Zwaaien naar de hand van God
Zwaaien naar de hand van God
Het is 22 juni, 1986. De Falkland-oorlog is pas 4 jaar voorbij. Met spanning kijkt de wereld uit naar de volgende confrontatie tussen de aartsvijanden. Ditmaal wordt de strijd gestreden door 2 legers van 11 man. Het slagveld is groen en ligt in het Estadio Azteca, Mexico Stad, Mexico. Officieel gaat het slechts om een plaats in de halve finale van het WK 1986. Officieus smacht de hele Argentijnse natie naar revanche voor die smadelijke nederlaag op de Falklands. Een nederlaag die zelfs anno 2007 nog met zwijgen wordt herdacht.
De wedstrijd is 6 minuten onderweg in de 2e helft. De stand is 0-0. Het wonderkind van Argentinië, Diego Maradona, Pluisje, springt zo hoog hij kan in het strafschopgebied van Engeland. Hij strekt en strekt zich, richt zijn armen richting de hemel en slaat met zijn linkerhand de bal in het Engelse doel. Even is het stil, de wereld is gestopt met draaien, Argentinië zucht, inhaleert en ontploft. Op het veld, ver weg in Mexico, kunnen de Engelse spelers niet geloven dat Maradona’s goal telt. De hoop van de gebroken natie komt ermee weg, het heel proces is begonnen, ‘De Hand van God’ geboren om nooit meer te sterven.
Deze beelden zitten al in mijn hoofd als we op het vliegtuig naar Buenos Aires stappen. De Argentijnse ziel kunnen zien, voelen, horen, aanraken en proeven. Ons onderdompelen in de magie van anderhalf uur voetbal in La Bombonera. We staan niet eens stil bij de mogelijkheid dat Maradona er misschien ook zit. Na een paar dagen van de stad te hebben genoten informeren we voorzichtig bij onze B&B of Boca Juniors, de volksclub uit het beruchte La Boca, dit weekend speelt. Thuis?! Zouden we...voordat we de zin kunnen afmaken wordt er al gebeld. Binnen een paar minuten weten we dat we met de seizoenskaarten van iemand die de stad uit is de wedstrijd gaan zien.
Twee dagen later is het zover. We worden bij het stadion gedropt en bevinden ons in een klein groepje met Argentijnen en twee andere ‘verdwaalde’ toeristen. ‘Als we geluk hebben is Maradona in de stad. En als dat zo is, dan is hij zeker in het stadion.’ Onze Argentijnse vriend voert de spanning nu wel heel erg hoog op. Het is alsof hij een cadeau voor ons neerzet, net buiten bereik, maar wel in zicht. Om ons heen stijgt er intussen gejuich op. We zijn nog buiten het stadion maar binnen de poort en de spelersbus stopt voor onze neus. Ruim honderd meter zorgvuldig gestyled haar dat zucht onder kilo’s gel en brylcream stapt uit. Mijn zonnebril kan met pijn en moeite de glamour & glitter filteren. Als de spelers zijn opgeslokt door de menigte en de catacomben, zie ik nog een echo van sterren op mijn netvlies. Wij hebben onze warming-up erop zitten en kunnen niet meer wachten de geel-blauwe betonnen doos te bestijgen.
Trap na trap beklimmen we en minuten later worden uitgespuugd in de nok van het stadion. Oef, dat is even schrikken. Het stadion is zo steil dat je bijna vanaf de rand een munt loodrecht op het veld kunt laten vallen. Aan de andere kant van het veld is het grootste gekkenhuis van Argentinië in het rood/wit van Estudiantes La Plata gestoken. Een half stadion verderop deinen we mee op het ritme van hun liederen.
‘Kijk, daar links is de skybox van Diego. Als hij er is, dan zit ie daar.’ Even hebben geen oog voor de cheerleaders of de spelers die het veld betreden. We turen naar de VIP-seats, zien we daar achter het glas een kleine dikkerd bewegen? Maar de ontwikkelingen op het veld vragen alweer om aandacht en ook ‘onze eigen’ Boca aanhang is nu wakker geworden. Het stadion golft nu op en neer tussen de twee rivaliserende supportersgroepen.
Dan wordt het stil. Even is het weer 22 juni, 1986, 6 minuten in de tweede helft, het moment waarop Diego Armando Maradona zichzelf onsterfelijk heeft gemaakt, het jaar 0. ‘Maradona... Maradona...”, horen we het goed? Het geluid zwelt aan, steeds luider klinkt het mantra door La Bombonera: ‘Maradona! Maradona!’ Iedereen kijkt dezelfde kant op, zelfs de fans van La Plata gaan op in het moment. Dan zien wij het ook. Daar staat hij! Hoe gek het ook klinkt, een koude rilling trekt over mijn rug. De man die miljarden mensen op aarde blij heeft gemaakt met een simpel spelletje. De man die een natie bij de hand heeft genomen en hielp opstaan na een zware val. Die man die staat daar, kijkt naar ons vak en steekt zijn linkerarm in de lucht.
Het is 2007, het jaar 21 A.D. voor Argentijnse voetballiefhebbers en wij zwaaien naar de Hand van God.