St Maarten deel 2 - Van Columbus naar feitjes, oneliners en versprekingen
St Maarten deel 2 - Van Columbus naar feitjes, oneliners en versprekingen
Ik heb zowaar geslapen, realiseer ik me als ik voor de vorm een plastic vorkje meeprik in het ondefinieerbare vliegtuigontbijt. Even later wordt de daling ingezet, waarna het bovenwindse eiland opdoemt: een witomrande oase in een turquoise zee met donkerblauw vlekkenpatroon. Dan houdt de oceaan voor even op te bestaan en ontvouwt zich uit het niets een wit zandstrand vol schaars geklede vakantiegangers. Welkom op Maho Beach. "Bukken!", roep ik bijna uit wanneer het toestel rakelings over de hoofden heen scheert. Seconden later sust een minieme landingsschok deze spectaculaire eerste ontmoeting met St Maarten.
Alhoewel, de eerste ontmoeting? Ontdekt Columbus vandaag niet ruim 500 jaar na dato voor de tweede maal St Maarten? Hierover zijn de meningen helaas verdeeld. Want waar men eeuwenlang aanneemt dat de Spaanse ontdekkingsreiziger pur sang het eiland op 11 november 1493 ontdekte, rijst hier gaandeweg twijfel over. In 1931 concludeert schrijver Lucius Hubbart in 'The Geographical Review' dat Columbus niet dicht genoeg langs het eiland Antigua zeilde om St Maarten te kunnen zien liggen. En hoewel nooit onomstotelijk bewezen, krijgt deze bewering na verloop van tijd meer aanhang.
Vast staat wel dat Spanje eind vijftiende eeuw het eiland claimt. Of Columbus nou van boord gegaan is en na het drinken van vaten vol met bruine rum een onduidelijk krabbeltje op zijn wereldkaart heeft gezet of niet. Voor die tijd wordt het bijna tweeduizend jaar bewoond door de Arawak indianen, die het zoutrijke eiland de naam 'Soualiga' geven, wat staat voor 'Land van zout'. Totdat de tamelijk agressieve en naar verluidt kannibalistische Carieb-indianen ten tonele verschijnen om de Arawaks van het eiland te vegen. Anderhalve eeuw later eist Spanje het op en doopt het eiland St Maarten. Maar dit is dan nog lang niet het St Maarten waarop ik zojuist geland ben.
Roerige tijden
Want in het Caribisch gebied breken eerst nog roerige tijden aan, waarin krijgertje spelende machtswellustelingen, piraten en smokkelaars hoogtij vieren. De Drie Doldwaze Dagen in de Bijenkorf zijn er niets bij. Vooral Nederland, Frankrijk en Engeland tonen interesse in St Maarten. In 1648 tekenen Nederland en Frankrijk een verdrag en splitsen het eiland op. Dit voorkomt echter niet dat het eiland in de twee eeuwen daarna nog zestien keer van eigenaar wisselt, waarmee de klucht compleet is. Maar niet voordat de kolonisten tussen het geruzie door nog even de nodige slaven uit Afrika verschepen, die zwoegend en zwetend in de brandende zon op de plantages gebukt gaan onder de dwang van hun heersende meesters.
Als de slavernij in 1848 aan Franse zijde en vijftien jaar later aan Nederlandse zijde wordt afgeschaft, valt St Maarten in een diep economisch gat. De plantages drogen uit en er is nauwelijks industrie. Veel eilandbewoners verlaten met gebogen hoofd het podium om te verkassen naar betere oorden. Tot de Tweede Wereldoorlog voor een ommekeer zorgt. Om de dreiging van Duitse luchtaanvallen in te perken, legt het Amerikaanse leger op diverse eilanden landingsbanen aan. En een jaar later is Princess Juliana International Airport een feit. Met de komst van toeristenvluchten en immigranten herstelt de economie gestaag en is de deur naar het huidige St Maarten geopend.
Vette knipoog
Dus daar sta ik dan anno 2010. Als toerist annex reisreporter op Juliana Airport, in afwachting van de persreis 'Island Life'. Waar een douanebeambte me op gepaste Antilliaanse wijze verwelkomt, door me ongegeneerd van top tot teen op te nemen. "If you need anything, you can find me here at all times", zegt hij stralend. En ja hoor, daar is de onvermijdelijke vette knipoog al. Dat belooft wat... "I'll keep that in mind", antwoord ik, waarna we galant worden opgevangen door onze gids Fabian. Eenmaal buiten word ik hartverwarmend omarmd door een ongekend klamme deken die regelrecht uit een gloeiende heteluchtoven lijkt te komen. Bij het inlezen was me een constante passaatwind beloofd, maar dit verkoelende briesje houdt kennelijk even siësta.
We verblijven in Divi Little Bay, een mega-resort waar ik zo nu en dan met mijn neus in de "Bingo!" roepende gasten zal vallen. Het complex is gelegen op een schiereiland met privé-strand en het balkon van mijn riante appartement biedt een prachtig uitzicht over de azuurblauwe baai. En hoewel ook het ligbad aanlokkelijk lijkt, blijkt de kraan bij benadering slechts roestbruin water uit te spugen. Gelukkig volgt het warme bad alsnog, want spoedig ontstaat een boeiende groepsdynamiek. We zijn aan elkaar gewaagd, delen dezelfde humor en voelen elkaar goed aan. Wie de voorzet ook geeft, er is altijd wel iemand die hem inkopt. Ik zou mijn ligbad met oneliners kunnen vullen. Het geeft me genoeg energie om de gevreesde jetlag voor te blijven en me vol overgave op het eilandleven te storten.
Feitjes
Tijdens een eilandtour staat niet alleen de maandag in het teken van de feitjes, ook ik sta al snel te boek als 'de dame van de feitjes'. Lang leve het voorwerk. Totdat ik in een simpel zwart halterjurkje met rode lakpumps aan het diner bij Chesterfield's verschijn, waar de jetlag toch nog genadeloos toeslaat. Ineens moet ik vrijwel ieder antwoord schuldig blijven. "Ik zie het al", zegt Corno droog. Ik kijk hem vragend aan. "Je hebt geen mouwen aan. Anders had je die feitjes er zo uitgeschud." Ik zou willen dat ik kon zeggen dat het daarbij bleef, maar niets is minder waar. Ik voel me steeds waziger worden en maak de ene dubieuze verspreking na de andere. Alsof ik mijn hersens op Schiphol heb achtergelaten!
De groep legt al gauw een lijst met zogenaamde ingezonden brieven naar Columbus aan, die in mum van tijd langer wordt. "Ik voel weer een ingezonden brief aankomen", is met stip de uitspraak van de dag. "Dit wordt een heeeeele lange avond", antwoord ik lachend. Gelukkig blijkt niemand uiteindelijk 'jetlagproof', want vroeg of laat krijgt ook de rest z'n portie 'splaakgeblek' voor de kiezen. Letterlijk. Zo wordt de jukebox verheven tot jugbugs en eten we in restaurant Holland House de verrassende combinatie van verse tonijn in een jasje van sesamstraatjes. Zucht. Dit wordt een heeeeele lange persreis...
Wordt vervolgd in deel 3: Het eiland van contrasten, ontdekkingen en frisse kijkjes...
Lees ook deel 1: Wat eraan vooraf ging...