Rondje Andes
Rondje Andes
Mijn autoroute - Daar is ie. Onze witte Corsa. Hadden we geen Yaris afgesproken? Twee weken en 5000 kilometer later leveren we Swing in. Vergeten zijn de overhitte motor in de woestijn, het derde remlicht met vallende ziekte, de klemmende kofferbak. Gebleven zijn de lachende gezichten onderweg en de kameleonachtige trekjes. Mi colore es tu colore zei Corsa tegen iedere stofweg. Helaas gold die uitnodiging ook voor de binnenkant. Maar ondanks een onstilbare dorst naar koelwater en olie, tilde ze ons over 5000 meter hoge bergen en bedwong ze wegen als rivierbodems, zandpaden en ontelbare politiecontroles.
15 september. Daar gaan we. Na de chaotische taferelen in Santiago (’s ochtends en ’s avonds draait op bepaalde straten de verkeersrichting en worden onoplettende automobilisten plotseling spookrijder.....) begeven we ons op Route 5. Niet zo legendarisch als Route 40, maar lang, heel lang. Het is opletten geblazen, want de tweebaans snelweg is van fietsers, voetgangers en andere zoogdieren.
15-16 september. Op aanraden van Chilenen met drankzucht stoppen we in Pisco Elqui in de Valle de Elqui. Wonderschoon en bevreemdend. Glooiende wijnranken in een verder kaal landschap waar alles draait om Chili’s nationale drankje: Pisco.
17 september. Santiago ligt al meer dan 1000 kilometer achter ons wanneer we Taltal binnenrijden. Vergane glorie die dankzij de florerende kopermijnen weer tot leven komt.
18 september. We nemen route 1 langs de kust, maar keren na een half uur om wanneer we als een boot op een woeste oceaan over rotsen en keien rijden. Het derde remlicht is al vijf keer omlaag gekomen en ons glazuur van de tanden. We snellen naar Route 5 die wonderschone weg door de hoogvlakten.
18 september. Het landschap is dor, droog, maar varieert continue. Zand, rotsen, zoutvlaktes, rood, geel, wit. Soms moeten we keihard op de rem als het spoor weer eens de weg kruist.
Richting San Pedro de Atacama passeer je spookstadjes uit de hoogtijdagen van de nitraatwinning. De grond scheurt wanneer we rondlopen in ex-pueblo Pampa Union. Tussen de zoutkorst en de grond zit een luchtlaag die kraakt en de uitstekende botten op de verlaten begraafplaats van macabere achtergrondmuziek voorziet.
18-22 september. San Pedro de Atacama was ooit een klein dorp middenin de Atacama. Maar de ligging in een uniek gebied in de driehoek Chili, Argentinië, Bolivia lokte een toerist, en toen nog één en daarna een paar duizend. Hier ligt de Andes aan je voeten, borrelen stoom en warm water uit alle hoeken en gaten, kleurt de melkweg de hemel wit, leven flamingo’s op vijf kilometer hoogte, groeien cactussen van twaalf meter, borrelen hotsprings, springen kangaroekonijnen en rusetn 800 jaar oude geoglyfen.
23 september. Paso Jama wacht. We gaan van 2.500 naar 5.000 naar Argentinië. Na dagen van rijden, motor af laten koelen, rijden en weer water voeren is het euvel gevonden. De olie is bijna op en de oliemeter is kapot.
Gewapend met flessen motorolie en koelwater beginnen we aan de eerste klim van 40 kilometer, een killingfield voor auto’s. Azuurblauwe meren, vicuna’s, ijs, zout, vulkanen, we rijden samen met The Doors over het dak van de wereld. Dit is nog mooier dan met Johnny Cash Route 66 temmen.
Rond 17.00 stoppen we tussen ‘de zeven kleurige heuvels’. In deze toverbalvallei ligt het lieflijke plaatsje Pumamarca waar men kauwt op cocabladeren en de akker ploegt met man en paard.
24 september. Salta, de grootste stad in het noordwesten van Argentinië. 20 graden, zon en in de stad stralen de koloniale bouwwerken.
25 september. Op naar Cachi via de Cuesta de Obispo. Een smalle, onverharde weg slingert zich langs rivieren en bergen, door loof –en cactusbos. Cachi is een charmant dorp met de Andes als behang. We gaan zitten bij een asada. Even later arriveert er het vlees. De mannen naast ons zitten ingeklemd tussen twee gebergtes: de Andes en de vleesberg op hun bord.
Buiten Cachi begint de volgende dirtroad – Route 40 naar Cafayate. Het derde remlicht is inmiddels professorisch vastgenageld. In het gezelschap van liftende bewoners hobbelen we soms door ondiepe riviertjes om vervolgens over de maan te rijden. Deze route is god’s gift to mankind
26 september. Voordat we oversteken naar Chili willen we uitblazen tussen de wijngaarden in Chacras de Coria, 1000 kilometer zuidelijker. We nemen de tijd om te stoppen bij Quilmes. Hier woonden de Quilmes indianen die clashes met de Inca’s wonnen, maar in 1667 het hoofd moesten buigen voor de Spanjaarden.
Na een dag rijden we oerlelijk plaatsje met als hoogtepunt een Che Chevara beeld binnen: Chilecito. Che blijkt onvindbaar, er staat alleen een scheef bord. We kijken nog eens goed en verdomd, hij ligt in brokken achter het bord. Chilecito heeft Che eronder gekregen!
27 september. In de dorpjes na Chilecito was geen hotel te vinden, dus slapen we onder een Bolke de Beer deken in een knalroze hotel. Rond 6 uur gaan we de weg weer op. De zon kom top boven Cuerta de Miranda, de Argentijnse Grand Canyon, maar dan kleiner. We paraderen langs rosten als wachters om uiteindelijk om 1600 uur het erf van Posado Borravino op te rijden.
Met de tuinslang als toverstok komt er een wit konijn in de vorm van een Corsa Swing uit de rode stofhoed zetten. ’s Avonds lopen we naar een restaurant in de buurt. Morgen zon, boek en na 1200 een fles wijn.
28 september. Boek en wijn ja, zon nee! De stoelen waarin we gisteren aan het zwembad zaten zijn wit en het blijft maar sneeuwen. Dat is hier in 80 jaar niet meer gebeurd in september.
29 september. Door een besneeuwd landschap draaien we omhoog richting Chili. We hebben geluk: alles is wit en de pas is open. Na bonen en worst in een wintersporthotel gaan we verder naar Valparaiso, gebouwd op 42 heuvels die getemd worden door finuculars. Het lijkt alsof iemand een zak snoep heeft uitgestrooid. Kleurige huizen van golfplaat, gelardeerd met steegjes vol graffiti.
1 oktober. Terug in Santiago na 5000 kilometer, twee liter olie, vijf liter koelwater en meer liters wijn en Pisco. Terug na schitterende landschappen en prachtige mensen. Terug van weggeweest.