Reizen in Roemenië; ontmoetingen met een communismehater, een ballengraaier, muppets en andere lieve mensen, deel 2
Reizen in Roemenië; ontmoetingen met een communismehater, een ballengraaier, muppets en andere lieve mensen, deel 2
De man met de sunshine opdruk op zijn bolle buik haalt met een muntstuk de plastic achterkant van een mobiele telefoon. Het kost hem veel moeite met zijn vingers zo dik als worsten en zonder zijn afgekloven nagels. Het muntstuk is duidelijk hiervoor bedoeld en bij een tweede telefoon - een nieuwer model - lukt het makkelijker. Hij verplaatst de simkaart van de oude naar de nieuwe. Met zijn boertige houding, forse lichaam en zenuwachtig gesnuif door zijn neusharen is hij zeer aanwezig. De vrouwen naast hem schuiven angstvallig een paar centimeter op, ruimte die hij meteen inneemt.
Wanneer deze man uitstapt, neemt een jongeman van ongeveer achttien jaar zijn plek in. Hij begint meteen uitgebreid in zijn kruis te graaien, zowel door zijn korte joggingbroek heen, maar ook met zijn hand in zijn broek. Heeft hij jeuk? Is hij opgewonden? Hij blijkt met zijn vader te reizen – ongeveer 120 kg zwaar, ballonkuiten en opkruipend T-shirt waardoor zijn harige buik zichtbaar wordt. Deze schuift geregeld met een wild gebaar de deur open om zijn zoon wat te vragen of te commanderen. Daarna volgt broerlief van ongeveer veertien jaar oud, hij is ondanks zijn beugel en puistjes een mooie, beetje gladde jongen. Hij gaat naast me zitten. Ik spiek op zijn telefoon. Hij whatsappt met een vriendinnetje en ik zie veel hartjes- en kusjes-emoji’s over en weer schieten. De twee tieners zijn luidruchtig en de ballengraaier blijft maar graaien, zijn broertje kopieert hem af en toe.
Tanks en kogelgaten
Ik raak aan de praat met Smaranda, de liefhebber van kaaskoekjes. Ze is in haar geboorteplaats Logan, 60 kilometer van Timisoara, op bezoek geweest bij haar jeugdvriendin die met haar kinderen overkwam uit Amerika. Als toerist in eigen land bezochten reden ze rond. Wanneer ik desgevraagd mijn bezoeken aan communistische musea noem, vertelt ze over haar jeugd. Eind 1989 was ze tien jaar en woonde ze met het gezin in Boekarest. Haar vader had berichten gehoord over tumult in Timisoara, hij vond het beter dat ze met haar moeder naar haar opa en oma in Logan gingen, want de eerste tanks van dictator Ceausescu reden al door de straten van de hoofdstad. Ze had een lange schoolvakantie met kerst en toen ze met haar moeder terugkwam, zaten er 23 kogelgaten in de muren van hun huis. Haar vader had gelukkig op tijd weten te vluchten. Ze biedt me een kaaskoekje aan, ik weiger beleefd. Wanneer we het station van Boekarest binnenrijden nemen we afscheid, ze gaat weer werken als IT-consultant. ‘Wil ik echt geen kaaskoekje?’, vraagt ze nog.
Kogelgat en balkonmuppets
Ik heb een half uur om over te stappen op de trein naar Brasov. Mijn stoelnummer is precies tegenover een dicht gekit kogelgat in het raam, aan de andere kant van het gangpad in het open, grote treinstel. Of was een steen de oorzaak? Niemand die zich er iets van aantrekt. Een verkoper legt allerlei producten stilzwijgend voor ons op het tafeltje. Een lichtschakelaar, een afbreekmes voor het klussen, een buigbaar leeslampje, een dagboekje en een assortiment sleutelhangers. De plaatselijke Hornbach bouwmarkt doet er niet voor onder. Mijn buurman kiest voor de lichtschakelaar. Als hij de verkoper betaalt, complimenteer ik hem met zijn goede keuze voor 10 leu, ofwel 2,40 euro. Demonstratief zet hij het even tegen het raam, hij laat zien hoe hij het op zijn muur gaat vastmaken. Ik knik bevestigend, want ik heb vaker een lichtschakelaar gezien. Samen zitten we als een soort Statler en Waldorf, het balkonduo uit de Muppetshow, aan de vierpersoons tafel om ons heen te kijken – al zijn wij, in tegenstelling tot de muppets, wel stil. Maar in mijn hoofd becommentarieer ik iedereen dat het een lieve lust is.
Tupperware
Deze tafelopstelling in het open treinstel leidt tot gemoedelijke gesprekken en een vriendelijke atmosfeer. Worst met mosterd Twee oudere dames met hetzelfde korte, roodgekleurde kapsel aan de tafel onder het ‘kogelgat’ stallen een waar feestmaal voor zichzelf uit. Een breed stokbrood breken ze gelijktijdig in grote stukken en stoppen ze simultaan in hun mond alsof ze een wedstrijd synchroonzwemmen doen. Ze dopen korte, stevige worsten in bakjes mosterd en knabbelen er al pratend aan. Wanneer de worst open knapt tussen hun tanden, verspreid zich een heerlijke kruidige geur – ik vermoed van de worst, niet van hun tandvlees. De ene vrouw is wat te gulzig en kiepert het bakje mosterd over zichzelf en de tafel heen. Dat geeft een geur af alsof honderd mosterdplanten tegelijk hun zaden verliezen. Ze eten elk drie van die worsten op en na tien minuten is ook het brood verorberd. Gezien hun postuur zijn de dames dit wel gewend. Ik ben culinair minder goed voorbereid en neem nog een Tuc koekje. De niet-morsende vrouw gaat na deze smakelijke onderbreking weer verder met wat ze daarvoor deed: luid smakkend pistachenoten eten. Op een van hun grote tassen staat de merknaam Tupperware afgebeeld. Ik vermoed dat dit gezellige bijeenkomsten waren, met veel goedgevulde bakjes.
Beren op de weg
Het landschap varieert nu van steile kliffen boven groene dalen met pittoreske gele kerkjes tot villa’s met knalrode daken, ik waan me intussen in Duitsland of Oostenrijk. De communistische stijl woonkazernes die daarna talrijker worden in het beeld, herinneren me eraan dat ik in Roemenië ben. We rijden door bosrijk gebied, dat een gigantisch kleurenpalet van groen, groen en nog eens groen laat zien. Ik moet denken aan het verhaal van een hotel receptionist over een beer dat uit de bossen rondom de stad Brasov naar het centrum van die stad was gekomen. Hij liep over het drukbezochte, centrale plein, Piata Sfatului. Het arme beest is nadat hij iedereen schrik had aangejaagd, door politie neergeschoten. Ik vermoed nu achter elke boom een van zijn nazaten in een kwade bui, of zie ik nu beren op de weg? Mijn hotel is precies aan dat plein. Over twee dagen ga ik zelf met een tour mee om beren in het wild te zien. De treinrit bood genoeg menselijk vertier, op naar wat dierlijk avontuur.