Deel 12 Australië – Op weg naar het tropische noorden
Deel 12 Australië – Op weg naar het tropische noorden
Deze blog is deel 12 van de beschrijving van mijn rondreis door Australië, die ik met mijn lief maakte van maart tot juli 2019. Onze reis begint medio maart 2019 in Melbourne, en eindigt half juli in Perth. In elk deel van mijn blog neem ik je een stukje mee op onze reis.
Duivelsknikkers
Van Alice Springs rijden we naar Devils Marbles, over de Stuart Highway – een verharde weg die Adelaide in het zuiden verbindt met Darwin in het noorden. Het is rustig op de weg; hier en daar zien we wat kadavers van aangereden kangoeroes of vee, maar levend wild komen we niet tegen. We zijn gewaarschuwd niet rond het schemerdonker (’s ochtends vroeg dan wel ’s avonds) op de highway te rijden, omdat uitgerekend dan veel wild of vee de weg oversteekt. Behalve het gegeven dat we dat gevaar sowieso liever ontwijken, zijn we voor een dergelijke aanrijding op die tijden niet verzekerd met onze huurauto – en we nemen dat risico dan ook niet. We plannen een tussenstop op het kampeerterreintje van Devils Marbles. Devils Marbles is een van oorsprong Aboriginal terrein; grote, ronde keien lijken opeen gestapeld tot soms wankel ogende torentjes die op een puntje balanceren en slechts een klein duwtje nodig lijken te hebben om om te rollen of vallen. De Aboriginals gaven aan deze ronde kolossen een mythische betekenis; zij zagen er de eieren van de Regenboogslang in. Geologen geven een wetenschappelijke verklaring voor het ontstaan van de aparte rotsformaties, en dit alles is te zien op het informatiebord bij het terrein.
Praktische tip tussendoor
Overigens is een erg nuttige, goede app WikiCamps Australia; op de app vind je alle kampeerplekken in Australië waar je kunt staan met je tent dan wel camper, met daarbij de voorzieningen die je er vindt. Behalve kampeerplekken zijn ook picknickplaatsen en andere plaatsen van belang te vinden, ontzettend nuttig als je op zoek bent naar een rustpunt. Bovendien is alles voorzien van beoordelingen en ervaringen van voorgangers die deze plekken bezochten, inclusief datum wanneer ze er waren. Superfijn als omstandigheden veranderen, wat nogal eens het geval is. Downloaden dus die app als je door Australië gaat trekken!
Kamperen
Een klein kampeerterrein ligt tussen de rotsformaties van de ‘Duivelsknikkers’, en als je de beperkingen daarvan voor lief neemt (ongelooflijk veel vliegen als wij er zijn, en op een zeer basic toilet na geen voorzieningen – ook geen stromend water dus) is dit een fantastische kampeerplek. We zoeken een plekje voor onze tent, en zijn blij dat we een hamer hebben aangeschaft om onze haringen met extra kracht in de grond te kunnen slaan – want de grond is hier ontzettend hard. Zodra de tent staat (voor $3,30 p.p.) wandelen we door het gebied, tussen de grote ronde keien, die in het licht van de ondergaande zon betoverend verkleuren. Zodra de zon onder is zoeken ook de vliegen een ander onderkomen dan onze neuzen, oren en ogen, en wordt het een heerlijke zwoele avond. De temperatuur blijft hangen op zo’n 26 graden, een fijne, droge warmte, dus wij zijn niet naar bed te krijgen. Ik luister naar het zachte gebabbel van andere kampeerders, kijk naar de sterren, en prijs me letterlijk de hemel te rijk.
We slapen die nacht erg goed, en worden pas tegen negenen wakker. Als we de tent openritsen is het kampeerterreintje al nagenoeg leeg – in concludeer verbaasd dat ik van het vertrek van al die trailers nauwelijks iets heb gemerkt. Met de zon zijn ook de irritante vliegen weer terug, dus ontbijten doen we zo snel mogelijk, en bij elke hap waak ik ervoor dat ik geen vlieg in mijn mond krijg.
We rijden vandaag naar Daly Waters. De route is wat eentonig; veel struikgewas op de droge grond, hier en daar zijn kilometers lang - dik bezaaid tussen het struikgewas - termietenhopen te zien, soms lijken ze gebouwd als kathedraal van de hand van Gaudi. Sporadisch is een termietenhoop een t-shirt aangetrokken als ware het een sneeuwpop. Het is opnieuw rustig op en langs de weg, zelfs kadavers zien we nauwelijks. De stop in Daly Waters is voor ons een noodzakelijke stop, om niet te lang te hoeven rijden. Voor veel mensen is dit echter een trekpleister; de pub hier zou de oudste in het Northern Territory zijn, en trekt veel bezoekers. Grappig is dat ik laatst op TV zag dat Floortje Dessing uitgerekend in deze pub een paar oude bekenden uit haar serie ‘Floortje naar het Einde van de wereld’ per toeval weerzag. Wij kiezen uit nieuwsgierigheid voor deze locatie, waar een kampeerterrein naast ligt. Maar eerlijk is eerlijk; die haalt het voor mij niet bij Devils Marbles.
Mataranka
Het plaatsje Renner Springs markeert hier zo’n beetje de grens tussen het droge en het natte gedeelte van het Northern Territory. We passeerden die grens gisteren, en strijken de dag erna neer op Mataranka Homestead Resort. Op een sporadische vlieg in mijn oog na, ligt de vliegenplaag nu achter ons. Het voelt bevrijdend de wereld niet meer te hoeven aanschouwen van achter een muskietennetje. Zalig om mijn brood te kunnen smeren zonder vliegen op de pindakaas. We krijgen er wellicht muggen voor terug, maar zolang we die nog niet ervaren, zijn we blij. De temperatuur stijgt tot ver boven de dertig graden, en we nemen een duik in de natuurlijke thermische poel die aan de rand ligt van het Elsey National Park, en op loopafstand van de camping. We genieten van deze weldaad, het warme water omzoomd met palmen van het regenwoud, zonnestralen glinsteren op het heldere water. De bron blijkt afgewerkt door mensenhanden, een zwembad bijna, ware het niet dat de spinnenwebben het einde van het bad markeren en onder water zichtbaar stoom binnendringt. We zitten wel degelijk in de bush. Als ik die avond voor ons avondmaal wat spullen wil afwassen, deins ik terug bij de afwasbak. In de gapende afvoer beweegt wat.
Ik zweer dat ik wat zag.
Behoedzaam tuur ik naar het donkere gat.
Het lijken twee oogjes?
…Een slang..?
Nee – eerder…
Oh!! Een kikker!! Een groene kikker klampt zich vast in het afvoerputje als het kraanwater langs hem stroomt. Aanvankelijk schuw, daarna kruipt hij het holletje uit en laat hij zich, samen met kikker nummer twee, in volle glorie bewonderen. Want mooi groen, dat zijn ze.
En oké, dit is misschien nauwelijks opwindend te noemen, maar de daarna volgende commotie op het kampeerterrein is dat wel: Meneer X liep een python tegen het lijf! Mijn lief stormt erop af om alle roering van dichtbij te bekijken, terwijl ik me toch maar op de achtergrond houd. De kronkelende python wordt door vaardige handen van het campingpersoneel gevangen en afgevoerd. Maar voor zover wij al in de waan leefden dat we ’veilig’ zijn op deze grote camping; dat idee kunnen we loslaten. En als we even later, na het poetsen van onze tanden een KRAAAK horen, en ik mijn zaklamp richt op twee glinsterende oogjes van een kleine wallaby, die eerst bevriest in het schijnsel van de lamp en vervolgens weg hopt, kan ik een glimlach niet meer onderdrukken.