Roemenië: land van de gemengde gevoelens -Deel II
Roemenië: land van de gemengde gevoelens -Deel II
Na een weekje op de camping van Neptunus, werd het tijd naar Bulgarije verder te trekken...
Op aarde teruggekeerd, om precies te zijn in Constanța, was mijn eerste gang dan ook naar het bureau dat volgens zeggen bemiddelde bij de plaatsbewijzen voor de boottocht naar Varna.
Als mijn gidsje klopte zou ik dan nog diezelfde middag aan boord kunnen gaan.
Maar daar aangekomen , keken de medewerkers me vol verbazing aan.
Wát wilde ik? Naar Varna in Bulgarije?
Ja dan kon ik het beste naar Bucurest en dan de trein nemen naar SOFIA?? En van daaruit weer naar het zuiden.
Ook ging er 1x per week een bus,maar die zou pas over 4 dagen weer gaan.
Een boot?? Nee hoor een boot ging er niet??
Hoe kon dat nou? Mijn gidsje gaf toch behoorlijk gedetailleerde informatie? Ik liet het ze zien, maar het antwoord bleef ontkennend, die boot bestond niet.
Op dat moment kwam een zeer gedistingeerd geklede man, die tot dan toe in het zitje voor de balie met een al even gewichtig uitziende heer had zitten praten zich ermee bemoeien.
O jawel, hij kende die boot wel, maar die was al een aantal jaar ervoor uit de vaart genomen.
Maar als ik naar Varna wilde, dan had ik geluk: hij was diplomaat en zou de volgende ochtend vroeg in zijn luxe "corps diplomatique" wagen samen met de andere man naar Varna reizen. Als ik wilde kon ik een lift krijgen.
Ik moest dan wel zorgen dat ik de volgende ochtend klokslag half zes paraat stond en dan was het het handigst als ik in een hotel bleef overnachten waarvan zij de eigenaar goed kenden.
Dat klonk aanlokkelijk en de mensen van het bureau schenen de man te kennen en te respecteren, dus ging ik op het aanbod in.
En zo zat ik even later op de luxueuze roodfluwelen kussens van de zwarte bolide.
Dat beloofde een aangenaam ritje te gaan worden morgen!
Maar nu eerst naar het hotel waar hij het over had gehad. Daar aangekomen, bleek hij niets teveel gezegd te hebben, de eigenaar begroette hem joviaal en na een kort gesprekje was alles accoord, ik kreeg een kamer boven, aan de tuinzijde en ik zou de volgende ochtend om half vijf worden gewekt.
Het was nog vroeg, dus mooi tijd om Constanța, waar het nu eindelijk droog - en warm- geworden was trouwens, eens aan een nader onderzoek te onderwerpen.
Via een lange,drukke winkelstraat en een restaurantje voor een verlate lunch kwam ik op de boulevard langs de Zwarte Zeekust terecht.
Wat was het hier gezellig, er gebeurde van alles, het was er heerlijkmet een verkoelend briesje en de tijd vloog om.
Voor ik het wist begon het al donker te worden en ik wilde niet te laat in het hotel terug zijn. Misschien kon ik daar nog een klein hapje nemen en dan bijtijds gaan slapen.
Ik had nog een fikse wandeling voor de boeg, dus besloot ik af te steken dwars door de wijk, weg van de drukke en goed verlichte winkelstraat.
Een misrekening zo bleek al snel!
Op de boulevard had ik al een paar maal de onderzoekende blikken van twee tamelijk ongeschoren mannen opgemerkt, die daar schijnbaar even onschuldig rondliepen als ikzelf.
Ik had er verder geen aandacht aan besteed en het maar als een compliment beschouwd.
Maar zo snel was ik nog niet in het relatief duistere deel van de wijk gekomen of ik merkte dat ook zij deze kant opkwamen. Ze leken snel dichterbij te komen..
Moesten ze hier nou toevallig ook zijn of werd ik gevolgd??
Daar kon ik natuurlijk snel genoeg achter komen door over te steken en te kijken wat zij deden.
Ik had nog geen twee stappen van de stoep afgezet of ik werd vanachter beetgepakt.
Nou deed ik in die tijd redelijk fanatiek aan karate en andere verdedigingssporten, dus in een reflex gaf ik een fikse stoot naar achteren, waarop ik weer even plots en onder luid gevloek (neem ik aan, want verstaan deed ik het niet) werd losgelaten, maar niet zonder dat ook ik een harde rechtse op m’n oog had ontvangen van m’n belager.
Dat zou een fiks blauw oog worden en aangezien m’n andere oog een heel ander kleurtje had zou ik er vast heel raar uitzien morgen. Natuurlijk had ook ik me niet onbetuigd gelaten met luid gescheld: LAAT ME LOS!! .. $*@#&%*!! (in het Nederlands en dàt verstonden ze toch beslist wel!)
Ze verdwenen even snel richting boulevard als ze gekomen waren en ik kon m’n weg vervolgen.
Nu pas voelde ik m’n knietjes knikken, daarnet was ik vooral woest en verontwaardigd geweest.
Gelukkig kwam het hotel snel in zicht. De eigenaar moet gezien hebben hoe ontdaan ik was, want hij begeleidde me bezorgd -dacht ik- naar boven.
Jaja hij zou me morgen wekken, ga nou maar lekker slapen....
Maar wat was dat nou?? Hoorde ik de deur aan de buitenkant op slot draaien??
Het kon natuurlijk komen doordat ik zo ontdaan was en m'n handen nog een beetje trillerig waren, maar ik leek inderdaad geen beweging in het slot te kunnen krijgen...
Wat moest ik doen? De eigenaar roepen?? Die hoorde me vast niet van hierboven..
En bovendien , als hij echt opzettelijk de deur op slot had gedraaid, wat zou dat dan voor zin hebben??
Was ik in een val gelopen, met die ogenschijnlijk nette en vriendelijk ogende heren vanmiddag, zou ik morgen worden ontvoerd en werd ik daarom nu hier vastgehouden, zodat ik me niet kon bedenken en verdwijnen??
Als alternatief zou ik natuurlijk altijd nog uit het raam kunnen klimmen, maar dat leek me in het donker toch niet zo heel verstandig, dus besloot ik dat het het verstandigst was te doen of ik niks in de gaten had en te proberen een paar uurtjes te slapen. Vannacht zouden ze waarschijnlijk verder toch niks meer gaan ondernemen
Zodra het licht werd zou ik opstaan om te proberen te ontsnappen…
Wordt vervolgd….