Deel 15 Australië – Naar West Australië
Deel 15 Australië – Naar West Australië
Deze blog is deel 15 van de beschrijving van mijn rondreis door Australië, die ik met mijn lief maakte van maart tot juli 2019. Onze reis begint medio maart 2019 in Melbourne, en eindigt half juli in Perth. In elk deel van mijn blog neem ik je een stukje mee op onze reis.
Nitmiluk National Park
Nadat we afscheid hebben genomen van Kakadu, begeven we ons naar Nitmiluk National Park, waar Katherine Gorge op ons wacht, een vijftig kilometer lange rotskloof die de rivier de Katherine in het zandsteen van het Arnhem Land Plateau heeft uitgesleten. Tijdens het droge seizoen droogt de rotsbedding op sommige plaatsen op, en wordt de kloof in dertien secties verdeeld waar wel water blijft staan. We zoeken een mooi plekje op het kampeerterrein, en reserveren een cruise door de kloof voor de volgende dag. Er zijn verschillende opties, ofwel de eerste boot maar dan alleen door de eerste twee secties varen, ofwel iets later en ook door de derde sectie. We kiezen voor het laatste, en nemen de cruise van 09.00 uur.
Die is mooi, maar achteraf heb ik spijt dat ik niet voor de vroegste optie heb gekozen. Het licht is om negen uur al hard, en voor mijn foto’s is dit niet de beste keuze geweest – en ik houd nou eenmaal enorm van fotografie. De resterende tijd hier brengen we vooral ontspannen door. Op de laatste dag besluiten we een track te gaan lopen die start op de camping, maar ver komen we niet - steeds komen we gezellige mensen tegen met wie we een half uur staan ouwehoeren; eerst is het de receptioniste met haar vriend, daarna een ouder stel met een heerlijk gevoel voor humor. Sowieso is het in Australië opvallend dat we vaak mensen tegenkomen met wie we contact hebben alsof we al jaren bevriend zijn. Dat heeft nauwelijks introductie nodig, alleen een portie gemeenschappelijke humor. Heerlijk vind ik dat, het maakt deze reis tot een opsomming van gezellige momenten. Als we ons na een half uur – of is het langer? – dan eindelijk hebben losgerukt van dit aangename gezelschap (met een uitnodiging voor een borrel die avond op zak), besluiten we dezelfde meters die we hebben afgelegd terug te lopen om nog net wat van de zonsondergang mee te pikken op een mooi uitkijkpunt. Ik baal van het feit dat ik mijn statief niet bij me draag, maar ja, een gezellig gesprek met de fotograaf die naast ons staat maakt dat mijn aandacht toch al niet helemaal meer is bij de zonsondergang, die de Australische hemel opnieuw oranje en roze doet oplichten, en daarbij een schaduw werpt op de diepte van de kloof.
Een onverwachte tegenvaller
De route daarna, van Katherine naar Kununurra (waar we de nacht doorbrengen), is prachtig. Eerst worden we mondjesmaat getrakteerd op baobabs, die steeds talrijker worden naarmate we verder vorderen op onze route. Ik houd van deze wereld van pasteltinten; het droge gras geel gekleurd, de boompjes en struiken ogen frisgroen tegen de oranje zandbodem. De daaraan complementaire strakblauwe hemel maakt het plaatje af; en mijn geluksgevoel neemt toe, waar ik dacht dat het maximum al was bereikt. We passeren Judbarra/Gregory National Park, waar we even in rijden om onze lunch te gebruiken. Als we de grens van Western Australia naderen voelt het alsof we een bladzijde omslaan, en weer een nieuw hoofdstuk beginnen. Met een glimlach rijden we naar de grensovergang tussen het Northern Territory en Western Australia – waar een potige dame kortaf aangeeft een snelle check te doen; verse groenten en fruit mogen namelijk deze interstate grens niet over. Uitleg krijgen we niet over de achtergrond van deze maatregel.
Maar – SHIT!!!
Wáárom wisten we dit niet?!!! Waarom heb ik dit niet gelezen, of hoe kan het dat niemand ons hiervoor waarschuwde? We hebben zojuist in Katherine alle boodschappen gedaan voor de komende weken – inclusief voor vijf dagen verse groenten en fruit. Dat willen we niet zomaar afgeven! Mijn Lief probeert de Bitch – want tja, dat is zij nu voor ons – af te poeieren met een paar appels, die we zelf ook maar gekregen hebben op onze cruise door Katherine Gorge. Maar Ze ruikt onraad. En vraagt ons of we onze achterklep willen opendoen, zodat ze de auto kan controleren. En dus vindt ze alles; onze pas gekochte bananen, kiwi’s, aardbeien, sinaasappels, komkommers, broccoli, bleekselderij, aardappelen, paprika’s, wortels, en ik kan nog even doorgaan. Geen haar op mijn hoofd, denkt mijn Lief, dat ik dit alles afgeef – en we besluiten ter plekke de maaltijden te bereiden waarvoor we de producten kochten. Want bereide groenten mogen wel de grens over.
En dus staan we anderhalf uur lang op de parkeerplaats aan de grens voor twee dagen spaghettisaus te koken, een zoetzuur sausje klaar te maken, en terwijl we alles snijden en koken stoppen we onze buiken vol met aardbeien, bananen (nee toch niet die zijn ècht nog niet rijp), kiwi’s en sinaasappels. Passanten bieden we gratis fruit om ter plekke te consumeren. En zo weten we de schade te beperken.
De maatregel schijnt bedoeld te zijn, zo horen we later, om een bedreigend soort fruitvlieg niet de Western Australia grens te laten passeren, dus ter bescherming van de fruitteelt in de westerse staat. Eén voordeel heeft dit alles; we hoeven de komende dagen niet meer uitgebreid te koken!
Op weg naar Purnululu
We zetten onze reis na een nacht in Kununurra voort naar Purnululu National Park; opnieuw over een highway waar de baobabs ons tegemoet wuiven en het landschap van de vorige dag zich voortzet. Zo mogen de wegen van mij eindeloos duren. Jack Johnson zingt in bijpassend laid back ritme mee met onze kilometers, terwijl het landschap traag aan ons voorbij trekt. We zitten in de Outback; de enkele tegenligger die we zien zwaait vriendelijk bij het passeren.
Bij Warmun vullen we onze tank voor de laatste keer, en we verlaten het asfalt bij de afslag naar Purnululu National Park – waar we stoppen om de druk in onze banden te verlagen. De ruim vijftig kilometer 4x4 weg die we daarna volgen overstijgt onze verwachting; het blijkt een prima grind/zandweg te zijn, met hier en daar los liggende keien die aandacht vragen. Door de aanhoudende droogte van de afgelopen maanden zijn alle rivierbeddingen opgedroogd; moeiteloos leggen we deze route af.
En dan het landschap; wàt een pracht!! Een in pasteltinten geschilderd kunstwerk, al zijn de kleuren verzadigd door de al lager staande zon. Met mijn mobiele telefoon maak ik non-stop foto’s, tot de batterij het opgeeft en ik mijn jeukende handen rust moet geven.
Walardi
We slapen de eerste nacht op Walardi campground; die hebben we nog net die dag online geboekt. Zonder online boeking kun je hier niet terecht, en het visitor center kan daarin niets voor je betekenen – zij hebben daar geen toegang tot het reserveringssysteem. Al maanden geleden heb ik de andere campsite geboekt, waar we daarna slapen: Kurrajong. De foto’s die ik daarvan zag op internet spraken zeer tot mijn verbeelding; ik zag ons al na een nauwelijks toegankelijke 4x4 track aankomen bij een verlaten en volledig overwoekerde campground, waar we moederziel alleen zouden kamperen met niets anders dan een verwaarloosd toilethokje bewoond door de meest giftige spinnen.
Niets blijkt minder waar; Walardi is een uiterst vriendelijke campground, met veel medecampers en een vrolijke Neil die de camping managet en ons tipt niet op site 17 te gaan staan omdat we dan een baby als buur hebben – hij adviseert ons een rustig plekje naast een seniorenkoppel.
En die toiletten zijn keurig verzorgd. We hebben zelfs water hier, al is dat zonder behandeling niet geschikt als drinkwater. Ik voel me bijna euforisch over zo veel geluk.
We zetten de wekker vroeg om een zonsopkomst te zien bij Elephant Rock – de hemel lijkt die ochtend bezaaid met wolken. Dat kan een mooie zonsopkomst betekenen, tenzij de zon zich in zijn geheel niet laat zien. We zijn helemaal alleen op deze prachtige plek. En die enkele minuten – of waren het seconden? – dat de rijzende zon het wolkendek rood kleurt, kan ik mijn geluk niet op. Wat een prachtig schouwspel. De rest van de ochtend blijft het heerlijk rustig – wat er is aan toerisme komt hier laat op gang. Met als gevolg dat wij zielsalleen de stilte kunnen ervaren van Cathedral Gorge. Hemels! Het voelt alsof we een immense kathedraal binnenlopen, en kunnen vanaf dat moment niet anders dan fluisteren – al het andere zou voelen als oneerbiedig, storend. Rond negen uur druppelt de denkbeeldige kerk vol, wat voor ons signaal is dat we beter kunnen gaan.
Terug op de camping breken we onze tent af – of liever gezegd, mijn lief doet dat vandaag alleen, terwijl ik ons ontbijt klaarmaak. We verhuizen daarna naar het kampeerterrein in het noordelijk deel van het park; Kurrajong.
Wat praktische informatie over Purnululu
Voor Purnululu National Park in de staat West Australië is een 4x4 verplicht, maar dat zorgt ervoor dat het park in de Outback van Australië heerlijk ongerept blijft, een plek weg van de massa. De wegen - onverhard natuurlijk - waren goed begaanbaar toen wij er waren; Ik moet erbij zeggen dat dit deel van Australië net een lange, droge periode achter de rug had. De weg het park in is ronduit prachtig, een genot voor je zintuigen. 's Avonds is het genieten van de prachtige zonsondergangen waarbij de rotsen fel oranje oplichten voor ze uiteindelijk uitdoven in de duisternis. Mooie wandelroutes zijn in het park uitgezet, en nieuwe komen erbij. Twee basic kampeerterreinen geven ruimte aan tenten (mijn persoonlijke voorkeur) of campers, met als enige voorziening een (val)toilet en kraantje, dus wees voorbereid en zelfvoorzienend. De beloning is zoet. Alle plekken in Purnululu NP zijn te bereiken vanaf beide campsites, maar als je van zonsopkomsten en zonsondergangen houdt (wat voor velen van ons geldt denk ik), doe je er goed aan strategisch te kiezen voor een van de twee campsites, wil je niet in het pikdonker over onverharde wegen van of naar je tentje heen of terug rijden. Cathedral Gorge, en de bekendere ‘bijenkorven’ van Bungle Bungles liggen het dichtst bij Walardi Campground. Echidna Chasm daarentegen ligt dichterbij Kurrajong.