Knallende kennismaking met Guatemala
Knallende kennismaking met Guatemala
December 2008. R en ik reizen van Puerto Escondido in Mexico naar Guatemala. Na een niet erg soepele nachtelijke busrit over een ‘highway’ waar om de haverklap drempels liggen, komen we vroeg in de morgen aan in Tapachula. Hier kunnen we ons nog net in een overvol minibusje slingeren en half buitenboord hangend scheuren we naar de grens. Daar aangekomen blijkt het verlaten van Mexico zo soepel te gaan, dat we bijna vergeten onze paspoorten af te laten stempelen. Iets minder gemakkelijk blijkt het om geld te wisselen van Pesos naar Quetzal, de Guatemalteekse munteenheid (spreek uit als Ketzal, wij dopen ze echter meteen liefkozend om tot Kwetsels, dat klinkt zo gezellig). In het stoffige grensplaatsje dat het voorportaal van Guatemala is, lopen mannen met cowboyhoeden en stapels bankbiljetten: de plaatselijke grenswisselkantoren. R. informeert bij een aantal van hen naar de koers om een idee te krijgen of we onze Pesos een beetje gunstig kunnen omzetten naar Kwetsels. Dat lijkt zo te zijn en we besluiten het er op te wagen. We komen tot een deal met een van de cowboys, maar bij het natellen van de biljetten blijkt dat we te weinig hebben gekregen. De man (eigenlijk nog maar een kind) zet een quasi verbaasd gezicht op en telt het geld zelf vervolgens ook nog een keer na, want hé, hij maakt toch geen fouten!? Maar deze truc kennen we, op dezelfde manier zijn we in Bali al een keer belazerd. En ja hoor, aan het eind van het natellen geeft hij toe dat hij één briefje was vergeten, heel dom natuurlijk van hem, excuses, excuses meneer! Hij voegt met een berouwvol gezicht een extra briefje toe bovenop de stapel, maar vervolgens neemt hij vanaf de onderkant, zogenaamd ongemerkt, een pakketje biljetten weg dat in zijn zak verdwijnt. R.’s oplettende oog heeft het gezien en besluit dat dit bedrog niet ongemerkt kan passeren. Hij geeft de jongen een tik in het gezicht en spreekt een paar ferme woorden onder begeleiding van een dreigende blik. Ik kijk het allemaal enigszins angstig aan. We zijn Guatemala nog niet eens binnen, moeten onze stempel nog krijgen en R. staat nu al iemand op zijn bek te timmeren (bij wijze van spreken dan). Je weet het nog zo net maar niet met die cowboys. Misschien hebben ze wel pistolen, ik heb de verhalen op internet gelezen… Uiteindelijk blijken de cowboys allervriendelijkst, ze laten hun pistolen in hun holsters en alles loopt goed af. Na nog wat gehakketak krijgen we het afgesproken bedrag en om ons heen worden welgemeende excuses aangeboden voor het gedrag van de jonge wisselaar. Om de gemoederen niet opnieuw op te laten laaien besluiten we ons welgemeende advies, namelijk dat de jongen beter eerst zijn school af kan maken voordat hij crimineel bankje gaat spelen, voor ons te houden.
Na deze enerverende eerste kennismaking met Guatemala worden onze paspoorten afgestempeld en zoeken we een bus. We willen naar Quetzaltenango (afgekort tot Xela) reizen. Er gaat geen directe bus, dus we stappen eerst in een minibusje (uiteraard overvol) naar San Marcos, alwaar we overstappen op een ‘chickenbus’ (oude Amerikaanse schoolbus). Helaas doet in de rij voor ons een kind een poging om uit het raam over te geven, maar zijn ontbijt vliegt net zo hard weer terug richting ons… Nou ja, hebben we onze warme douche ook weer gehad. Na de chickenbus stappen we in een volgende bus, die ons naar Xela brengt, vanwaar we een minibusje naar het centrum nemen. Het was een lange rit, bus in bus uit en zo’n vijf uur vanaf de grens voor zo‘n 120 kilometer, maar absoluut de moeite waard. De weg ging door hoge bergen, we hadden schitterend uitzicht op een vulkaan van 4200 meter hoog en we reden door kleine dorpjes met nog meer cowboys en traditioneel geklede vrouwen en kinderen. Prachtig, we zijn het opstootje bij de grens alweer vergeten!
In Xela vinden we een slaapplaats bij een familie die een paar kamers verhuurt. Lekker slapen bij de mensen thuis, dat bevalt ons wel. Eenmaal gesetteld kleden we ons warm aan, want het is hier erg koud vinden we, vooral ‘s avonds. Het stadje ligt op bijna 2400 meter en iedereen loopt rond met mutsen en sjaals. Het is al laat in de middag en na een hapje te hebben gegeten, heerlijke verse tortilla’s met bonen, sluiten we ons aan bij twee andere gringo-stellen in het restaurantje en brengen de rest van de avond door onder het genot van een paar flesjes, ahum, literflessen bier. Als we ‘s nachts neerstrijken in ons bed bij de familie leggen we vier wollen dekens over ons heen om warm te worden. Misschien hadden we beter rum kunnen drinken.
De volgende ochtend staan we fris (letterlijk) op en nemen een warme douche. Dat ziet er zo uit in Guatemala: men neme een elektrische douchekop, verbindt deze met wat stroomdraadjes naar een kastje aan de muur alwaar er ettelijke honderden Voltjes op worden gezet om zo het water te verwarmen. Niet teveel naar boven richting de douchekop en de onbeschermde stroomdraadjes spetteren is het devies, anders zou het wel eens een extra warme douche kunnen worden. Afijn, na dit overleefd te hebben zijn we weer lekker warm en besluiten we op pad te gaan. Xela blijkt een leuke, levendige stad te zijn met een drukke en kleurrijke markt waar ze zo ongeveer bij een kwart van de kraampjes vuurwerk verkopen dat in Nederland zwaar verboden is. Gelukkig hangt bij de meeste kraampjes, naast de doorgaans rokende verkoper, een brandblusser. Dat geeft een heel veilig gevoel. Een paar dagen later komen we erachter dat het vuurwerk gretig aftrek heeft gevonden, want op kerstavond breekt rond middernacht de spreekwoordelijke ‘pleuris’ uit. Er wordt een partij knallers afgestoken, niet normaal meer. En dit gaat tot in de kleine uurtjes door… daar gaat de nachtrust. Maar niet getreurd, we weten nu in ieder geval dat de Guatemalteken goede feestjes kunnen bouwen, dus dat belooft veel goeds voor het vervolg van onze reis!