeltelijk in het water. Waar in Nederland echter de BYO lettercombinatie afviel, vielen in Australië de 2B’s en de Q weg. Immers, zonder barbecue of moeder die “alles onder controle heeft” geen barbecue. Maar “no worries”, want het BYO idee bleef overeind en werd door alle genodigden, die hier immers niet anders gewend zijn, omarmd. Zo werd onze housewarming er één van diverse meegenomen fingerfoods, een portie van huisgenoot en chefkok Jade’s meest smakelijke nacho’s en, hoewel niemand een portie mals kangaroovlees meebracht, ware Australische vleessnacks bekend uit de Australische film The Castle (1997). “What do you call this, love?” Rissoles, wat simpelweg neerkomt op een balletje gekruid gehakt met broodkruim – in dit geval bereid in onze wok. Uiteraard ontbraken ook de nodige dranken niet, want, zoals ik hier inmiddels ondervonden heb, de vele lege bierkratten en drankflessen die ik de dag na mijn afscheidsfeestje in Nederland terugvond blijken ook een symbool van Australische cultuur te zijn.
Met mijn contributie aan de Australische BYO feest kalender voel ik me weer een stukje verder geïntegreerd in Brisbane. Verder draag ik vrijwel altijd en overal een six-pack van mijn favoriete Australische bier, namelijk James Squire, zoals de verkoper van mijn lokale BWS (Beer, Wine, Spirits) shop met de dorstoproepende naam, de Thirsty Camel, inmiddels weet. Je weet hier immers maar nooit waar je een feestje tegenkomt. Bovendien, zoals ik me vandaag na het zien van een MYO (Make Your Own) Logo mijn moeders goede advies herinnerde, het slagen van mijn Australische avontuur is afhankelijk van wat ik er zelf van maakt. En zoals mijn moeder het BYO onder controle had, zo moet ik dat MYO in de hand zien te houden.