Hamburgers, sandflies en dolfijnen
Hamburgers, sandflies en dolfijnen
21 - 24 Maart
Voordat we naar Queenstown vertrekken, stoppen we eerst nog bij Puzzling World in Wanaka. Daar hebben we in het café gezeten waar op alle tafels allerlei soorten puzzels lagen. Sommigen waren nog best moeilijk om op te lossen! Je kon ook (tegen betaling) een aantal kamers in, waar allerlei illusies te zien waren. Wij kenden de meeste van deze illusies al, dus wij hielden het bij de puzzels in het café.
Gelukkig had Dan (van de mountainbikes in Wanaka) ons geld aan onze buschauffeur gegeven, dat was dus toch nog goed gekomen! Daarna reden we door naar de brug waar de bungyjump is ontstaan. We kregen een filmpje te zien over A.J. Hackett, de bedenker van de bungyjump. Vervolgens hebben we nog even gekeken naar mensen die van de 43 meter hoge brug af sprongen. Van een afstand ziet het er niet heel eng uit, maar als je daar op dat randje staat denk je wel anders…
Rond 15:00 uur kwamen we aan in ons hostel. Daar hebben we even gelezen en genoten van het uitzicht. ’s Avonds gingen we naar Devil Burger. Fergburger is veel bekender en staat erom bekend ‘de beste burgers ter wereld (???)’ te verkopen, maar daarom staat er ook altijd een rij van minimaal een uur. Devil Burger zat om de hoek: daar was het een stuk rustiger en ook héél erg lekker! We aten onze burger op bij de waterkant, waar toevallig een soort paragliding show bezig was. Heel gaaf om te zien! De een na de ander sprong de berg af en deed allerlei gave spins en loopings. Soms sprongen ze met z’n tweeën en dan liet eentje zich halverwege vallen. De eerste keer dat we dat zagen, kregen we bijna een hartaanval omdat we dachten dat diegene gewoon te pletter zou vallen. Gelukkig had die persoon ook een parachute. Bij eentje namen ze zelfs hun hond mee tijdens het paragliden; of die het echt leuk vond weten we niet, maar hij was in ieder geval heel blij om weer op de grond te staan.
De volgende dag moesten we heel erg vroeg op, want de bus vertrok om 6:40 uur naar Milford Sound. We zagen onderweg de zon heel mooi opkomen over Queenstown. In Te Anau maakten we een korte stop om wat boodschappen te doen. Daar was het heel erg mistig, dus we vreesden voor het ergste in Milford Sound. Daarna reden we door het prachtige Fiordland National Park. Het landschap is hier heel afwisselend: van enorme bergen met honderden watervalletjes, tot dichtbegroeide jungle met woeste riviertjes. Op de toppen van de bergen lag soms zelfs sneeuw. Om 13:45 uur vertrok onze cruise door Milford Sound. Het was best bewolkt, maar gelukkig niet heel mistig. Alles was een beetje grijzig, maar de mist maakte het allemaal een beetje mysterieus. We kwamen dichtbij grote watervallen en zagen ook een paar zeeleeuwtjes lekker luieren op een paar rotsen. Na de cruise stopten we kort bij The Chasm: een soort kloof waar een woeste rivier doorheen kolkt. De kloof heeft allemaal mooie ronde vormen en het was heel diep. De wandeling door de jungle naar de kloof toe was ook prachtig.
Vervolgens kwamen we aan bij onze slaapplek: Gunn’s Camp. Dit was vroeger een kamp waar arbeiders woonden als ze in de omgeving aan het werk waren. Het ligt super afgelegen, er is geen telefoonbereik en ook geen internet. De stroom werkt dankzij een generator en die wordt elke avond uitgezet om 22:00 uur. ’s Ochtends om 6:00 uur gaat hij weer aan. De douches hebben gewoon warm water, want die worden opgewarmd door een haardvuur. Het is allemaal heel primitief, maar de omgeving is prachtig. De huisjes staan in een prachtige vallei aan een riviertje. Daardoor zijn er alleen wel veel sandflies. Elke keer als we stil stonden om een foto te maken, werden we aangevallen door een enorme zwerm sandflies.
De volgende dag vertrokken we naar Invercargill, een stad helemaal in het zuiden van Nieuw-Zeeland. Rond 15:00 uur kwamen we daar aan en liepen we naar ons hostel. ’s Middags zijn we alleen nog naar de Pak ’n Safe (mega supermarkt) geweest, waar we heel lang hebben lopen twijfelen over welke chocoladereep we zouden nemen. Ze waren namelijk in de aanbieding, en ja: het is toch bijna Pasen!
De helft van de groep is voor een nachtje naar Stewart Island vertrokken; met de andere helft gaan we vandaag naar het natuurpark The Catlins. De eerste stop is bij een oude vuurtoren. Het regende en waaide best hard, dus we waren al snel helemaal nat en koud. Op het strand lag ook een grote sea lion (soort kruising tussen een zeehond en een zeeleeuw). Hij lag lekker te luieren terwijl iedereen foto’s van hem maakte. Vervolgens reden we door naar het Petrified Forest. Dit was vroeger een bos, maar door een vulkaanuitbarsting was het hele bos nu versteend. Je kon de boomstammen nog goed zien liggen! Soms zitten er ook zeldzame geeloogpinguins op dit strand, maar die waren nu nergens te vinden… Daarna reden we door naar Curio Bay, waar we dolfijnen zagen zwemmen! Een paar mensen uit onze groep gingen de zee in om met ze te zwemmen. Ze kwamen heel dichtbij en soms kon je ze bijna aanraken! Het was alleen nog steeds slecht weer en koud, dus wij bleven van de kant kijken. Op de weg terug naar Invercargill maakten we nog korte stops om foto’s te maken. Onder andere bij Niagara Falls: een mini stroomversnelling (het was niet eens een waterval). Aan het eind van de dag kwamen we aan in Bluff, waar we de mensen bij de ferry ophaalden die naar Stewart Island waren geweest. Via Invercargill reden we door naar Queenstown, waar we pas rond 20:30 uur aankwamen. Lange dag! Hier zullen we twee nachten blijven en daarna zullen we vertrekken naar Mt. Cook.