De Andes trek
De Andes trek
1. De Andes trek
Vanuit Mérida vertrek je met een gedeelte van je bagage voor een vier daagse trektocht. Met jeeps wordt je de heuvels in gereden tot een punt vanwaar de wandeling begint. Je kunt wel verder met de auto maar het is veel leuker om het laatste stuk naar Los Nevados te lopen. Trouwens in Mérida kon je kiezen uit een aantal activiteiten, ik had gekozen voor een parapente sprong. Dus van een heuvel af springen, hangend aan een parachute. Niet in m’n uppie hoor, je zit vast aan iemand die het voor zijn beroep doet. Maar wel heel mooi om zo boven het dal te zweven, je voelt je dan heel klein. En ik vond het best wel spannend, ben niet zo'n durfal.
De jeeprit duurt zo'n vier uur en zoals gezegd, in het laatste stuk loop je in zo'n drie uur (de snelste lopers van de groep deden er slechts 1 1/2 uur over!) naar de 2700 m. en je bent in Los Nevados. Je loopt dan in een heuvelachtig landschap met de rivier Nuestra Señora aan je rechterhand. Het is niet steil maar de uitzichten op het Andesgebergte zijn wel wonderschoon. Je overnacht in een posada (herberg) met een aantal op een soort slaapzaal (er waren vier van deze zalen), dus wel je slaapzak mee. Je eet in twee groepen omdat de eettafel en de kookplaats waarop ze het eten bereiden niet groot genoeg was voor de hele groep!! De volgende ochtend kun je kiezen tussen een fikse wandeling van wel zes uur. De wandeling was heel erg zwaar. Je gaat eerst omhoog, daalt weer af naar die rivier die ik noemde en moet vanuit het dal weer omhoog klimmen langs steile paadjes om bij het dorpje te komen. Maar wederom, men had wel genoten van het berglandschap en de kleine boerderijtjes die her en der verspreid op de heuvels van de berg liggen. Hoe men daar kan overleven is een wonder vindt ik.
De volgende ochtend is het op tijd uit de veren om nog hoger te klimmen. Gelukkig hebben ze daar muildieren voor ingehuurd. je mag dus op de rug van zo'n muildier naar een hoge pas toe, wij hadden het ongeluk dat het bijna de hele dag regende maar je heb weer enorm mooie vergezichten over het
berglandschap en hoe hoger je komt hoe ijler de lucht wordt. Je zit zo'n vier á vijf uur op de muildieren voordat je de bergpas Aldo de la Cruz bereikt hebt. En dan heb je wel een houten kont van het zitten hoor en stijf in de benen. Maar onderweg enorme lol gehad met die beesten, althans de manier waarop ze werden voortgedreven. Want er lopen met verschillende groepjes muildieren ook een begeleider mee, deze loopt (!!!!) dus het hele stuk. Moest de beesten af en toe wel opjagen anders gingen ze niet vooruit en dan sloegen die muilezels aan het hollen, een komisch gezicht met die Hollanders op hun rug!!
Op 4.200 meter hoogte ben je dus op de pas en gaat het vandaar naar beneden, voor de zekerheid gaan er een paar muilezels mee, voor bagage en voor 'zieke' reisgenoten. Het was dus een hele optocht de berg op. Boven aangekomen merk je het wel hoor, ijle lucht en toch wel moe ondanks het zitten!
Het uitzicht vergoed veel, aan de 'andere' kant van de berg heb je dus een prachtig uitzicht op besneeuwde top van de Pico Bolivar (de hoogste berg van Venezuela: 5.200 m.). En je komt er ook achter dat er vanuit Mérida naar deze kant van de berg een kabelbaan loopt. Ze vertelde ons de langste en hoogste van de wereld. Toen ik er was was de kabelbaan buiten bedrijf. Wellicht werkt hij nu weer! Ook heel veel mooie planten onderweg zoals de reuzenedelweiss (frailejón) en andere bergplanten die in de kou kunnen leven.
Vanaf de pas daal je weer af (lopend) naar Valle de Los Calderones. Daar staat een klein boerderijtje voor het onderdak, ook weer in slaapzalen. En hier heb je je slaapzak meer dan nodig: KOUD!!! 's Nachts heb je hier als het onbewolkt is een hele mooie sterrenhemel. Prachtig om te zien!
De volgende dag daal je dus verder af naar Mérida over soms moeilijk begaanbare paden langs 'páramos (open graslanden), door nevelwouden en tenslotte door tropisch bos en dan ben je zo rond het middag uur in de buurt van Mérida (plaatsje heet: Mucunnután). Daar staan de jeeps je weer op te wachten en brengen je naar het hotel voor een heerlijk maal en een lekker bad (of omgekeerd!). Het eten onderweg bestaan uit simpele maaltijden en verwacht niet te veel van de accommodatie (slaapzalen en koude douches!). Meer is er ook niet en zo leer je wel een beetje hoe de mensen in de Andes leven: simpel en met weinig tevreden!