Westkust Mexico
Twee werelden van verschil
Op Valentijnsdag stap ik met vier meiden in mijn net gekochte auto. We gaan onze eerste grote trip maken met een roestbak van 1000 dollar dus we vinden het allemaal best spannend. De totale reis zal ongeveer acht uur in beslag nemen en leidt ons van Santa Barbara, USA naar Ensanada, Mexico. Vol goede moed en enthousiasme vertrekken we met drie auto’s en totaal 13 mensen richting San Diego. De eerste vijf uur gaan vlekkeloos en we blijven mooi achter elkaar rijden.
We komen steeds dichter bij de grens van Mexico en na 10 minuten in de file staan ben ik de rest van de auto’s al kwijt. Na de anderhalf uur durende file komen we eindelijk echt bij de border aan en we kunnen zo doorrijden, dat gaat makkelijk! Maar nog steeds geen glimp van de andere twee auto’s... We moeten overal meteen doorrijden en kunnen nergens stil staan om even te bellen dus rij ik maar gewoon rechtdoor. De meiden achterin proberen ondertussen te bellen naar onze reisgenoten, maar geen enkele telefoon werkt nog op het Mexicaanse netwerk.
Ik laat me echter natuurlijk niet kennen en pak stoer de volgende afslag, zonder enig idee te hebben waar die heen leidt, wat het nodige commentaar oplevert van mijn passagiers. Het blijkt na een aantal minuten dat we de afslag naar Tijuana hebben genomen en dat was nou net niet de bedoeling. We hadden namelijk nogal alarmerende verhalen gehoord daarover. De meiden beginnen al angstig te worden, maar avonturier als ik ben, kon de lol er wel van inzien. Dus reden we wat later (met onze auto die bijna uit elkaar viel) door de straten van Tijuana en werden we bij elke meter doordringender aangestaard door de Mexicanen. Het was inmiddels ook al donker geworden en de sfeer werd steeds dreigender. We hadden geen idee hoe we weer terug op de snelweg konden komen en durfden het ook niet te vragen. Vijf blanke meisjes in een Amerikaanse auto trekt nogal de aandacht en een aantal keer werd de weg zelfs voor ons geblokkeerd door grote mannen die dreigend op de ramen klopten. De anderen waren ondertussen helemaal in paniek geraakt en ik moet toegeven dat ik zelf ook niet meer zo stoer was.
Nadat we uiteindelijk toch maar in gebrekkig Spaans de weg hadden gevraagd kwamen we om 23.30 eindelijk aan bij het hotel en daar stonden de anderen te wachten. We popelden om ons spannende verhaal te vertellen, maar het was niks vergeleken bij wat de mensen van de andere twee auto’s hadden meegemaakt. Toen zij er namelijk achter kwamen dat wij echt verdwaald waren, stopten ze op een parkeerplek naast de snelweg om op ons te wachten en te bellen. Uiteraard hadden ook zij geen bereik en besloten maar gewoon te wachten totdat wij langs zouden komen. Na een half uur kwamen er echter politieagenten aan die beweerden dat ze daar niet mochten staan en een boete moesten betalen. Overal stond duidelijk aangegeven dat het een parkeerplek was en ze weigerden dus om te betalen. Toen werden ze allemaal liggend op de grond gefouilleerd met een geweer tegen hun hoofd en al hun bezittingen werden ingenomen. Ze moesten 600 dollar losgeld betalen om niet naar de gevangenis te moeten. Dat was wel even slikken dus en de stemming hakte er behoorlijk in. Welkom in het corrupte Mexico!
Maar we konden natuurlijk niet onze reis laten verpesten door deze gebeurtenissen en de dag daarna zijn we Ensanada gaan ontdekken. Wat een verschil met Amerika zeg! Kinderen komen van alle kanten op je af stormen om kleine kauwgumpjes of pennen te verkopen en er zijn verschrikkelijk veel dakloze vrouwen met kinderen. Hartverscheurend om te zien, maar als je één iemand geld geeft, dan komt het halve dorp achter je aan. Voor mij was het de eerste ervaring met echte armoede en ik was er behoorlijk van ontdaan. Ik schaamde me er zelfs voor om die avond in een restaurant te gaan eten terwijl een paar meter verderop mensen niet eens een dak boven hun hoofd hadden. Het is oneerlijk verdeeld in de wereld...
De verschillen werden dat weekend alleen nog maar duidelijker toen we terug gingen richting Amerika. Zodra we uit Ensanada vertrokken, stonden we al een in dichte file. Het was een chaos met overal toeterende auto’s en schreeuwende politieagenten en het verbaast me nog steeds dat mijn auto er zonder deuken af is gekomen. Hoe dichter we de grens naderden, hoe meer mensen je rond de snelwegen zag. Tussen alle wegstrepen stonden kraampjes met spullen en mensen kropen bijna over je auto heen om hun waar te verkopen. Er leven enorm veel gehandicapte mensen langs en op de weg die zich met skateboards voort bewegen om voor een dollar het McDonalds afval van de Amerikanen weg te gooien. Kleine meisjes met baby’s op hun arm bedelen om de overgebleven peso’s van de vakantiegangers en kinderen rennen tussen de auto’s door om waterflesjes te verkopen. Ik heb nog nooit zoveel verschil tussen arm en rijk gezien dan op dit stukje snelweg.
Dit keer werden we enorm streng gecontroleerd bij de grens en nadat al onze tassen overhoop waren gehaald, konden we weer het rijke Amerika in. Ik ben de rest van de rit stil geweest van wat ik allemaal gezien had. Dat voor en achter de border zo’n wereld van verschil zit had ik niet voor mogelijk kunnen houden.