Zuidkust Ecuador
De klokkenluiders van de Pacific
Bultrugwalvis, humpback whale, ballena jorobado, baleine à bosse, Buckelwahl, Megaterra, Yubarta of Megaptera Novaeangeliae; in welke taal men zich ook liefkozend uitlaat over de Quasimodo's van de oceaan, het valt volkomen in het niet bij het luisteren naar de liefdestaal der bultruggen zelf...
Op zondagochtend in alle vroegte vertrekt een uit de kluiten gewassen speedboot met zestien ietwat gespannen opvarenden vanuit Puerto López richting het eiland Isla de la Plata. De groep hoopt een glimp op te vangen van de bultrugwalvissen die zich hier jaarlijks tussen juni en oktober ophouden om te paren. Het paringsritueel van de walvissen is fascinerend: de mannetjesbultruggen proberen de vrouwtjes uit alle macht te imponeren door prachtige verleidingsliederen te zingen die, zo blijkt uit recent onderzoek, een complexe, hiërarchische structuur hebben.
Maar zingen is niet het enige waarmee de klokkenluiders van de Pacific de lieftallige, voluptueuze dames proberen te versieren. Tegelijkertijd flirten zij er -net als de vrouwtjes overigens- lustig op los door sierlijk te dansen met hun staart. En de echte macho's gooien hun hele, logge lijf in de strijd, door met gekromde rug in z’n geheel uit het water te springen. Zullen wij zeelieden tot de gelukkigen behoren de paringsdans van deze gebochelde zeereuzen van dichtbij te aanschouwen?
Onderweg vertelt de gids dat een volwassen vrouwtje zo'n vijftien meter lang is en ongeveer dertig ton weegt. Het mannetje komt er bekaaid vanaf met een lengte van "slechts" tien meter. Wat voel ik mij als mens ineens ontzettend klein en nietig. Dat gevoel dat me keer op keer bekruipt als ik op open zee ben, met in de wijde omtrek niets dan water en lucht. Dan koester ik een bepaald soort eerbied voor de macht en de kracht die uitgaat van de immense oceaan en de onderwaterwereld die erin schuilgaat. Een wereld waarin het voor mij verborgen dierenrijk nog enigszins ongestoord zijn eigen gang kan gaan. En met deze indrukwekkende informatie wordt dat gevoel nog eens versterkt.
Het eiland komt in zicht en hoewel we voortdurend verwachtingsvol naar de oceaan hebben zitten turen, lijkt Poseidon ons vandaag niet gunstig gezind. Maar dan zie ik in de verte water omhoog spuiten. De gidsen zien het ook en zonder waarschuwing vooraf geven ze gas. Met een scherpe bocht scheurt de boot in de richting van de walvissen, terwijl wij met z'n allen over elkaar heen tuimelen. Op het moment dat we naderbij komen springt er ineens een enorme walvis met veel kracht en flair uit het water omhoog. En het is er niet één, het zijn er niet twee, maar wel drie. Nee, meer! Ze zijn echt overal.
Overdonderd door dit groteske aantal walvissen dat zich om ons bootje verzameld heeft, probeer ik in het wilde weg plaatjes te schieten. Maar de zee is op zijn zachtst gezegd ruig en door de hoge golfslag word ik voortdurend van de ene kant van de reling tegen de andere kant aangekwakt, wat het fotograferen aanzienlijk bemoeilijkt. Bovendien kondigen de bultruggen niet aan wanneer ze er genoeg van hebben hun danskunsten te vertonen. Want zo plotseling als de walvissen verschenen, zo vlug zijn ze weer verdwenen. Terug naar veilige, donkere diepte van de zee.
Nog nagloeiend van opwinding bereiken we Isla de la Plata. Het eiland is vrij droog en dor, maar desondanks mooi, constateren we tijdens een wandeling. Wellicht door de ruigheid en puurheid van het eiland en door de rust en stilte die er heerst. Het wordt slechts bewoond door de zeldzame en unieke flora en fauna die we er te zien krijgen: heilzame planten, trage zeeschildpadden, zonnende zeeleeuwen, broedende Gemaskerde Jan van Genten en heel veel Blauwvoet Jan van Genten, die zichzelf met hun felblauwe en te groot uitgevallen zwemvliezen voortdurend in de weg waggelen.
De dieren van het eiland kennen geen natuurlijke vijanden en laten zich daardoor duidelijk ook niet opjagen door een groep nieuwsgierige toeristen. Ik moet glimlachend aan Nelson Mandela denken, omdat hij pinguïns altijd “clumsy soldiers” noemt. Bij deze hebben we de blauwvoetige versie van de onhandige soldaatjes gevonden. Ook zij laten regelmatig hun trotse paringsdans zien, waarbij ze lijnrecht tegenover elkaar staan en hun vleugels wijd uitslaan, gevolgd door een oorverdovend gekrijs.
Na een lunch op de boot gaat de duikbril op en springen we van boord om te snorkelen. Binnen luttele seconden drijf ik te midden van een bonte stoet van tropische vissen en andere zeediertjes. Ik herken slechts één soort: de papegaaivis. Dan zie ik een zeester die ik zachtjes even aanraak en verderop bij een rotsblok ontwaar ik een slang. Het ziet eruit als een groot, aalachtig monster, waardoor ik plotseling als een speer het water uit schiet en in één vloeiende, gracieuze beweging op de boot beland. Einde snorkelavontuur.
Op de terugweg worden we wederom getrakteerd op een groot aantal bultruggen. In een vlaag van verstandsverbijstering besluit ik op het dak van de wild heen en weer schuddende boot te klimmen en even later bevind ik mij op een spekglad dak, zonder enig houvast. Met op hooguit vijfentwintig meter afstand een stuk of acht waterreuzen. Ik zie naast een paar prachtige volledige sprongen uit het water veel zwierig gedraai met staarten. En terwijl ik mij met ingehouden adem verwonder, kan ik de walvissen haarscherp horen briesen, loeien, zuchten, spuiten en fluiten. Pas als de laatste walvis ondergedoken is keren we huiswaarts.
Na deze onvergetelijke dag geniet ik aan zee van rauwe vis gemarineerd in citroensap, gevolgd door een smakelijke cocktail bij een knisperend kampvuur op het strand. Aan de andere kant van het vuur ontwaar ik een verliefd koppel in een innige omhelzing verstrengeld. De basis van de liefde blijft hetzelfde, bedenk ik mij terugdenkend aan hetgeen ik vandaag heb gezien. Even verderop dansen twee jonge Ecuadorianen soepel en uitdagend op de salsamuziek die vlak naast hen uit de boxen van de buitenbar schalt. Ik kijk naar de ritmische bewegingen van het setje en neurie zachtjes mee, diep in gedachten verzonken.
Eva B.
Reisreporter Lola