Stel,
Stel,
Stel……
Stel je werkt op een O.K. in een Verloskundige kliniek op een mooi tropisch eiland, je hebt een relaxed baantje, alleen wat keizersneden, en wat kleine ingrepen zoals een manuele placenta verwijdering, of een na curettage. Het betaald redelijk en je wordt er niet moe van. Je kunt tijd met je vrienden, je geliefde of je gezin door brengen. Gewoon een beetje rondhangen, lekker buiten zitten of iets leuks doen. Je kinderen gaan naar school en je hoopt dat zij een betere toekomst hebben.
Dan is het 12 januari 2010. En je hele wereld stort in, in 1 minuut, letterlijk. Verdwaasd loop je rond, of krabbelt onder het puin uit, of je was gelukkig net de kliniek uit, maar veel van je collega, s en patiënten, moeders met pas geboren baby, s, niet. Je gaat op zoek naar je kinderen, die zaten nog op school, in blinde paniek probeer je weg te komen, je bent niet de enige. Waar is je man, je ouders, je oma die bedlegerig is en op jou rekent. Je herkent je eigen omgeving niet meer. Huilend dwaal je rond, ademen is bijna niet mogelijk door al het stof.
Nu, drie maanden later, je hebt je dierbaren begraven, als je geluk hebt. Je kinderen zaten toch net niet in die school die ingestort is, maar die van je zus en collega wel. Je man heb je nooit meer gezien. En je Oma hoef je ook niet meer te verzorgen.
Je hebt Goddank weer werk, bij een buitenlandse hulp organisatie, MSF, Medicins sans Frontiers, uit Holland. Nooit van gehoord, maar je hebt werk, weliswaar op een orthopedische OK, waar je de ballen verstand van hebt, maar je doet je best. De buitenlandse specialisten en verpleegkundigen, zijn wel aardig, de meesten althans. Ook zij doen hun best en hebben er soms ook de ballen verstand van hoe het er op Haïti er aan toe gaat.Ze willen wel, maar kunnen niet echt begrijpen hoe jij je voelt, dat je nog erg veel verdriet hebt, slecht slaapt in zo,n tenten kamp, de kinderen achter moet laten in een onveilige situatie als jij gaat werken. Dat je daarom, als er even niks te doen is je hoofd op je armen legt en probeert te slapen.
Gelukkig is het ook vaak weer gezellig, wordt er weer gelachen met elkaar. Die buitenlanders brengen ook wel weer wat leven in de brouwerij, al blijft het een vertoning als ze s, avonds klokslag 5 met die grote witte auto, s achter elkaar de poort uit rijden. Je ruimt de rommel op, kleed je om en wringt je in een van de volgepakte bussen en gaat naar “huis”. Goddank.