Antarctica schiereiland en Weddell zee
Reistebrij
Poeh, dat is onwennig… Mijn vingers dansen niet langer over de toetsen, over woorden moet ik nadenken en zinnen lijken soms onoverkomelijk lang. Bijna een jaar geleden schreef ik mijn laatste blog. Het jaar dat daarop volgde was er een met een paar hoge toppen en behoorlijk wat diepe kraters, met emoties die ik soms bijna niet kon bijhouden. Een jaar om nooit te vergeten maar ook zeker om nooit over te doen.
En dan is het nu zondag. Drie dagen voor ik aan mijn reis begin. De reis met hoofdletter R, waarvan ik schreef dat het een begin zal worden van een heel nieuw boek. Ik heb een beetje een knoop in mijn maag. Van de spanning? Of omdat ik weer eens ben vergeten om te lunchen…
Mijn koffer ligt boven, rugzak met cameraspullen beneden, paspoort slingert ergens in mijn tas in de keuken, zonnebril ligt trouwens nog in mijn auto bedenk ik me nu, medicijnen… oh ja, die haal je bij de apotheek. Morgen maar doen. Tevens mijn kostbaarste viervoetige pakketje dan afleveren bij het pension in Hellevoetsluis. Yunah gaat daar logeren bij al haar vriendjes en hoewel ik weet dat ze het daar heel goed heeft, kan ze me zo aankijken op het moment dat ik haar daar achterlaat. Die blik… nog maar een knoop erbij in mijn maag. Het lost wel op, duurt alleen even.
De koffer wordt een uitdaging, net als de reis. Ik ga richting de zomer maar die verschilt nogal van temperatuur daar. Van Buenos Aires met z’n 30 graden en onweersbuien (zou een bliksemafleider nog in m’n koffer passen?) naar Ushuaia. Daar is het maar afwachten wat het gaat worden. Het kan t-shirt weer zijn maar net zo goed dikke trui en warme laarzen. Ik sleep het allemaal met me mee. Net als m’n sexy thermo ondergoed en lange sokken, mutsen, sjaals en 2 paar handschoenen. Want ik spring vanaf de kade aan boord van de Plancius, richting Antarctica, en zal m’n verjaardag midden op de Drake Passage vieren. Hopelijk geen al te heftig feestje…
En hoewel zo’n hut aan boord natuurlijk prima is, gaat er niks boven kamperen in een tentje tussen de pinguïns op het witte continent. Omdat het daar zomer is wordt het ’s nachts niet donker, ik denk dat het zo ontzettend bijzonder is om dit te zien dat ik geen oog dichtdoe. Dat zou toch ook zonde zijn sowieso.
Na dit ijzige maar hartverwarmende avontuur lonkt de hitte weer, Uruguay via de brede Rio de la Plata, om te dwalen in Colonia. Met de veerboot terug, naar de verhitte tango klanken op de pleinen in Buenos Aires, de levendige straten en kleurrijke wijken.
Door moet ik. Zoveel willen zien en beleven. Door de wolken vlieg ik naar Salta, ik had daar de Tren a las Nubes willen nemen. Maar die rijdt pas weer in april.
Mmmm… dan ga ik dezelfde route doen per stoere 4WD truck! Het eerste circuit gaat door de Quebrada del Toro naar San Antonio de los Cobres op 4000m hoogte. Het tweede stuk gaat door Puna, langs route 40 naar de Salinas Grandes, de zoutvlaktes van Jujuy. Het laatste deel is de afdalende ‘Reis van Lipan’, naar het pittoreske dorpje Purmamarca, gelegen aan de voet van de beroemde Heuvel van de Zeven Kleuren.
Daarna terug naar Salta waar ik vermoeid in mijn bed zal neerploffen om de andere dag niet zo fris en fruitig bij de bus aan te kloppen voor een ritje naar San Pedro de Atacama in Chili. Korte trip hoor met die bus, uurtje of 10. Kan ook makkelijk 14 worden. Of meer. Wel of niet gepaard met hoofdpijn vanwege de hoogte. Ik zie het wel, laat het allemaal over me heenkomen. De Maanvallei, de geisers van El Tatio, de woestijn waar het enorm koud kan zijn maar ook moordend heet.
Het wordt een reis van uitersten, veel kilometers afleggen. Natuur, cultuur, ongerepte wildernis. Kou, hitte, hoogte. Hotelkamer, scheepshut, tentje. Vliegen, bussen, lopen.
En ik. Midden in de reistebrij.