Als je landen moet associëren met een kleur, zeg je bij Ierland groen. Maar ter afwisseling van het groen kom je (bij mooi weer) ook helder blauw water tegen. Hier in Waterford (Iers: Port Láirge), waar we één nacht verbleven. Op het eerste gezicht geen spectaculaire plaats, maar als je aan de wandel gaat wordt het toch steeds interessanter. De stad ligt aan de rivier de Suir die hier samen komt met de Barrow en de Nore en dan een breed bevaarbaar estuarium vormt, een getijdenrivier. Deze brede riviermonding was een toegangsweg voor de Vikingen, zij zijn de stichters van de stad. In de 12e eeuw nam de koning van Leinster met hulp van “Strongbow”, de Engelsman Richard de Clare, de stad in, het begin van de Britse overheersing van Ierland. In de middeleeuwen was Waterford, na Dublin, de tweede stad van Ierland. In de 18e eeuw was het een bloeiende havenstad door de handel met Newfoundland (Canada). Uit het stratenplan, oude muren, kades en bruggetjes, en enkele oude pakhuizen proef je nog iets van de sfeer van de 18e eeuw, toen hier schepen gebouwd werden en uitgerust voor de vaart op Newfoundland.