De brug voor de Blanche Marie vallen
De brug voor de Blanche Marie vallen
Met alleen de zwemspullen, water en boterhammetjes ver-trekken we. Alle andere spullen inclusief de tanks vol diesel, laten we achter in Apoera bij ons huisje omdat we niet weten waar, en of, we de auto vellig kunnen achterlaten bij de vallen. We willen niet dat de auto leeg geplunderd wordt. Onderweg, rijdend over de 52 kilometer lange niet al te beste Laterietweg, zien we tot onze blijdschap een groep Surinaamse Zijdeapen (Saguinus midas) oversteken.
Bij de spoorwegovergang gaan we nu in de richting van de pijl rechtsaf het spoor over. Na een paar kilometer staan we voor de brug waar we ook al voor gewaarschuwd zijn vanwege de slechte staat. Zo op het oog een stevig ijzeren geraamte over een rivier. Er liggen planken in de rijrichting waar we overheen moeten rijden. De ijzeren leggers liggen in verticale richting dus als de auto naast de plank zou rijden bestaat het risico dat een wiel erdoorheen zakt. Ik vind het maar een griezelige onderneming en stuur Laura en Anne-Roos alvast naar de overkant met de camera’s. Ernst doet heel relaxed het stuurwerk in de auto . Bart en ik geven de aanwijzingen aan Ernst. ’Beetje naar links, beetje naar rechts, rechtdoor, rechtdoor, ja zo gaat het goed’. Het is al behoorlijk warm, en tijdens deze bezigheid loopt het water van mijn rug. De opluchting is dan ook wel heel erg groot als de auto weer vaste grond onder de vier wielen krijgt. We zijn allemaal trots op deze avontuurlijke prestatie en hebben het er nog maar even niet over dat we ook eens weer terug moeten.