Noord Sierra
Een vlinder in Mindo deel 1
Lindo Mindo, wat ben je mooi groen en vredig…
Mindo is een schattig plaatsje in de bergen van een tropisch nevelwoud ten noordwesten van Quito. Het bestaat uit niet veel meer dan een plein, een klein kerkje en twee straatjes met een handje vol hostels, bars, restaurants en touroperators. In het woud leven meer dan 350 inheemse vogelsoorten en zowel vogelaars als rustzoekers en avonturiers kunnen er hun hart ophalen. Maar hoewel steeds meer toeristen de weg naar Mindo weten te vinden, is de sfeer er nog altijd gemoedelijk.
De busrit door de bergen is er een van uitersten. Het regent, de wegen zijn smal en van dubieuze kwaliteit. Als ik uit het raam kijk zie ik hoe onze chauffeur rakelings langs diepe ravijnen rijdt en met de vele haarspeldbochten neemt hij het ook niet zo nauw. Zijn claxon moet met regelmaat uitkomst bieden. Met kloppend hart en mijn kaken stijf op elkaar probeer ik mij te focussen op het schitterende, groene berglandschap dat in rap tempo aan mijn blikveld voorbij trekt. Twee busuren later komen we aan in Mindo en kan ik me eindelijk weer ontspannen.
Het wordt al donker en zodra ik uitstap begint het te stortregenen. Gelukkig is Mindo zo klein dat ik mijn hostel al snel gevonden heb. Hostal Caskaffesu blijkt een lot uit de loterij: oneffen gestuukte muren en bogen in de meest prachtige mediterrane kleuren, een groene binnentuin en een sfeervol restaurant met open haard. Ook mijn stijlvolle eenpersoonskamer is van alle gemakken voorzien. En dat voor slechts twaalf dollar per nacht.
Eigenaren Susan en Luiz heten me van harte welkom en stellen alles in het werk mijn verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. Het is inmiddels weer droog, dus ik nestel me in een stoel op de patio met een boek en een glaasje rode wijn, terwijl ik wacht op mijn eten. Ik voel me volkomen in mijn element in deze rustieke omgeving. En een zalige maaltijd en een goed gesprek met Susan en Luiz later val ik moe maar voldaan in een diepe slaap.
’s Morgens word ik tijdens een al even zo lekker ontbijt getrakteerd op mijn eerste kolibries ooit. Mijn hart maakt een sprongetje. Prachtig. En hoewel ik nog uren gebiologeerd had kunnen kijken naar die piepkleine, vliegensvlugge vogeltjes met hun donkergroene en feloranje veertjes, lonkt het nevelwoud. Ik win wat advies in bij Susan en zij vertelt me enthousiast wat er zoal te doen is in de omgeving en hoe ik er moet komen. Ik besluit te beginnen met een bezoek aan de vlindertuin.
Het is vanuit Mindo een uurtje wandelen door een paradijselijk groene omgeving. Waar ik ook kijk, het is één bont kleurenpalet van bloemen, vlinders en vogels. Bijna één met de natuur neem ik de rust en de stilte in me op. Een stilte die zo nu en dan slechts onderbroken wordt door een kakofonie van zoemende kolibries en tjilpende en fluitende vogels. De zon schijnt al fel en het is inmiddels behoorlijk warm. Ik ben al meer dan een uur bergopwaarts aan het lopen en de zweetparels staan op mijn voorhoofd. Maar precies op het moment dat genot dreigt om te slaan in misere, bereik ik mijn bestemming.
Ik ben de enige bezoeker in de vlindertuin, dus ik kan ongestoord genieten van de rondfladderende vlinders in alle soorten en maten. De ene vlinder is nog mooier dan de andere en sommigen zijn zelfs groter dan mijn hand. Ik smeer een beetje bananensap op het topje van mijn vinger en met uiterste voorzichtigheid laat ik zo’n reuzenvlinder op mijn vinger kruipen. Een vreemde sensatie, die enorme poten op je hand… Op mijn dooie akkertje dwaal ik nog wat rond, alvorens aan mijn volgende missie te beginnen: een heuse canopy tour. Dertien kabelbanen waaraan je vastgehaakt wordt en waarmee je over de toppen van de bomen in het woud sjeest.
Wordt vervolgd...
Eva Buijs