Avonturen in wind en regen
Avonturen in wind en regen
Ik ben op reis door Nieuw Zeeland met openbaarvervoer, wel zo vrij aan de andere kant blijkt dat het soloreizen als veertiger soms wel erg eenzaam is in dit land. Mijn ervaring is dat Azië een stuk gezelliger en toegankelijker is. Toch zou ik niet Mireille zijn als ik mijn zintuigen en beleving met een knipoog niet te goed zou doen aan wat er om me heen gebeurt. Enkele dagen van mijn maand Nieuw Zeeland er uit geplukt:
Met de boot aangekomen op net Zuidereiland, Kaikoura is mijn bestemming voor de walvissen. Zondagmiddag en in het stadje wordt ik zeer enthousiast begroet med deth dikkuh tongggh en ongecoördineerde zwaaibewegingen door de Kaikouranse heren. Tot mijn verbazing hangt het gros van de heren lallend over straat en relingen van cafés. Wat blijkt het was een feestdag met paardenraces, zo te zien wordt nu in één avond het gewonnen geld er door gejast. Het is niet eenvoudig een rustige eetplek vinden zonder lompe bierriekende avances. De locale politie heeft het druk de bezopen heren een vrije nacht te bezorgen in de cel om hun roes uit te slapen zonder brokken! Kunnen wij ook rustig slapen.
Klaar voor mijn zeetocht sta ik vol verwachting bij de afgesproken inscheepplaats aan de haven. Tja, helaas de dikke grijze zeemist en witte kappen op de golven betekent dat er niet wordt gevaren. “Maybe tomorrow dear” wordt me vriendelijk verteld. Wat volgt is een saaie dag in dit dorp wat leeft van de kreeftenvisserij. De camperhometoeristen zijn vertrokken en de dorpsbewoners foetsie. Met boek, ansichtkaarten en walvisinformatie stap ik het uitgestorven lunchcafé binnen. Interessante walviswetenswaardigheden lees ik onder het genot van een café latte: De 'Sperm Whale' (Potvis) heeft een groot vierkant voorhoofd, toen de eerste walvisvaarders er een vingen en zich afvroegen wat daar allemaal in het grote voorhoofd zat, het vervolgens open maakte - spoot er allemaal licht melkachtigvloeistof uit. Deze ruige zeevaarders waren overtuigd dat het sperma was! Ik weet niet waar zij denken dat hun eigen sperma zich bevindt! Dat is het uiteraard niet - het is olie die van consistentie verandert (vast naar vloeibaar en andersom) ivm het kunnen duiken en stijgen. Ook bijzonder interessant een darmafvalproduct ‘amber’, wordt gebruikt in parfums. Oeps!
De zon schijnt maar die wind, in goede hoop naar de boot. Het blijft onzeker, na 2uur mogen we eindelijk weg. Gemberpilletjes en/of reisziektepleisters worden uitgedeeld want het zal geen rustige vaart zijn. Opgetogen in een multiculturele boot gaan we weg. Binnen tien minuten na afvaart begint de eerste hevig te kokhalzen, de Chinese dame naast me kleurt groenig. De boot deint steeds heviger. WOW een groep dolfijnen springt en tuimelt langs de boot, Geweldig! Driekwart van de passagiers kijkt inmiddels diep in hun kotszakjes ipv naar dit mooie tafereel. Nog fit en opgewekt twee jongemannen in lederhozen met traditionele hoed inclusief geborduurde edelweiss erop. Uiteindelijk, daar is ie! Een bruin-grijze rug komt boven de zeeoppervlakte en blaast een flinke sproeistraal en zakt weer. We mogen nog één keer zijn rug zien en dan is zijn show ten einde. Op de ruwe terugvaart ligt het gros van de passagiers groengrauw in katzwijm .
Door met de intercitybus naar Christchurch om de volgende dag met de tranz-scenic train naar Greymouth te gaan. Ik bevind me in een cabine met een grote groep overenthousiaste Indiërs en een gezelschap bejaarde Engelsen. Het is een mengelmoes van grijze permanentjes, broche met naam en wandelstokken(Engels) en de knikkende, alles videoënd en curry geurend(Indiërs). Mooie tocht, deze treinroute is gelegd rond 1864 ivm de goudkoorts en vlot vervoer naar de havens. Verschillende oude uitgestorven mijnstadjes, geelbloeiend brem, droge rivierbeddingen en sneeuwbedekte bergen passeren het zicht. Het hoogste punt 'Arthurs pass’ belanden we in dikke grijze mist- het is somber, helaas wordt het er niet beter op richting westkust. De trein tuft een tijdje langs de Grey rivier tot de zeemonding en de originele genaamde stad ‘Greymouth’. Het grijze weer doet de stad zijn naam eer. De eigenaar van het motel wacht me op, als goedmaker voor het slechte weer krijg ik een sightseeingtour van Greymouth. In rap tempo worden enkele honderd jaar geschiedenis verteld, vintage gebouwen en tornado vernielde plekken, die afgelopen april over de stad heeft geraasd, worden aangewezen. Mazzel dat ik alleen hevige wind in november heb!
Niet te doen dit weer en hangen in een motel, neuh. Kies voor het gemak en huur een auto, een automaat. Een nieuwe ervaring en gelijk rijdt de auto met mij weg! In de stromende regen naar 'Shantytown' een nagebouwd goudkoorts dorp uit 1860. Tref alleen een kassamedewerker die me kosteloos binnenlaat met de mededeling ‘they’re all yours’. Dorp is goed nagemaakt met veel historische oude attributen, ‘Left Luggage’ en machines, vreemd gevoel alleen lopend in een soort ghosttown. Als verpleegkundige is het ziekenhuis interessant met zijn oude operatiekamer, röntgenmachine en tandartsstoel. Ik ontdekte dat het dorp vooral bestond uit vrijmetselaars, verbaast kon ik zo de grote tempel in van deze loge. Het geheimzinnige van de vrijmetselaars heb ik na uitgebreide inspectie nog niet kunnen ontrafelen. De armetierige hutten van de Chinese goudarbeiders bekeken en sla het goudpannen over. Even gespeeld met een bedelende weka-vogel, daarna scheur ik verder in mijn automaat. Het waait hevig en de prachtige lupines liggen zowat plat op de velden en opvallend de wind-scheef gegroeide bomen, ik rijd langs de‘Wild Coast’. Bij Punakaki en de 'Pancake rocks' giet het en na enkele minuten ben ik doorweekt. De pancakerocks zijn speciaal, inderdaad als opelkaar gestapelde pannenkoeken waar de zee wild omheen klettert of door gaten buldert. Aangezien ik toch zeiknat ben geniet ik uitgebreid van dit natuurwonder. In de auto de verwarming op vol, het lijkt snel op een stoomsauna, zodat mijn kleding enigszins droogde, over 2 uur zit ik in de bus naar Franz Josef. In de auto bedenk ik me dat ik dit graag met iemand gedeeld zou hebben, het land waar je vooral voor de natuurschoon heengaat en niet zo zeer voor cultuur of mensen.