Trouble in paradise
Trouble in paradise
Oktober 1993,
Na 4 weken rond getrokken te hebben door Mexico en Guatemala, besluiten mijn (ex-)vrouw en ik om een aantal dagen van het strand te genieten op het paradijselijke eiland Caye Caulker voor de kust van Belize, alvorens we weer naar boven reizen naar Yucatan.
De boottocht vanuit Belize-city is grandioos. Niet zo zeer vanwege de uitzichten, maar vanwege de snelheid waarmee deze powerboot over het water raast. Twee 200PK motoren hangen er achter. Regelmatig komen we los om vervolgens weer met een harde dreun op het water te knallen.
Mijn vrouw vind het niks. Ik wel.
Op Caye Caulkner waan je je in Jamaica. De bevolking is er donkerder dan in de rest van Belize en zonder uitzondering zijn de mannen allemaal rastafari.
Het kleine eiland kent geen geasfalteerde wegen en men verplaatst zich per fiets of golfkar. Auto's rijden er niet.
Reggae muziek voert de boventoon en de wietlucht van de lokale ganja komt je op elke straathoek tegemoet. De atmosfeer is er heel erg relaxed en laidback. We vermaken er ons opperbest.
Aangezien we enkele maanden geleden ons duikbrevet hebben gehaald, informeren we naar de mogelijkheden voor een duiktrip.
We schrikken enigszins van de prijs (omdat we maar met zijn 2-en zijn) en als we vertellen dat we er nog even over moeten denken, biedt de schipper een alternatief aan.
Snorkelen!
Snorkelen?
Dat klinkt ons niet echt veelbelovend in de oren. We hebben immers een duikbrevet, en dan ga je toch niet snorkelen zo is onze gedachte.
Maar, zegt ie.
Wat denk er je er van om lamantijnen (zeekoeien) te zien en te snorkelen tussen pijlstaartroggen en haaien?
Oh, maar nou wordt het wel aantrekkelijk, zeg ik tegen mijn vrouw.
En zo zitten we de volgende dag in een krakkemikkig bootje, op weg naar Shark alley.
Eerst varen we langs de wateren waar de lamantijnen zich bevinden. Het is prachtig om zulke logge beesten te zien die zich heel traag in het water voortbewegen. Soms komen ze boven, maar omdat ze zich in ondiep water bevinden zijn ze onder water ook heel goed te zien.
Het is een beschermde diersoort en daarom mogen we er niet snorkelen.
Jammer, maar begrijpelijk.
Een half uur later komen we aan op Shark alley. Een gedeelte van de Caribische zee waar het stikt van de pijlstaartroggen en rif- en zusterhaaien.
Put your gear on and have fun, zegt de schipper terwijl hij nog een grote joint op steekt.
En daar gaan we.
Eenmaal in het water is het nauwelijks te beschrijven.
Tientallen haaien en roggen zwemmen langs en onder je door. Het goedkope onderwatercameraatje maakt overuren. Wat is dit super!
Regelmatig duik ik naar beneden om er echt tussen te kunnen zwemmen.
Het fotorolletje is inmiddels vol geschoten.
Wanneer ik onder water nog van het schouwspel aan het genieten ben, gebeurt het.
Een helse pijn trekt door mijn lichaam. Ik schrik zo erg dat ik per ongeluk een slok zout zeewater binnenkrijg.
In een reflex kijk ik achterom en zie ik de motherfucker achter me.
Hij kijkt me aan met zijn glazige duivelse ogen en zwemt vervolgens pijlsnel de diepte weer in.
Het water rondom me kleurt rood van het bloed.
Mijn vrouw heeft het zien gebeuren en schreeuwt in paniek naar de schipper.
En ik weet het op dat moment ook even niet meer. Ik ben gebeten door een murene en het weefsel van mijn vingertop hangt los. En ik zie bloed, veel bloed.
Hoe was het nou ook alweer, denk ik bij mezelf. De combinatie van bloed en haaien?
Maar gelukkig blijken de haaien hier allemaal een verstopte neus te hebben. Geen enkele haai keurt me een blik waardig.
De schipper is inmiddels met zijn boot naar ons toe gevaren, en word ik door hem aan boord geholpen.
Mijn vinger, doorweekt van het water, bloedt nog als een rund en mijn vrouw wikkelt er een t-shirt om heen.
De schipper vaart inmiddels met volle kracht terug naar Caulker. Maar aangezien aan deze boot geen 400pk hangt duurt het een eeuwigheid. Althans, zo lijkt het en mijn vinger blijft maar bloeden.
Eenmaal op het eiland word ik naar de eerste hulp post gebracht. Er is geen dokter aanwezig, maar wel een verpleegster.
Ik krijg een tetanusspuit in mijn bil en een verdovingsspuit midden in de wond.
Ze verontschuldigt zich door te zeggen dat het niet 'mooi' gehecht kan worden. Maakt me niet uit, zeg ik, als het maar effectief is.
Na een kwartier is de klus geklaard en vraag ik wat ik moet afrekenen.
Niets, antwoordt ze. Medical care is free on the island, but feel free to donate.
Met een kloppende vinger zit ik een paar uur later in de lokale pub.
Ik ben het gesprek van de avond, en de "What ya doing man" en de "Take care man" vliegen om mijn oren.
Murenen staan bekend als agressief, maar alleen als ze geprovoceerd worden. Dus gelooft niemand dat ik zomaar, zonder een reden, aangevallen werd. Ik zal het wel uitgelokt hebben.
Maar toch was dat niet zo. Hij viel van achteren aan en ik heb het niet zien gebeuren.
Totdat een oude man mijn ring ziet.
Mogelijk heeft hij, door de glinstering in het water, mijn ring aan gezien als aas, zegt ie.
De laatste dagen op het eiland zijn niet fijn. Mijn vinger klopt de gehele dag door en ik mag het water niet in.
De terugreis naar Playa del Carmen, -in 1993 nog een klein pittoresk vissersdorpje-, verloopt voorspoedig en na 7 dagen mogen mijn hechtingen er uit.
Het is een kwestie van een paar minuten, maar de Mexicaanse arts vraagt er US$ 50 voor. Als ik hem vertel dat het hechten in Belize gratis was haalt ie zijn schouders op. Dat kan, zegt ie. Maar this is Mexico.
De laatste avond zitten we gezellig wat te drinken bij de Crazy Parrot als we een ander Nederlands stel ontmoeten. Ook zij hebben een rondreis gemaakt en we delen wat ervaringen.
Als Caye Caulker ter sprake komt zegt de jongen "Ja daar waren wij verleden week nog. Wisten jullie dat daar onlangs een Nederlandse gast gebeten is door een murene"?
Lachend kijk ik naar mijn vrouw en laat hem het litteken op mijn vinger zien.
-Murenenfoto is van internet-