Santiago
Mañana mañana
“Adios! Feliz Navidad!” De vrolijke jongen van ons hostel zwaait ons enthousiast uit. Het is tijd voor het volgende avontuur. We hebben in Santa Catalina heerlijk drie dagen genoten van de zon en de zee met haar golven om op te surfen en koraalriffen om in te duiken. Helaas hebben we bij Isla Coiba (wat bekend staat om legendarische duiken) geen manta’s of whale sharks gezien, maar het was toch een unieke ervaring om met de white tip sharks te zwemmen! Het vissersstadje leent zich perfect om even helemaal tot jezelf te komen en, hoewel het toerisme enorm opkomend is, kun je nog perfect genieten van het simpele leven van alledag samen met de lokale bevolking.
Maar nu wordt het dus tijd voor de volgende bestemming: Boquete. Om daar te komen moeten we eerst naar Soná met een busje. Het landschap wat we doorkruizen is prachtig, we zijn omringd door groene heuvels en af en toe komt er een stukje bos voorbij. Langs de weg rijden nog cowboys met witte sombrero’s en de route slingert tussen gezellig kabbelende beekjes door. Na twee uur hobbelen komen we aan in het wat drukkere Soná en begint de zoektocht naar onze bus. We hadden gehoopt rechtstreeks naar David te kunnen, maar helaas is de waarheid anders. We moeten eerst twee uur met de bus naar Santiago om daar vervolgens weer over te stappen op de bus naar David. Er zit niks anders op dus dan in de bus naar Santiago te stappen. Na twee uur tussen lokalen gezeten te hebben, komen we aan bij de terminal. Daar wordt ons verteld dat we naar een andere terminal moeten voor de bus naar David. Snel een taxi geregeld en binnen vijf minuten staan we op het grote busstation van Santiago.
Daar staan overal waar we kijken mensen in rijen te wachten en rijden volle bussen af en aan. Ik ga het tickethokje binnen om in de rij aan te sluiten. “Two tickets to David please?” vraag ik beleefd als ik aan de beurt ben. “Què?”, antwoord de chagrijnige vrouw achter de balie. “Uh dos tickets a David?” probeer ik. “No, mañana”, de vrouw gebaart naar de volgende in de rij. “No no, now, en dia!”, antwoord ik. “No mañana, mañana!” Wat nou manana, ik wil vandaag! Maar de vrouw begint degene achter mij al te helpen en lijkt zich niet meer te bekommeren om mij. Hulpeloos kijk ik om me heen. “Excuse me, dos tickets a David!” probeer ik nogmaals. “No ingles! Autobus a David completo, mañana!”. Ik snap er niks van. En degene achter mij koopt wel gewoon tickets naar David. “Ok, dos mañana then”. Ik neem me voor een cursus Spaans te volgen als ik terug in Nederland ben, maar daar heb ik op dit moment niks aan. Dus dan maar twee tickets voor morgen bestellen. “No no, completo, el día después de mañana”. Weer begint de vrouw de volgende te helpen die wel gewoon tickets krijgt. Nu begin ik boos te worden, waarom kan ik niet gewoon tickets kopen?! “Sorry, why can’t I buy tickets for tomorrow?” De vrouw kijkt me onbegrijpelijk aan en gaat verder waar ze mee bezig is. Ik ga voor het hokje staan en kijk haar indringend aan. “Reservado” zegt ze met een blik waar ik bang van wordt en gebaart me aan de kant te gaan. “Una persona hables ingles?!” roep ik in paniek. Er komt een mannetje naar me toe die in gebrekkig Engels zegt dat de bussen vol zijn door kerstmis en dat ik in Panama City had moeten reserveren. Maar hoe kom ik dan in David? Gewoon morgen terug komen en weer proberen is zijn antwoord.
Verslagen loop ik weer naar buiten. Ik leg mijn broer uit dat de bussen vol zitten en dat we niet naar David kunnen. Na een klein overleg besluiten we om ergens anders heen te gaan en niet te wachten tot morgen. Ons avontuurlijke reisinstinct komt naar boven en we besluiten het eerste busje te pakken dat vertrekt. Die gaat naar Santa Fé en na snel even de Lonely Planet in gekeken te hebben, stappen we in het lege busje. “Dónde bajar?” vraagt de jongen die onze tassen op het dak bindt. “Bajar?”, ik krijg steeds meer spijt dat ik geen woordenboekje heb meegenomen. “Si, dónde bajar?” Ik weet wat dónde betekent, maar bajar?! “Santa Fé?” zeg ik hoopvol. “Si si, Santa Fé, pero dónde bajar?” Ik kijk m’n broer vragend aan. Door mijn vooropleiding Latijn kan ik nog wel enigszins dingen begrijpen, maar nadeel is daardoor wel dat ik alle ‘gesprekken’ ook voor mijn broer moet oplossen, want die snapt nog niet wat ‘Hola’ betekent. En aan zijn blik te zien snapt hij er inderdaad niks van. Ik haal mijn schouders op en ga op een stoel zitten. “A centro?”, de jongen gaat geïrriteerd door met de tassen vastbinden. “Si centro!”, gefrustreerd kijk ik uit het raam. Een niet toeristisch land is niet altijd een voordeel om te bereizen...
Na twee uur door weer een totaal ander landschap te hebben gereden worden we ‘a centro’ uit het busje gezet. Verloren kijken we om ons heen. Geen toerist of hostel te bekennen. Ik loop naar een oud mannetje die langs de weg zit toe. “Dónde es una hostales?” “Ahh hostales!” er volgt een hele uitleg hoe we bij het hostel moeten komen waar ik uiteraard niks van snap. Met gespeelde trots vertel ik mijn broer dat ik alles begrepen heb en dat we naar links moeten. Hij kijkt me ongelovig aan maar volgt me gedwee. En wonder boven wonder verschijnt daar inderdaad het hostel om de hoek. We krijgen de twee laatste bedden van de dorm dankzij een annulering. Opgelucht ploffen we neer op bed als we twee mensen binnen zien komen. “ Hallo, wer do joe com from?” “Hahaha Nederland!”, ik ben nog nooit zo blij geweest om mijn eigen taal te kunnen spreken!