Een ander mens door Kajana
Een ander mens door Kajana
Paramaribo lijkt na vijf dagen binnenland opeens een drukke metropool in plaats van het rustige plattelandsstadje dat het in feite is. De keiharde muziek die uit de auto's schalt klinkt nu wel heel erg luid in vergelijking met de rustgevende vogelgeluiden in de jungle. We hebben genoten van ons relaxte verblijf in Kajana-Kosindo, een Saramacaans dorp, ruim 200 kilomter ten zuiden van Paramaribo. In dit dorp wonen bosnegers, ook wel marrons genoemd. Hun voorouders zijn gevluchte slaven die zich in de jungle hebben gevestigd.
Afgelopen maandagmiddag zijn we met een klein Cessna-vliegtuigje vanaf Paramaribo naar Kajana-Kosinda gevlogen. Dit vliegtuigje was nog kleiner dan 'de sigaar' waar we mee gevlogen hadden in Bolivia, dus jullie begrijpen dat ik stond te juichen (not). Hoe vaak iedereen me ook vertelt dat zo'n klein vliegtuigje vele malen veiliger is dan een grote Boeing 747, toch geef ik de voorkeur aan een groot bakbeest. Tot overmaat van ramp maakte het vliegtuigje ook nog twee tussenlandingen in de jungle voordat we onze plaats van bestemming hadden bereikt. Het uitzicht was echt schitterend, hoor. Vanuit de lucht lijkt Suriname net een grote broccoli, je ziet alleen maar bos en af en toe wat water. Helaas ook behoorlijk vervuild water door bauxiet-en goudwinning. Bij de eerste landing kreeg zelfs Mats klamme handjes, want we vlogen zo laag over de boomtoppen dat we ze voor ons gevoel op een haar na niet raakten. De landingsbaan was een simpel grasveldje, naast een dorp.
Twintig kinderen
Gelukkig ging alles goed en kwamen we na ruim een uur veilig in Kajana-Kosindo aan. We waren in totaal met z'n vijven: Bart en Sanne uit Utrecht en Hugo, een Surinamer uit Paramaribo. Onze gastheer Nanjaman (hij die veel eet) stond ons al met een kleine dorpsdelegatie op te wachten. We werden in een korjaal (een klein houten bootje) geladen en voeren naar de overkant van het water waar onze hutjes direct aan het water lagen. Helemaal geweldig. Er hingen twee hangmatten op de veranda, we hadden de beschikking over twee bedden met muskietenet en, heel luxe, een eigen douche en toilet! Nanjaman vertelde dat hij in totaal twintig kinderen had bij zes vrouwen. De oudste was 39 en de jongste zat nog in de buik. In de Saramacaanse cultuur is het heel normaal dat je met meedere vrouwen getrouwd bent. In het dorp woonden twee van zijn vrouwen, waarvan err dus een hoogzwanger was. Verder waren een stuk of tien van zijn kinderen in het dorp aanwezig en nog wat zussen, broers, nichtjes en neefjes. Het heeft ons zeker drie dagen gekost om uit te vogelen welk kind nu bij welke moeder hoorde en wie dan de vader was.
De meeste kinderen van Nanjaman wonen normaal in Paramaribo, omdat ze daar naar de middelbare school gaan. In Kosindo is het namelijk alleen mogelijk om beperkt basisonderwijs te volgen, dat wil zeggen als er voldoende onderwijzers aanwezig zijn! Voor een vervolgopleiding moet je dus naar de stad. Nu was het echter zomervakantie en de meeste kinderen waren daarom thuis. Nanjaman zelf sprak beperkt Nederlands, zijn kinderen wel wat beter, maar ze spraken het liever niet. Hoewel Nederlands de officiële voertaal is in Suriname, valt ons op hoe weinig het gesproken wordt. Surinamers spreken onderling Surinaams met elkaar, of te wel Sranantongo en de verschillende bevolkingsgroepen (Javanen, Hindoestanen, Creolen, bosnegers en Chinezen) spreken onderling hun eigen taal. Als wij iemand in het Nederlands aanspreken, spreken ze wel keurig Nederlands terug, maar in een taxi met alleen Surinamers wordt er Sranantongo gesproken en verstaan wij er dus geen woord van. Het voelt voor ons heel onlogisch dat Nederlands hier nog steeds de voertaal is.
De kinderen waren dolblij met een verzetje tijdens hun vakantie en zij hebben ons dan ook vijf dagen trouw vergezeld tijdens onze trips, we hebben met elkaar gezwommen en spelletjes gespeeld. Het was echt beregezellig! De meiden hadden vooral aandacht voor Sanne en mij en de jongens waren natuurlijk in Bart en Mats geinteresseerd. De rivier is de belangrijkste plek in het dorp. Hier wast iedereen zich, het eten wordt schoongespoeld, de afwas gedaan en de kleren schoongeschropt. Ook onze kleren zijn onder handen genomen door twee meiden en ze zijn nog nooit zo schoon geweest! In het dorp woonde ook een gehandicapt jongetje met een spierziekte en een blinde jongen. Zij werden echter volledig opgenomen in de dorpsgemeenschap en hadden een goed leven. Wij hebben vooral veel gespeeld met 'Thake your time' (serieus, dat was zijn naam), het jongetje met een spierziekte. Elke ochtend zocht hij ons op bij onze hut om samen met zijn houten vliegtuigje te spelen.
Me Tarzan, you Jane
Echt veel hebben we niet ondernomen, maar dat was juist zo ontspannend. De tweede dag zijn we met een boot naar Awaradam gevaren, een stroomversnelling in de buurt, waar we heerlijk konden zwemmen, glijden en genieten van een natuurlijk bubbelbad en de derde dag zijn we op trekking geweest naar de Okkoberg. Dit was heel gaaf, maar wel behoorlijk zwaar. In de volle hitte hebben we eerst 2,5 uur door de jungle gelopen, waarna we de Okkoberg hebben beklommen. Dit was geen normale beklimming, we moesten ons letterlijk omhoog trekken aan lianen en uitstekende wortels van bomen. We voelden ons net Tarzan en Jane. Echt, ik heb nog nooit van mijn leven zo gezweet! Het water liep letterlijk in stralen over mijn hoofd en rug. Alle westerlingen bezweken bijna, maar de kinderen van Nanjaman hadden natuurlijk geen centje pijn en huppelden vrolijk op hun blote voeten (!) de berg op. Het uitzicht vanaf de berg op de omliggende jungle was geweldig mooi. Helaas moesten we na de lunch weer naar beneden slingeren en weer 2,5 uur teruglopen naar de boot. We waren kapot en sliepen 's avonds dan ook als een roos.
Kojak
Een grote liefhebberij van de vrouwen in het dorp is het vlechten van hun haar. Iedere dag hebben ze wel weer een ander kapsel. Natuurlijk hebben twee dochters van Najaman mijn haar ook onder handen genomen. Ik was dan ook een echte surfbabe, ha, ha! Zelfs Mats moest er aan geloven, maar die had toch meer belangstelling voor het kapsel van de jongens en dat is...ultrakort. Jean, de oudste zoon van Najaman, heeft zijn tondeuse er dus bijgepakt en en kwartiertje later had Mats een echt gabberkapsel! Hij wilde dit al heel lang doen en dit leek 'm de ideale gelegenheid. Ik moet eerlijk gezegd nog behoorlijk wennen aan dit Kojak-kapsel. We vonden het echt jammer dat we na vijf dagen weer terug moesten naar Paramaribo en dat gevoel was voor de kinderen geheel wederzijds. Ik kreeg vanmorgen van Saskia, de dochter van Nanjaman, zo maar uit het niets een innige omhelzing en we mochten onder geen beding onze tassen naar de boot dragen. Dat wilden zij voor ons doen. Hun manier om ons hun vriendschap te tonen. De tranen stonden me in de ogen toen het halve dorp ons vanmiddag uit stond te zwaaien op het vliegveldje. En nee, dat kwam niet door de vliegangst....