Een overval of Bienvenido a Buenos Aires!
Een overval of Bienvenido a Buenos Aires!
Op de eerste dag van onze reis vroeg ik bij het ontbijt aan de eigenaars van het B&B adres in de trendy wijk Palermo van Buenos Aires waar in de buurt geldautomaten waren. Er bleken er twee op Avenida Cordoba te zijn. Kan ik met een tas over straat? Jawel hoor, als je maar laat zien dat je alert bent.
Bij de geldautomaat stond een lange rij wachtenden. Na enige tijd begrepen we dat we daar als buitenlander geen geld zouden kunnen opnemen. De tweede automaat was wel geschikt, maar daar bleek geen geld meer in te zitten. We kwamen Nederlanders tegen die met hetzelfde probleem worstelden, overal waren de geldautomaten leeg! Er was wel een bank waar vreemd geld gewisseld kon worden. Dat moest ik eerst bij ons logeeradres gaan halen en ook het paspoort dat bij het wisselen getoond moest worden.
Bij de bank aangekomen, sloten wij achter een lange rij wachtenden aan. Iedereen kwam geld opnemen omdat het loon net bijgeschreven was. We werden voortdurend door klanten en bewakers aangestaard. Het duurde ongeveer een uur voordat we bij het loket op de eerste verdieping kwamen. Ik stopte geld en paspoort weer zorgvuldig achter ritsen in mijn tas die ik schuin over mijn lichaam droeg.
Blij dat we eindelijk pesos hadden, liepen we langs de winkels van de drukke avenida. Na 20 passen in een zijstraat te hebben gezet, voelde ik opeens dat er iets in mijn rug werd gedrukt. Geef mij de tas! Wij dachten aanvankelijk nog aan een grap, maar toen ik omkeek, zag ik dat de loop van een pistool in mijn rug priemde. Een grote, dikke man keek mij dreigend aan. Tot mijn eigen verbazing bleef ik kalm en daardoor zag ik in een flits dat het geen echt pistool was, want de cilinder voor de kogels zat vast gesoldeerd. Het ging allemaal zo vlug dat ik dat mijn vrouw Jeannette niet kon vertellen die in een shocktoestand was beland. Ik bleef weigeren mijn tas te geven, wat de overvaller niet verwachtte. Hij ging nu voor me staan en duwde de loop in mijn buik. Onderhand rukte hij aan de band van mijn tas die in mijn hals begon te snijden. Jeannette smeekte mij de tas te geven. Had ik dat gedaan, dan was dat het einde van onze reis, want in de tas zaten niet alleen mijn paspoort en portemonnee, maar ook mijn camera, de sleutels van het logeeradres en mijn notitieboekje met alle noodzakelijke details en adressen voor onze reis van 37 dagen.
Nu de man recht voor mij stond, kon ik hem een trap verkopen en die kwam goed aan: recht in zijn kruis. Hij werd daarop zo woedend dat hij met de kolf van de pistool op mijn hoofd begon te rammen. Ik bukte om de slag te ontwijken, maar dat lukte niet. Ik begon te kermen en eindelijk reageerden de mensen aan de overkant van de straat. Na nog eens twee harde slagen op mijn hoofd sprong de overvaller achterop de motor van een vent die de hele tijd langs de weg gewacht had.
Het bloed stroomde rijkelijk over mijn gezicht en kleren. We liepen een winkel in om daar om hulp te vragen, maar ik werd de straat opgestuurd, want er viel bloed op de vloer. Ik strompelde naar Avenida Cordoba, mensen keken naar al het bloed, maar liepen door. Tot een jong echtpaar ons kwam helpen. Zij vroegen of ik 200 meter kon lopen, want daar wisten zij een kliniek. Daar aangekomen moest mijn vrouw buiten wachten. Het echtpaar ving haar goed op, zorgde voor water en trachtte haar te kalmeren. Ik was het meest bezorgd om haar en zij om mij, maar we konden niet bij elkaar komen. Ik was in een primitief lokaaltje op een groezelig bed gelegd en mocht me niet bewegen. Zij waren bang voor een hersenschudding. Er kwam nog een agent aan mijn bed om aangifte te doen. Nutteloos natuurlijk. Na enige tijd waste een zuster het bloed van mijn lijf en uit mijn haren. Een arts legde mij uit dat de hoofdwond gehecht moest worden. Hij gaf me een pijnstillende injectie. Ik kon hem wel vragen of de naald steriel was.
Lang wachten, liggen, niet bewegen. Hoe zou het met mijn vrouw gaan daar buiten in de hitte op de stoep? Zij had mij het laatst stil op het bed zien liggen. Men had de gegevens van mijn ziekteverzekering nodig. Die stonden ook in het notitieboekje in mijn tas die ik nog steeds stevig vast hield. Even kon mijn vrouw door de deur kijken en zag tot haar geruststelling dat ik nog bewoog. Inmiddels had de kliniek ons logeeradres gebeld en waren de eigenaars gearriveerd. Die zorgden ervoor dat er met voorrang uitslag kwam over de röntgenfoto die van mijn schedel was gemaakt. Een wonder: geen scheurtje te bekennen, ik was ook niet misselijk en had geen hoofdpijn. Mijn hoofd was alleen totaal leeg, alle vreugde over de reis was verdwenen. Zij brachten me met hun auto naar huis, waar zij al mijn bebloede kleren onmiddellijk innamen om te wassen. We kregen thee en sandwiches. Ik nam een douche en ging op bed rusten. Mijn vrouw bleef in de tuin zitten. Omstreeks 17 uur werd ik wakker. Ik voelde geen pijn, de zon scheen; boy je bent na 41 jaar terug in Buenos Aires. Het reisgevoel kwam weer boven! Ik wist Jeannette aan het lachen te krijgen en stelde voor om straks gezellig in een van de leuke restaurants van Palermo te gaan eten. We probeerden de overval als een ongelukkig incident te zien en het voorval te vergeten.
De volgende dag genoot ik opnieuw van het historische centrum van de fantastische wereldstad. Ik heb me geen moment meer bedreigd gevoeld, ook niet in Santiago de Chile en zelfs niet in Rio de Janeiro. Gewoon nooit met een schoudertas door een Zuid-Amerikaanse stad gaan lopen en neem een kleine camera in de broekzak mee.