Phillip Island kennen we in Nederland vooral als de locatie van de Moto GP van Australie, maar de Ozzies kennen Phillip Island vooral vanwege een uniek natuurfenomeen: de Penguin Parade. Elke avond na zonsondergang keren honderden kleine grijze Fairy Penguins terug naar hun nesten. Helaas is er een enorm commercieel en kitscherig circus omheen gemaakt, al worden de pinguins wel goed beschermd. Enorme tribunes, schijnwerpers, blatend commentaar uit luidsprekers en duizenden toeristen maken de Penguin Parade tot een soort natuurlijke pretparkattractie. Je moet ervan houden... ik doe dat niet. Alles op Phillip Island is overigens schreeuwerig en commercieel, maar toch raad ik The Nobbies erg aan. Een stuk woeste kust à la Bretagne, met blowholes en zeeleeuwen en vogels waar je heerlijk kunt uitwaaien. Het onvermijdelijke Vistor Centre is overigens prachtig: een hypermodern gebouw met immense panoramaruiten die uitkijken op de rotsen, de woeste zee en de stuivende schuimkoppen. Leuk is dat je de zeeleeuwen via een camera zelf kunt bestuderen en met een druk op de knop krijg je ook nog een foto mee. Als je maar betaalt, want Phillip Island is wat dat betreft net Disneyland.