Australië

Reisgids

Reistips

Nieuws

Beste reistijd

Regio's en steden

Foto's

Praktisch

Australië image

Deel 4 Australië - The Blue Mountains

Australië
Oceanië
Ellen69

Deel 4 Australië - The Blue Mountains

Deze blog is deel 4 van de beschrijving van mijn rondreis door Australië, die ik met mijn lief maakte van maart tot juli 2019. Onze reis begint medio maart 2019 in Melbourne, en eindigt half juli in Perth. In elk deel van mijn blog neem ik je een stukje mee op onze reis. Met pijn in mijn hart volgde ik eerder dit jaar de nieuwsberichten over de verwoestende branden in Australië, waarbij ook de Blue Mountains zwaar zijn getroffen. We kregen bericht dat het guesthouse waar we verbleven gelukkig – mede dankzij de inspanningen van de gastvrouw en -heer – gespaard is gebleven. Veel van de wandelingen die ik hier onder beschrijf, en de prachtige uitkijkpunten, zijn echter verloren gegaan. 

 

3 tot 10 april: Blackheath

Wat een bestemming! We zijn hier nu drie hemelse dagen; ons oorspronkelijke idee om overmorgen verder te rijden hebben we bijgesteld, om nog een paar dagen langer te kunnen genieten van de regio. Govetts Leap biedt ons de allereerste blik op de adembenemende Grose Valley. Deze en andere plaatsen maken diepe indruk. Ik fotografeer Govetts Leap bij zonsopkomst, en hoe prachtig ook, een foto blijft slechts een benadering van de werkelijkheid. In deze feeërieke werkelijkheid staan mijn zintuigen open; mijn ogen zien de pracht van de oneindig blauwgroene diepte, terwijl ik de koele belofte van de aanstaande zonnige dag voel op mijn huid, en luister. Naar de stilte, of nee, naar de echo van de vogelgeluiden uit de diepte. Ik raak ontroerd van zo veel pracht die ik nauwelijks kan verwoorden. En dit is voelbaar op veel meer plaatsen dan Govetts Leap – dit voel ik ook als we later die dag Anvil Rock en Perry’s Lookdown ervaren.

Helaas is dat niet het geval op één van de uithangborden van de Blue Mountains; de Three Sisters, op Echopoint. Hoewel op de schoonheid ervan niets valt af te dingen, is het voor mij moeilijk de plaats echt te ‘voelen’ – ik moet heel wat storende omgevingsgeluiden wegfilteren om dat te kunnen. Echopoint is – hoewel zeker mooi – commercieel van opzet en (te) druk bezocht. Ieder verdringt zich om een selfie te maken met de rotsformatie van de  - volgens een van de vele legendes – drie versteende zusters op de achtergrond. Blue Mountain National Park heeft bovendien veel meer te bieden dan Echo Point. We lopen de Grand Canyon Walk, een track die ons via een zeer goed geprepareerde, lange afdaling leidt naar de prachtige Grose Valley, die niet onder doet voor de Efteling Droomvlucht, maar dan zonder elfjes en trollen. We bevinden ons in een prachtige oase van regenwoud, waar de kabbelende watervalletjes voortdurend hoorbaar, maar slechts zelden zichtbaar zijn; verscholen achter of onder diepe, duistere kloven en overhangende kliffen, die een schuilplaats bieden tegen de regen die tijdens deze wandeling enkele keren op ons neerdaalt. Groen oplichtende varens, rotsen, en keien begroeid met mos. We sluiten de wandeling af met een schijnbaar eindeloze ‘stairway to heaven’: een lange klim die ons naar Evans Lookout brengt, vanuit waar we terug lopen naar het startpunt. De app op mijn telefoon geeft aan dat ik 7 kilometer heb gelopen, en 70 verdiepingen heb trap gelopen.

We logeren deze dagen in een wel zeer charmant guesthouse; Glenella’s, in Blackheath. Het piepkleine kamertje dat we hier bewonen biedt maar net genoeg ruimte voor onze bagage, maar is netjes en knus. De living-/diningroom daarentegen is onbeschrijflijk sfeervol, gezellig, warm, ruim. Hoewel tegen een heel redelijke prijs een ontbijt wordt verzorgd, kunnen gasten gebruik maken van de meer dan volledig ingerichte (voormalige hotel-) keuken. Wij maken daarvan dankbaar gebruik, om op door ons zelf gekozen tijdstippen een heerlijk (fruit-)ontbijt klaar te maken, en elke avond ons eigen diner te bereiden, om dat vervolgens onder het genot van een glas wijn in de verwarmde eetkamer te nuttigen - in gezelschap van de her en der verspreide gasten en werknemers. De sfeer is gemoedelijk zonder opdringerig te zijn, en de gastvrouw – Margaret – al even innemend als dit heerlijke oord zelf. Wij voelen ons er al snel thuis, en handelen ook als thuis: We vullen de koelkast, ik maak gebruik van de wasmachine om onze opgespaarde was te doen, en we zitten ’s avonds in de bank met een boek, of gezellig te kletsen, terwijl anderen een gezelschapsspelletje spelen. 

Op advies van Margaret lopen we een track in Centennial Glen: vanaf de parkeerplaats aan de Centennial Glen Road kiezen we voor de Colliers Causeway track, om via Porters Pass uit te komen op Burton Road en van daaruit terug te lopen naar de parking. Deze wandeling krijgt de Australische classificatie ‘hard’, en we begrijpen waarom; de track is niet van A tot Z aangelegd zoals de Grand Canyon track, is vaak steil, soms glad, en steekt een water over zonder in een brug te voorzien. Uitdagender, stiller ook, maar desalniettemin goed te doen. Prachtige watervallen, rotspartijen, en een pad dat enigszins vaag is aangeduid met ‘canyon’ leidt ons naar een intieme, verscholen plek (de ‘grotto’), waar tussen de rotsen het beekwater van boven neerdaalt in een kleine poel die niet zou misstaan in een sprookjesboek. Werkelijk – het voelt als een voorrecht dat we dit plekje hebben gevonden, dat we hier een tijd lang de enigen zijn. De Blue Mountains hebben mijn hart gestolen, de pracht ervan overstijgt mijn verwachtingen, en dat is pas echt voelbaar als je de tijd neemt erin te duiken, je erin onder te dompelen. De dagen die volgen bezoeken we onder meer de Wentworth Falls, vanwaar we de Undercliff track lopen; een mooie wandeling, maar na al het prachtigs dat we eerder hebben gezien maakt deze een minder diepe indruk. De National Pass track – waarvan ik vermoed dat die mooier is – is helaas gesloten sinds augustus 2017, wegens instabiliteit van een rots boven de wandelroute. In november van dat jaar kwam een arbeider om het leven en twee raakten zwaar gewond, bij een aardverschuiving ten gevolge hiervan, terwijl zij aan het werk waren om het pad weer veilig te maken. De Empress Falls is wel bereikbaar; wij sluiten onze wandeling af met een bezoek aan deze indrukwekkend mooie waterval. 

In de avond worden we vermaakt met ‘A star was born’,  die Margaret voor gasten en personeel draait in het kleine ‘bioscoopje’ van het guesthouse. Er is voorzien in grote bakken popcorn, in verschillende smaken voor de liefhebber. Het kamertje zit vol.

De laatste avond in de Blue Mountains gaan we nogmaals naar Anvil Rock, waar we de zonsondergang ervaren; we zien hoe de rotsen van brandend oranje transformeren tot een rustige donkere tint, tegen de achtergrond van een aanzwellend pastelviolette lucht die onderbroken wordt door witte wolken met hier en daar een oranje weerkaatsing van de ondergaande zon. 

Ik luister opnieuw naar de stilte. Naar de diepte.

We moeten afscheid nemen van deze plek en dat is nog wel het moeilijks van reizen – elke ontmoeting houdt tevens de belofte in van naderend afscheid. De manier voor mij om dat goed te kunnen verdragen, is mezelf beloven ooit terug te komen. 

Ooit.