Chichén Itzá is de bekendste stad uit het tijdperk der Maya's. De piramide van Kukulcán (de oppergod) is het grootste bouwwerk, bijzonder vanwege het geometrisch en astronomisch vernuft - waar de Maya's klaarblijkelijk al veel verstand van hadden. Zo heeft het gebouw evenveel traptreden als er dagen in een jaar zitten, en valt er twee keer per jaar een bijzonder verschijnsel te aanschouwen wanneer er sprake is van een equinox (dit is het moment dat de zon recht boven de evenaar staat en dag en nacht even lang zijn, omstreeks 21 maart en 22 september). Er is dan namelijk op de zijkant van de trap de schaduw van een slang te zien, en laat Kukulcán nu ook net een slangengod zijn... Vele toeschouwers komen jaarlijks dit fenomeen bewonderen. Dat geldt niet voor ons, maar op deze foto is wel goed te zien wat een bouwkundig hoogstandje de Maya's hebben neergezet - één en al strakke lijnen.