De reus van Watamula
De reus van Watamula
Diepe kuilen en haarspeldbochten trotserend, wordt de vering van onze huurauto flink op de proef gesteld. We zijn op weg naar het kustgebied Watamula en zijn zojuist een gortdroog zandpad opgedraaid. Geflankeerd door huizenhoge cactussen – waarvan een groot deel zwaar gehavend is en sommige exemplaren dwars over de weg liggen – is dit zandpad eigenlijk niet bedoeld voor gemotoriseerd verkeer. Curaçao buiten de gebaande paden: je moet er wat voor over hebben!
Het is eigenlijk allemaal begonnen met onze reisgids. “Watamula kent een fenomenale, ruige kust, waar zich het zeewater met grote kracht door het poreuze gesteente perst. Je waant je hier even in IJsland in plaats van in het Caribische gebied.” Meer woorden hadden we uiteraard niet nodig.
En dus staan we nu in the middle of nowhere in het ‘wilde westen’ van Curaçao, terwijl een gigantische wolkbreuk hier helemaal losgaat. Het zandweggetje dat we eerder zijn ingeslagen, wordt in luttele seconden omgetoverd in iets wat meer lijkt op een grote pot pindakaas. Terwijl we onze weg voorzichtig vervolgen, heeft onze vierwieler hoorbaar moeite met de smeuïge ondergrond.
Na nog eens een hachelijk kwartiertje bereiken we eindelijk onze bestemming Watamula. Een bijzonder kustgebied. Het bestaat uit enkele vierkante kilometers poreus gesteente, ooit door vulkanische activiteit gevormd, dat in de loop der eeuwen flink door de zee is bewerkt.
De lokale bevolking zegt dat er onder het gesteente een reus slaapt. Als je hoort hoe elke golf zich een weg door het gesteente perst, zou je het bijna geloven. Het harde gesis en gezucht is geweldig om te horen, helemaal als je je midden op het plateau bevindt. Op sommige plaatsen spuit het water meters hoog de lucht in. Geisers in miniatuur. Je waant je inderdaad even in IJsland, maar dan bij aangename temperaturen. Goede schoenen zijn wel een must, want het gesteente geen pretje voor blote voeten.
Toeristen zien we er niet. Een enkele local zoekt er kieskeurig naar schelpdieren. Verder niets dan een groep pelikanen die zich in zee stort. En ze hebben beet.
Na hier een paar fantastische uren te hebben doorgebracht, nemen we hetzelfde zandpad weer terug. En terwijl we enkele diepe kuilen ontwijken - ze hebben eigenlijk wel iets weg van grote voetstappen -, denken we nog even terug aan de slapende reus van Watamula. Hij is ongetwijfeld te voet gekomen.