"Kijk toch eens waar je bent"
"Kijk toch eens waar je bent"
Reizen met kinderen; het laat je anders naar de wereld kijken en kan soms heel relativerend werken. Ook wij worden af en toe door onze zoon met de neus op de feiten gedrukt...
Een paar jaar geleden, zoon was toen 4 jaar oud, maakten we een prachtige rondreis van 6 weken door Californië. Wat genoten we van deze tijd met elkaar, en wat was het knus met z'n 3-en in de camper. Regelmatig horen we onszelf tegen elkaar zeggen: "Wat is het hier mooi: kijk toch eens waar je bent!"
Na de grotere bekende National Parks, zoals Sequoia en Yosemite, besloten we de rust van Noord Californië op te zoeken: bergen, uitgestrekte wouden en prachtige meren. Op de terugweg richting San Francisco verblijven we een paar dagen in Mendocino, een leuk plaatsje aan de kust.
We besluiten een kanotocht te maken, over de Big River. Bij de brug over de rivier, is verhuurbedrijf 'Catch-a-canoe' gevestigd, hier huren we een bijzondere 3-persoons houten kano met zijdrijvers. Deze zijn extra stabiel op deze rivier, die de eerste 12 kilometer beïnvloed wordt door de getijden vanuit zee. Als we de kano meeslepen naar de waterkant waarschuwt een van de jongens van het verhuurbedrijf ons: "Let op, over een uur of 2 wordt het eb, probeer voor die tijd terug te komen, want je hebt anders flinke stroming tegen." We kijken elkaar aan, halen stoer onze schouders op en wagen het erop. We krijgen beiden een peddel, en zoonlief mag prinsheerlijk in het midden zitten. De zon schijnt en we peddelen optimistisch de rivier op.
Het is sprookjesachtig mooi; we zijn omringt door enorme bomen, stilte, vogels en zien zelfs een otter. We kijken speurend de rivier af, want je kunt hier zelfs zeehonden tegenkomen. We zuchten vol bewondering: "Kijk toch eens waar je bent". Onderweg leggen we de kano op de kant en eten een broodje. We liggen in het hoge gras en luisteren naar het ruisen van de wind door de bomen. Onze zoon vangt visjes met een leeg flesje water en het leven is mooi.
Dan besluiten we om te keren en terug richting het beginpunt te peddelen. De stroming is iets sterker merk ik, maar het valt reuze mee. Af en toe pak ik mijn fototoestel en schiet een mooi plaatje, of wijs naar een vis onder water of een grote vogel in een boom. Ik zucht: "mooi he, en de stroom valt reuze mee". Achter me blijft het opvallend stil. Als ik omkijk kijk ik in een gezicht dat op onweer staat, en manlief heeft het zweet op zijn voorhoofd staan. "Valt wel mee? Valt wel mee? Ik peddel me rot! Als je nou eens een beetje zou helpen?!" krijg ik naar mijn hoofd geworpen. Oeps...Vandaar dat het zo licht voelde om te peddelen, mijn 'inspanningen' hielpen nauwelijks...De stroming wordt steeds sterker, en het is echt 'vechten' tegen het water. De sfeer slaat om en daalt tot een dieptepunt. We ploeteren en ploeteren, en kijken af en toe op, in de hoop dat de brug al in zicht is. Onze armen doen pijn en we mopperen dat we beter terug kunnen gaan lopen. Als we bijna op het punt staan echt boos op elkaar te worden verzucht een klein stemmetje tussen ons in: "Sjonge jonge, kijk toch eens waar je bent"....